wilde Geerten. Nog een beetje geduld maar--innerlijk jubelde hij--dan zouden ze den sterken Basse hooren tuffen tot over 't water ... Vader had wel wat geld ... Sophie gaf hem bovendien ieder jaar een twee honderd frank, rekende hij ... dat kon onmogelijk opgaan ... en ...
--"Nog een pint Geert?" vroeg vriendelijk K?the de serveuse..
--"Ja, en 'nen beste erbij" ...
... Vader kon toch niet eeuwig leven ... hij was erg ziek ... bediend ... 't winterde fel ... wie weet?...
Terwijl Geerten mijmerend en afgetrokken volgde het razen der anderen, wier woorden beukten en scholden, als vloeken rolden uit de van toorn-verhitte, brutaal-stoeregezichten, hield Franske de oogen niet af van Lowis, die met een dronken Engelschman, hangend tegen den glimmend koperen toogrand, een sleepend praatje voerde ...
In den anderen hoek der gelagkamer, op een mooi-rood fluweelen zitbank, was K?the terug tusschen hare twee klanten gaan zitten--piepjonge, baard-looze "printers,"[1] die haar met lodderlijkverliefde blikken begaapten en waartegen zij grapte ...
Noot: [1] Leerling op een schip: "Prentice."
Beide jongens naderden haar dichter, beproevend te zoenen heur frissche nat-roode, steeds treiterend weggetrokken lippen, tot zij de ondernemende indringers met klokkenden, hoogen lach op zij duwde hen aanmanend te betalen ...
Met vollen greep nam een 't geld uit zijn broekzak, liet het rinkelend tinkelen op de marmeren tafelplaat: ...
"Take what you like". (Pak wat ge wilt).
Franske keek het na ... Een gouden affaire dacht hij ... en weer staarde hij Lowis vlak in 't volle gezicht, blankend onder 't zware vlam-roode haar, waarin de valsche steenen der hoornen kammen vonken schietend flonkerden ...
--Wat 'n wijf! bewonderde hij en spottend-meewarig, viel zijn stralende blik op zwijgenden Geerten ��ver hem ... "Geen spek voor zijnen bek" ...
De zatte matroos zwalkte met knikkende knie?n naar de deur toe, wierp dan de bazin eene kus-hand toe ... Geerten zag het en zijn gelaat bleef onbewegelijk-strak ...
--Niet jaloersch, peinsde Franske, nu, 'k zou het zelfde doen ... zoo'n schoon affaire!...
Hij pinkte eens naar Lowis, die nevens den "printer" was gaan zitten ...
Ze lonkte terug, heel natuurlijk ... De oogen van Schoon Franske blinkerden van louter leute ... 't Pakte wat hij sinds dagen als een vaag, bijna onuitvoerbaar plan in zich omdroeg ...
--"De teerlingen! de teerlingen!" riep Venijnige Charel zenuwachtig- gehaast.--"We zullen smijten en wie 't minst gooit, moet dezen nacht 't moteurken van Schampavie naar den duvel helpen, gelijk hoe!..."
--"Aangenomen?" vraagde Suske, frutselend aan de gouden oorringen, die hij droeg als voorbehoedmiddel tegen oogziekten ...
--"Ja! Ja!" Verward schreeuwden ze 't door elkaar.
Geerten, die een oogenblik met verre aandacht de sprekers in hunne heftige bewijsvoeringen gevolgd had, juichte luide toe, want Schampavie had hem, lange jaren geleden, eens in 't Schipperspaleis, de danszaal van 't kwartier, een kermislief gekaapt, en die smaad leefde wrokkend voort in Geertens borst ...
Heupwiegend kwam Lowis den teerlingenbak brengen. De mannen sprongen recht, namen plaats om de ronde tafel, juist onder den lichtenden gasluchter, midden 't vertrek. Lowis bleef staan, nieuwsgierig kijkend, zijlings-lonkend naar Franske, die heur voortdurend gadesloeg, bewonderend de gevulde ronding der borst spannend in 't zijden lijfje, waaruit mollig-gedraaid de wat sproeterig-roode armen staken ...
--"All?, niet stooten zulle!"
De dobbelsteenen rolden in den bak!... "Negen! voor Suske!" Weer viel de stilte ...
Heimelijk naderde Franske Lowis, die hem vink-oogend wenkte. Nu stond hij nevens haar, kittelde even heur arm ... Ze schoklachte ...
"Zes!... A? mij ... Charel!"
"Stilte!... Sst!..."
Wijl Geerten met gespannen aandacht eenen worp volgde, neep Schoon Franske, belust, in de malsche heup der deerne. Ze gaf hem een licht stootje met den voet tegen zijn been ... Zijn hart vloeide vol gloeiende zaligheid ... Hij moest werpen!... Als 'k 't hoogst smijt!... dan ... Hij dacht niet verder en gooide ... Twaalf ... Hoerah, Franske!... Overmoedig gierlachend, greep hij in 't geniept, achter Geertens rug om, de hand van Lowis, kreeg een fermen druk weerom ... trok snel terug, voelend de sluw-loerende oogen van Venijnigen Charel op hen gericht ...
Geerten was aan de beurt. Onverschillig bolden de ivoren kubusjes in de roodbeplakte doos, buitelden zottelijk koppeken over, bleven toen stil liggen.
"De twee apen!" (de twee eenen.)
Een schaterlachen doorschokte de lichamen der roeiers ...
"Gij moet gaan! Sant�� zulle," riep Charel hoonend.
"Daar doe 'k het orgel op spelen!" zei Lowis gekscherend, en met een kort klikje begon de metalen plaat te draaien en de tonen van een gevoelerig, alom-bekend Engelsch deuntje, trippelden door de kamer, dom-vroolijk en vuig-dartel, lijk den perelenden lach eener dolle maagd ...
K?the zong mee ... De "printers" brulden onverstaanbare woorden, de roeiers hadden dwaze pret, tot de plezante bazin, met een klein gebaar, wat stilte verkreeg en Franskens welluidende, sentimenteel-bibberende neustenor alleen, in gemeen haven-engelsch, 't roerend "Chorus" voort-zong ...
Because I love You... My only one regret, Since then we 've never met Because I love you... Yes, my heart is yours!... Because I love you!...
Hij bezag Lowis, voelde dat hij haar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.