aangegevene
physionomie van het vasteland. Even als in de wijze waarop de
lichaamsbouw geregeld is, uitstekend en behendig de juiste maat in het
oog gehouden is, en men evenmin op het vasteland zulk eene
verlammende verbrokkeling als in Australië, of zulke kolossale en
onbehouwen afmetingen als in Azië en Afrika aantreft--zoo heeft ook
de dierenwereld van ons werelddeel geene soorten die, of in karakter of
in afmetingen, monsterachtig zijn. Na den zondvloed werden in ons
Europa geene olifanten, rinocerossen of andere wilde dieren meer
gevonden. De weinige leeuwen en tijgers, die Griekenland eens zou
gevoed hebben, heeft de Europeesche Herkules spoedig gewurgd.
Noch in soort noch in aantal, zijn de door den mensch gevreesde
schepselen, bij ons zeer talrijk geweest. De wolf, de losch, de beer zijn,
nevens eenige kleinere diersoorten, de eenige die wij als bij ons
inheemsch kunnen beschouwen, terwijl in verscheidene andere oorden
der wereld, de mensch moeite heeft zich voor de verscheurende en
roofdieren te vrijwaren, en genoodzaakt is een onophoudelijken strijd
tegen hen te voeren.
Vergiftige planten zijn zoo goed als geheel uit onze gezonde wouden
verbannen; de elders zoo talrijke vergiftige planten zijn, even als de
vergiftige slangen en andere verschrikkelijke en monsterachtige
kruipende dieren, bij ons nagenoeg geheel onbekend.
Onze vogels evenaren die der andere luchtstreken niet in grootte en
kleurenpracht, daarentegen munten zij boven die der andere
werelddeelen uit door hun liefelijk geluid. Geen werelddeel is zoo rijk
aan zangvogels als Europa. Kweelend doortrekken de kleine gevederde
minnezangers onze bergen en bosschen en doen ons gehoor aangenaam
aan, terwijl de Flamingo's en Kakatoe's der tropische gewesten, door de
grilheid hunner kleuren het oog verblinden. Het is, als ware in Europa
de natuur zelve verstandiger, en minder op bloot materieele praal en
pronk gesteld, dan ergens anders.
Ook in de plantenwereld gaat het bevallige boven het prachtige, het
nuttige en voor menschelijke doeleinden geschikte boven het
schitterende.--De broodgevende voedingsplanten, de opvroolijkende
wijn, vele verfrisschende en gezonde vruchtsoorten, die de Schepper
Adam in het paradijs gaf, heeft Europa gaarne aangenomen, en zij zijn
in onze trekkas, met behulp van ons gematigd klimaat, door
Europeesche kunstvlijt nog in zoo hooge mate veredeld, dat moeielijk
een verfijnde smaak de voorkeur zal geven aan de overzoete, sterk
gekruide en lekkere vruchten van het zuiden, boven het bouquet van
ons druivensap, boven de liefelijk gekleurde vruchten onzer appel-,
peeren-, pruimen- en citroenboomen.
De bij ons van nature inheemsche bosch- en weidebloemen, spreiden
wel niet zooveel uiterlijke pracht ten toon als de sierplanten van andere
werelddeelen, die overdadig prijken met alle kleuren van den
regenboog. Onze echt Europeesche nachtviooltjes en
vergeet-mij-nietjes, onze mirre en resida, onze lavendel, onze kleine
rosmarijn, sneeuwklokjes en meibloemen verbergen zich, om zoo te
zeggen. Zij moeten ontdekt, hunne bescheidene schoonheid moet
erkend, en kan dikwijls niet dan alleen met overleg, genoten worden.
Zij bezitten niet dat bedwelmend aroma, dat aan de planten van Arabië
eigen is, en toch brengt een Europeesch viooltje of een heerlijk riekend
"hoe-langer-zoo-liever" eerder den dichter in verrukking, dan de kelk
van eene schitterende kaktus of eene sterk riekende magnolia.
Kortom, waarheen wij onze blikken ook wenden, overal blijkt het, dat
de gulden middenweg midden door Europa loopt. De natuur heeft
Europa nergens geheel verwaarloosd, maar ook nergens den hoorn des
overvloeds verkwistend over haar uitgestrooid. En juist in deze
gematigdheid, die bij de Europeesche schepping heerscht, ligt hare
eigentlijke kracht. Een klein begin heeft de natuur overal gemaakt, den
aanleg heeft zij allerwege gegeven, den menschen de benuttiging en de
voltooiing van het werk overlatende. Het borduurraam en de stof die
geborduurd moet worden heeft zij zeer voordeelig gesteld, het borduren
zelf echter slechts voorbereid. De Europeaan moest dat werk voltooien.
Sem, de Aziaat, was als Noach's eerstgeborene, om zoo te zeggen door
eerstgeboorterecht de erfgenaam der schepping; hij bleef op de
aangeërfde hoeve en volgde de oude overlevering der voorvaderen.
Japhet echter, de Europeaan, was de jongere zoon, die weinig erfde, die
het leven in moest en zich in de wereld zijn koningrijk moest en wist te
veroveren.
ZUIDELIJKE NABUREN VAN EUROPA.
(PHENICIËRS, ARABIEREN, MOOREN, BARBARIJERS.)
De lange aaneengeschakelde rij van ter bebouwing geschikte
landschappen, die tusschen de woestijn van Sahara en de
Middellandsche zee gelegen is, maakt meermalen, zoowel in physieken
zin als in betrekking tot de geschiedenis der beschaving, eene
uitzondering op het groote werelddeel Afrika, waarvan zij een gedeelte
uitmaakt. Misschien is er eens een tijd geweest, waarin zij daarvan
geheel gescheiden was, namentlijk, toen de nu opgehevene kom dier
groote woestijn ook met zeewater gevuld was.
Zij sluit zich in vele opzichten aan de landen van zuidelijk Europa aan,
en vormde daarmede vroeger, toen de straat van Gibraltar nog niet
bestond, een samenhangend geheel. Nu ligt zij aan den oever derzelfde
zee, waaraan zuidelijk Europa gelegen is--deelt met haar een zelfde
klimaat en een zelfden plantengroei,--is
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.