onontwikkelde barbaren uitgescholden werden, werd de ontvangen
beschaving vervolgens aan het overig Europa verder medegedeeld; en
zoo komt het, dat wij nieuwere Europeanen--wier hedendaagsche
tijdrekening van Egyptischen oorsprong is--nog heden ten dage
eenigzins den Egyptischen stempel dragen, en dat onze gedachten zich
langs banen bewegen, wier oorsprong aan den Nyl gezocht moet
worden.
Alexander de Groote en na hem de Romeinen braken later den boezem
van het oude Egypte, dat zijne ontwikkeling als in een gesloten
oesterschelp verborg, open, en lieten haar met die van Europa
zamensmelten. Egyptische priesters bouwden hunne tempels in Italië;
Europeesche (Grieksche en Romeinsche) wijsgeeren richtten hunne
scholen aan den Nijl op, terwijl hunne handelaren en krijgslieden tot in
het hart van Ethiopië doordrongen. Door de Bijzantijnsche Keizers en
later door de Turksche Padichas, die nog later Egypte en geheel
Noord-Afrika, zooals vroeger Alexander en Rome gedaan hadden,
veroverden, zijn weder de bewoners der Nijlstreken, even als ten tijde
van Sesostris, tot aan de oevers van den Donau gevoerd geworden, en
bij die rivier kan men onder de Halve-Maan, nog heden ten dage de
gezichten der bruine Egyptenaren en donkere Ethiopiërs, tegenover de
Duitsche troepen zien staan.
Met den invloed welken de Egyptenaren op Europa gehad hebben,
staan, zoowel wat betreft den tijd waarin als de wijze waarop, die van
een ander volk, de zoogenaamde "purper-menschen" (Pheniciërs), de
bewoners van de Syrische kust, op dezelfde lijn. Die Syrische kust,
tegelijkertijd een oostelijk aanhangsel en een zijvleugel van Egypte en
Afrika, maakt een der belangrijkste deelen uit der door ons beschouwde
zuidelijke kusten van de Middellandsche zee. De zeevaartkundige en
handeldrijvende kinderen van Syrië, scholieren van het oude wijze
Babylonië, hebben reeds vroeg de Middellandsche zee doorkliefd, en
zoowel aan de Afrikaansche als aan de Europeesche kusten, beschaving
en koloniën door het geheele groote waterbekken verbreid, dat ook nu
nog bij de Oostersche volken hun naam draagt, en de Syrische zee
(Bahr el Scham, het water van Scham) genoemd wordt.
Reeds 1500 jaren vóór Christus kwamen Phenicische zeelieden,
kolonisten, handelaars, planters en veroveraars naar Griekenland. Hun
aanvoerder (Kadmus) bouwde Thebe in Boeotie en bracht het
Phenicische letterschrift naar Griekenland. Hiervan zijn alle andere
Europeesche alphabets afgeleid. Ook brachten de Pheniciërs, wat
minstens van evenveel gewicht is, het allereerst het gebruik van ijzer en
van ijzeren gereedschappen naar Europa over.--Kreta, Rhodus, Cyprus,
ja bijna alle eilanden van den eerst later "Griekschen Archipel" werden
door hen bezet. Zij drongen nog veel verder naar het Westen door, en
bouwden in den omtrek van het tegenwoordige Tunis hun
wereldberoemde "Kart Chadata" (Nieuwstad), dat door de Romeinen
"Carthago" genoemd werd. Met de overwinnende vlooten en
legerscharen der Pheniciërs en hunne machtige moederstad, drong de
Semitische volksstam, en met hem ook andere hun onderworpene
bewoners van Afrika, Spanje binnen. Zij overstroomden en veroverden
bijna het geheele Pyreneesche schiereiland, bebouwden en
exploiteerden het; evenzoo handelden zij met de Europeesche eilanden,
Sicilië, Sardinië en Corsica, waar zij verscheidene steden stichtten.
Hunne tochten ter zee strekten zij zelfs uit tot ver voorbij de zuilen van
Herkules noordelijk tot aan Groot-Brittanje, waar hun naam den
bewoners zoo diep ingeprent is, dat nog heden ten dage vele Ieren in
den waan verkeeren dat hun volk rechtstreeks van de Puniers of
Pheniciërs afstamt. Punische en Afrikaansche volken doortrokken
onder Hannibal zelfs het zuidelijk Frankrijk en Spanje, even als wij
weder in onze dagen onder de vanen van Napoleon, uit diezelfde
streken, in diezelfde landen, Afrikaansche krijgslieden, even woest als
de soldaten van Hannibal, met de Franschen naar den Rijn zagen
marcheeren.--Dat op deze en andere wijze, door tusschenkomst der
Pheniciërs en hunne kolonisten, de Europeesche en
Noord-Afrikaansche bevolkingen zich meermalen vermengden, is
onder anderen ook daaraan merkbaar, dat zij een slavenhandel op
groote schaal door de geheele Middellandsche zee georganiseerd
hadden, en daarbij, zooals beweerd wordt, de in Europa geroofde
slaven gewoonlijk in Afrika, de Afrikaansche daarentegen in Europa
verkochten. Dat de Pheniciërs in Europa spoorloos verdwenen, dat zij
bij ons geheel dood en uitgestorven zouden zijn, is niet aan te nemen;
bijvoorbeeld reeds daarom niet, dat de, wel is waar vrij wat veranderde,
letters: letters van den schrijfmeester van Europa, zich thans nog onder
onze hand en pen vernieuwen. Zien niet nog, om zoo te zeggen, de
schimmen der uitvinders van het glas door onze vensterramen onze
huizen binnen?
Van de Egyptenaren en Pheniciërs stap ik nu over naar de westelijk
gelegene landen en volken aan de zuidzijde der Middellandsche zee.
De geschiedboeken van Egypte deelen ons verscheidene invallen mede
der oude landsvijanden uit het oosten, de herdersvolken, die zij
"Hijksos" noemen. Deze waren naar alle waarschijnlijkheid de
voorvaderen onzer Arabieren. Zij overstroomden Egypte en een groot
deel van Afrika's noordkust, volgens mededeelingen onder anderen
reeds 2000 jaren voor de geboorte van Christus. De Perzen en Meden,
en met hen ook weder Arabische nomaden-stammen, rukten onder
Cambyses het land binnen,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.