cause de leur gloire en régner" [28]. Dit is, wat Burckhardt "das Pathos der
Herrschaft" noemt.
Wie de geschiedenis van Bourgondië wilde schrijven, moest steeds weer een wraakmotief
kunnen doen klinken, zoo zwart als een katafalk, dat u bij elke daad in den raad en te
velde, den bitteren smaak gaf te proeven van hun geest vol sombere wraakgierigheid en
verscheurden hoogmoed. Zeker, het zou onnoozel zijn, om weer te willen terugkeeren tot
het gezicht, dat de vijftiende eeuw zelf op de geschiedenis had. Het gaat niet aan, de
geheele machtstegenstelling, waaruit de eeuwenlange strijd van Frankrijk en de
Habsburgers is gegroeid, te willen afleiden uit de bloedwraak tusschen Orleans en
Bourgondië, de twee takken van het huis Valois. Wanneer men zich maar bewust blijft,
dat voor den tijdgenoot die bloedwraak het beheerschende moment van de lotgevallen
hunner landen was. Philips de Goede is voor hen in de eerste plaats de wreker, "celluy
qui pour vengier l'outraige fait sur la personne du duc Jehan soustint la gherre seize ans"
[29]. Als een heilige taak had Philips het op zich genomen: "en toute criminelle et
mortelle aigreur, il tireroit à la vengeance du mort, si avant que Dieu luy vouldroit
permettre; et y mettroit corps et âme, substance et pays tout en l'aventure et en la
disposition de fortune, plus réputant oeuvre salutaire et agréable à Dieu de y entendre que
de le laisser". Het was den Dominicaan, die bij den lijkdienst voor den vermoorden
hertog de predikatie hield, euvel aangerekend, dat hij op den christenplicht om niet te
wreken gewezen had [30]. Al de staten van zijn landen riepen met hem om wraak, zegt
La Marche [31].
Het tractaat van Atrecht, dat in 1435 den vrede tusschen Frankrijk en Bourgondië schijnt
te zullen brengen, begint met de boete voor den moord van Montereau; een kapel te
stichten in de kerk van Montereau, waar Jan het eerst begraven was, waar ten eeuwige
dage een requiem zal gezongen worden iederen dag; desgelijks in dezelfde stad een
Kartuizerklooster, een kruis op de brug zelf, waar het feit was bedreven, een mis in de
Kartuizerkerk te Dijon, waar de Bourgondische hertogen begraven liggen [32]. Het was
maar een deel van al de openbare boete en schande, die de kanselier Rolin namens den
hertog geëischt had: kerken met kapittels niet alleen te Montereau, maar ook te Rome,
Gent, Dijon, Parijs, Santiago de Compostella en Jeruzalem, met opschriften in steen, die
het feit verhalen moesten [33].
Een wraakbehoefte, die zich in zoo wijdloopige vormen kleedde, moet wel vooraan in
den geest hebben gestaan. En wat zou het volk van de staatkunde hunner vorsten beter
hebben begrepen dan deze eenvoudige, primitieve motieven van haat en wraak? De
aanhankelijkheid aan den vorst was van een kinderlijk impulsief karakter, een
onmiddellijk gevoel van trouw en gemeenschap. Het is een uitbreiding van het oude
sterke besef, dat de eedhelpers aan den klager, de mannen aan hun heer bond, en dat in
veete en strijd tot allesvergetenden hartstocht aangloeide. Het is partijgevoel, geen
staatsgevoel. De latere middeleeuwen zijn de tijd der groote partijstrijden. In Italië
consolideeren de partijen zich reeds in de 13e eeuw, in Frankrijk en de Nederlanden
rijzen ze overal omhoog in de 14e. Iedereen, die de geschiedenis van die tijden bestudeert,
moet wel eens getroffen zijn door de gebrekkigheid, waarmee die partijschappen door de
moderne geschiedvorsching uit economisch-politieke oorzaken worden verklaard. De
economische tegenstellingen, die men eraan ten grondslag legt, zijn veelal louter
schematische constructies, die men met den besten wil niet uit de bronnen kan aflezen.
Zonder de aanwezigheid van economische oorzaken te loochenen, is men geneigd te
vragen, of ter verklaring van den laat-middeleeuwschen partijstrijd een politisch-
psychologisch gezichtspunt niet meer profijt oplevert dan een politisch- economisch. Op
de onmiddellijke basis van hartstochtelijke trouw, van familietrots en wraakzucht kan
men de partijen als 't ware zien agglomereeren uit de beperkte veeten van den
zuiver-feodalen tijd. Met de versterking van de staatsmacht, met de uitbreiding van de
geldmacht nemen de primitieve gevoelens van solidariteit en gemeenschapseer breeder,
openlijker vormen aan. Wanneer een scherpziend tijdgenoot verklaart, dat voor den haat
van Hoekschen en Kabeljauwschen geen redelijke gronden waren te bespeuren [34], moet
men niet minachtend de schouders ophalen en wijzer willen zijn dan hij.
Hoe hevig de gemoedsbeweging van vorstentrouw werken kon, leest men op elke
bladzijde der middeleeuwsche geschiedenis. De dichter van het mirakelspel Marieken
van Nimwegen vertoont ons, hoe Marieken's kwade moei, na zich met de buurvrouwen
half razend gekeven te hebben over den twist van Arnold en Adolf van Gelre, zich
ophangt uit spijt, dat de oude hertog uit zijn gevangenis is verlost. Blijkbaar was dit dus
voor hem een waarschijnlijk motief. Midden in den nacht laten de schepenen van
Abbeville de klokken luiden, omdat er een bode gekomen is van Karel van Charolais met
verzoek
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.