die veldslagen nam hij zich nooit in
acht; het lot was hem steeds gunstig tot op het oogenblik dat hij
gewond werd en bij den slag van Richmond gevangen werd genomen.
Op hetzelfde tijdstip en denzelfden dag viel ook een ander gewichtig
persoon met Cyrus Smith in handen der Zuidelijken. Niemand anders
dan Gideon Spilett, correspondent van den New-York Herald die naar
het oorlogsveld was gezonden.
Gideon Spilett was een van die bewonderenswaardige, engelsche of
amerikaansche correspondenten, als Stanley en anderen, die voor niets
terugdeinzen om een nauwkeurige opgave te bekomen en deze zoo snel
mogelijk aan hun courant te berichten. Hij was een man van groote
verdiensten, energiek, steeds bereid alles te doen, en voor alles raad te
schaffen, die de geheele wereld doorkruist had als soldaat en artist,
stoutmoedig in zijn raadgevingen, krachtig in zijn handelingen; moeite,
vermoeienissen noch gevaren waren hem te veel, wanneer het er op aan
kwam alles te weten, in de eerste plaats voor zich zelf en vervolgens
voor zijn courant; een van die helden der weetgierigheid, altijd strevend
naar onderzoek, van het onuitgegevene, onbekende en onmogelijke; hij
behoorde tot een van die onverschrokken opmerkers die schrijven
onder het bulderen van het kanon, en voor wie alle gevaren
buitenkansjes zijn. Ook hij had alle veldslagen mede gemaakt, met de
revolver in de eene hand en zijn aanteekeningboekje in de andere en de
kanonnen deden zijn potlood niet trillen. Hij gebruikte de
telegraaflijnen niet onophoudelijk zooals zij die altijd praten en niets te
zeggen hebben, maar al zijn korte, duidelijke en nette berichten
verspreidden licht over iedere belangrijke zaak. Bovendien ontbrak het
hem niet aan geest. Hij was het, die na den slag aan de Zwarte Rivier,
het mocht kosten wat het wilde, zijn plaats aan het loket van het
telegraafkantoor behouden wilde; ten einde zijn blad den afloop van
den slag te berichten, telegrapheerde hij twee uur lang de eerste
hoofdstukken uit den Bijbel. Hij betaalde daarvoor twee duizend
dollars, maar de New-York Herald had het eerst het bericht ontvangen.
Gideon Spilett was lang van gestalte. Hoogstens veertig jaar oud met
blonde bijna roode bakkebaarden, een vastberaden, levendigen en
snellen oogopslag. Krachtig gebouwd, was hij in staat in alle
luchtstreken te vertoeven, als een stalen staaf in het koude water
gehard.
Sedert tien jaar was Gideon Spilett de correspondent van den New-York
Herald en verrijkte hij dit blad met zijn verslagen en schetsen, want hij
kon even goed met het potlood als met de pen omgaan. Toen hij
gevangen genomen werd was hij juist bezig een beschrijving en een
teekening van den slag te geven. De laatste woorden op zijn
aanteekeningboekje waren:
"Een Zuidelijke legt op mij aan en...."
En Gideon Spilett werd niet geraakt, want volgens zijn onveranderlijke
gewoonte kwam hij er slechts met een schampschot af.
Cyrus Smith en Gideon Spilett, die elkander niet kenden dan bij
reputatie, werden naar Richmond gebracht. De ingenieur genas spoedig
van zijn wonden, en gedurende zijn herstel maakte hij kennis met den
correspondent. De beide mannen leerden elkander kennen en
waardeeren. Spoedig had hun leven hetzelfde doel: te ontvluchten, zich
weder bij het leger van Grant te voegen en te strijden voor de eenheid
van Amerika.
De twee Amerikanen hadden dus besloten om van elke gelegenheid
gebruik te maken; maar hoewel zij in Richmond alle vrijheid hadden,
werd deze stad zoo streng bewaakt, dat een ontvluchting als onmogelijk
moest beschouwd worden.
In dien tusschentijd had zich een bediende van Cyrus Smith bij hen
gevoegd, die hem in leven en dood getrouw was. De dappere man was
een neger, die op het grondgebied van den ingenieur geboren was,
wiens ouders slaven waren, maar die sedert lang vrij was gemaakt door
Cyrus Smith, een abolitionist met hart en ziel.
Als vrij geworden slaaf wilde hij toch zijn meester niet verlaten.
Hij zou voor hem door een vuur hebben geloopen. Hij was ongeveer
dertig jaren oud, krachtig, vlug en handig, had veel gezond verstand,
een kalmen en zachten aard, somtijds was hij wat onnoozel maar altijd
welwillend, gedienstig en goedhartig. Hij heette Nebuchadneser, maar
gewoonlijk werd hij bij verkorting Nab genoemd.
Toen het Nab ter oore kwam dat zijn meester gevangen was genomen,
verliet hij zonder dralen Massachussets, ging naar Richmond en door
list, na wel twintig maal gevaar te hebben geloopen zijn leven te
verliezen, gelukte het hem de belegerde stad binnen te dringen. Welk
een vreugde het voor Cyrus Smith was, toen hij zijn bediende terug zag,
evenals Nab's blijdschap bij het vinden van zijn meester, valt moeilijk
te beschrijven.
Zoo Nab binnen Richmond had weten te komen, viel het wel zoo
moeilijk deze stad weder te verlaten, want men bewaakte de
krijgsgevangenen zeer streng. Men moest op eene onvoorziene
omstandigheid rekenen om een ontvluchting te beproeven die op een
goeden uitslag kans had, zulk een omstandigheid deed zich
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.