Het Geheimzinnige Eiland | Page 5

Jules Verne
niet voor en
het was onmogelijk haar te scheppen.
Intusschen ging het beleg voort; en zoo de gevangenen vurig verlangen
zich weder onder Grant te scharen, niet minder wenschten sommige
belegerden te ontvluchten. Onder dezen was Jonathan Forster, een
vurige zuidelijke. Inderdaad, de noordelijken konden niet ontvluchten,
maar de zuidelijken evenmin; want het leger der noordelijken had hen
ingesloten.
De gouverneur van Richmond kon sedert langen tijd geen bericht van
zijn toestand aan generaal Lee zenden, en het was toch van het hoogste
belang dat deze daarmede bekend zou zijn, opdat dan des te spoediger
hulp zou opdagen.

Jonathan Forster kwam op het denkbeeld een luchtballon te laten
opstijgen en zoo over de belegeraars heen het kamp der zuidelijken te
bereiken.
De gouverneur gaf tot deze poging verlof. Er werd een ballon
vervaardigd en ter beschikking van Jonathan Forster gesteld, die met
vijf metgezellen de lucht moest doorklieven. Zij werden van de
noodige wapenen en levensmiddelen voorzien, ingeval zij met den
vijand in aanraking kwamen, of hun reis lang mocht duren.
Het vertrek van den ballon was op den 18den Maart bepaald. Des
nachts zouden zij bij een kalmen noordwesten wind, binnen weinige
uren het kamp van generaal Lee bereiken. Maar de noordwesten wind
was lang geen gewone bries. Reeds 's morgens vermoedde men dat het
een orkaan zou worden. Weldra werd de storm zoo hevig, dat er geen
denken aan vertrekken meer was. De 18de en 19de Maart gingen
voorbij en geen verandering was er te bespeuren. Het was zelfs
moeilijk den ballon zoo lang te bewaren. De nacht van 19 op 20
verstreek, maar bij het aanbreken van den morgen bleek de storm nog
heviger te wezen. Het vertrek was onmogelijk. Dien dag werd de
ingenieur Cyrus Smith in een der straten van Richmond aangesproken
door een man, dien hij niet kende. Het was een matroos, Pencroff
genaamd, tusschen de vijf en dertig en veertig jaar oud, krachtig
gebouwd, met een door de zon verbrand gelaat, levendige oogen, die
hij onophoudelijk knipte, maar op zijn geheele voorkomen was
goedhartigheid te lezen. Deze Pencroff was een Noord-Amerikaan, die
alle zeeën op den aardbodem doorkruist had, en die, wanneer het
avonturen betrof, alles beleefd had wat met een levend wezen op twee
beenen en zonder vleugels gebeuren kan. Onnoodig is het te zeggen,
dat hij een ondernemende geest bezat, alles durfde en niets hem
verwonderde. Pencroff was in het begin van dit jaar voor zaken naar
Richmond gegaan met een knaap van vijftien jaar, Harbert Brown van
New-Jersey, den zoon van zijn kapitein, nu een wees, die hij als zijn
eigen kind liefhad. Hij was ook genoodzaakt geweest in de stad te
blijven, en wilde nu niets liever dan ontvluchten. Hij kende Cyrus
Smith bij naam en wist ook dat hij met ongeduld wachtte op een
gelegenheid om te ontkomen. Hij aarzelde dien dag dus niet om hem,

zonder eenige voorbereiding aan te spreken met de woorden: "Mijnheer
Smith, hebt gij genoeg van Richmond?"
De ingenieur zag den persoon, die hem aldus toesprak, ernstig aan,
waarop deze verder vroeg:
"Mijnheer Smith, wilt gij vluchten?"
"Wanneer?......" antwoordde de ingenieur levendig. Zeker is het dat
hem deze woorden onwillekeurig ontsnapten, want hij had den
onbekende, die hem aldus aansprak, nog niet genoeg opgenomen.
Maar toen hij met een doordringenden blik het open gelaat van den
matroos had opgenomen, koesterde hij geen twijfel meer aan de
eerlijkheid van den man, die voor hem stond.
"Wie zijt gij?" vroeg hij kortaf.
Pencroff maakte zich bekend.
"Goed," antwoordde Cyrus Smith. "En op welke wijze wilt gij de
vlucht ondernemen?"
"Met dien luien luchtballon, die daar ligt om niets uit te voeren; hij
maakt op mij den indruk dat hij op ons wacht!...."
De matroos behoefde zijn zin niet te voleinden. De ingenieur had de
geheele zaak uit dat ééne woord begrepen. Hij vatte Pencroff bij den
arm en voerde hem met zich mede naar zijn kamer. Daar legde de
matroos zijn geheele plan bloot, dat inderdaad zeer eenvoudig was.
Men waagde bij het uitvoeren slechts zijn leven. De orkaan was wel is
waar in volle hevigheid, maar een ervaren en moedig ingenieur zooals
Cyrus Smith zou zulk een ballon wel weten te besturen. Zoo Pencroff
zelf er maar eenig verstand van had, zou hij niet geaarzeld hebben te
vertrekken,--natuurlijk met Harbert. Anderen hadden het wel gedaan,
en men behoefde voor een storm geen angst te hebben!
Cyrus Smith luisterde naar den matroos en viel hem geen oogenblik in

de rede, maar zijn oogen schitterden. De gelegenheid bood zich aan en
hij was er de man niet naar, die voorbij te laten gaan. Wel was het plan
zeer gevaarlijk, maar toch uitvoerbaar. 's Nachts kon men, ondanks de
strenge bewaking, zeer gemakkelijk den ballon naderen, in het schuitje
stappen en daarop de touwen doorsnijden, die hem vasthielden. Zeker,
men
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 94
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.