Heldensagen en Legenden van de Serviërs | Page 3

Woislav M. Petrovitch
jong zijn, maar meestal mannen van middelbaren leeftijd en
nog vaker oude mannen. Het is, alsof de oude mannen het als hun
plicht beschouwen het jonge geslacht bekend te maken met de
belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van het volk en zijn
voornaamste helden. Men kan nog menig ongeletterde in Servië vinden,
maar gij zult niemand vinden, die niet in staat is u wat te vertellen over
Stephan Nemanya, den eersten koning van het Servië uit de
Middeleeuwen, over zijn zoon, St. Sava, tsaar Doushan, zijn jongen
zoon Ourosh, koning Voukashin, den koninklijken prins Kralyevitch
Marko, tsaar Lazarus en de helden, die vielen in den vermaarden slag
van Kossovo (1389).
Zonder overdrijving kan dus gezegd worden, dat de Servische boeren
hun eigen vaderlandsche geschiedenis schreven door haar van het eene
geslacht op het andere over te vertellen en te bewaren in hun
rhythmische, tienlettergrepige, rijmlooze verzen. De gooslari [1] en de
monniken bewaarden het nationaal politieke bewustzijn en de nationale
kerk voor ondergang gedurende de vijf eeuwen, waarin zij slechts
Turksche Rayah waren, eenvoudige lieden, gedoemd om niets beters te
zijn dan slaven van hun meester, den Turk. Wij zouden tegenwoordig
niets weten van den aanhoudenden guerillaoorlog, dien de beste en
moedigste mannen van het volk met groote hardnekkigheid tegen den
onderdrukker van het volk voerden van het begin der zestiende eeuw,

tot de eerste opkomst van de Shumadia onder Karageorge in 1804,
indien wij de zoogenaamde Haïdoochke Pesme (Zangen op Haïdooks
[2]) niet bezaten. Lang voor de geschiedenis van het ontstaan van den
Servischen Nationalen Staat werd geschreven door Stoyan Novakovich,
den geleerden president van de Servische Academie, werd zij in verzen
van groote schoonheid en uitdrukking bezongen door den bard
Vishnyich. En de overwinningen van het Servische leger op de Turken
en Bulgaren in den oorlog 1912-13 worden nu reeds bezongen door de
barden in de herbergen en op de jaarmarkten in de dorpen, waar het
volk in grooten getale bijeenkomt en bij de groote kerkelijke feesten op
het plein rondom de kerk. Natuurlijk leert een Serviër, die bij honderd
gelegenheden nationale liederen heeft hooren voordragen, ze zelf
voordragen, al is hij misschien niet in staat zijn voordracht te
begeleiden op de goussle. [3] Evenmin valt het hem moeilijk door
menigen stereotypen regel van oude welbekende zangen te bezigen, in
verzen de geschieden te verhalen van onzen tijd. Toen ik in 1873 als
minister van financiën bij de begrootingsdebatten in de Skoupshtina
een nederlaag leed, werd hiervan dienzelfden avond en den volgenden
dag in rijmlooze verzen kond gedaan aan het volk.
Naast de zangen, die meer of minder getrouw historische
gebeurtenissen herdenken, zijn er een menigte nationale liederen, die
hun stof aan een der talrijke legenden ontleenen. Zij zijn zonder twijfel
in het leven geroepen onder den invloed van de priesters en monniken
en waren oorspronkelijk alleen bestemd voor de menigte, die op de
kerkelijke feesten samenstroomde. Het verheugt mij te zien, dat M.
Petrovitch in zijn verzameling heeft opgenomen het lied, dat
waarschijnlijk het oudste onder alle Servische zangen is. Het heet "De
Heiligen verdeelen de Schatten" en het bewaart de herinnering aan een
blijkbaar zeer oude overlevering, die op haar beurt weer de heugenis
bewaart aan een groote ramp, die het stamvolk in Indië trof en
vermoedelijk de oorzaak was, dat de voorouders van de Slaven Indië
moesten verlaten. Het is zeer merkwaardig een echo van een groote
ramp, die eenmaal Indië teisterde, in de nationale zangen van de
Serviërs te hooren naklinken.
Dat de Serviërs nationale liederen hadden, waarin zij de Servische

daden van hun nationale helden bezongen, daarvan werd reeds in de
veertiende eeuw melding gemaakt. Nicephoras Gregoras, die door den
Byzantijnschen keizer naar Servië werd gezonden met een
diplomatieke zending, vertelt de Serviërs hun nationale liederen te
hebben hooren zingen.
In officieele bescheiden, die bewaard bleven van de vele diplomatieke
missies, die zich in de zestiende eeuw tusschen Weenen of Buda en
Konstantinopel bewogen, en wier weg over Servië leidden, wordt
eveneens melding gemaakt van de heldenzangen, waarin de Serviërs
hun groote voorouders herdachten.
In die eeuw heeft de eerste poging plaats om eenige van deze nationale
liederen door de drukpers te vermenigvuldigen, een poging, die onder
anderen door den dichter Hectorovich uit Ragusa werd ondernomen. In
de achttiende eeuw werden meer geslaagde pogingen gedaan door den
Franciscaner monnik Kachich-Mioshich en door den abt Fortis. Maar
het is aan den geleerden grondlegger van de moderne Servische
literatuur, Vouk Stephanovitch Karadgitch, dat in dezen de grootste eer
toekomt, zooals door M. Petrovitch in zijn Inleiding en elders is
aangetoond.
M. Petrovitch moet hebben ondervonden, wat de Franschen noemen
"embarras de richesses." Het was niet zoo gemakkelijk de zangen voor
een vertaling uit te kiezen. Maar hij heeft ons eenige van de schoonste
Servische heldendichten gegeven als model van wat de Servische
nationale dichtkunst voortbracht. Het doet
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 151
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.