Een Reisje door de Republiek Costa-Rica | Page 6

M. Saillard
is
niet de natuur der tropen, noch zelfs die van het brandend heete
Andalusië, die hier tot ons spreekt, maar een schoonheid, die herinnert
aan Luzern, zonder zijn blauw meer, of Nice, zonder de

Middellandsche Zee.
Wij zetten onze reis per spoor verder voort. Aan het station was bij ons
vertrek een groote drukte van gaande en komende treinen. De onze
bestond uit zeer gemakkelijk ingerichte Pulman-cars. Wij vertrokken
precies op tijd en stoomden naar Carthago, de oude hoofdstad. De weg
voerde omhoog, langs steile hellingen, en weldra waren wij op den top
van den berg, die de twee zeeën scheidt.
Carthago is een klein, nog echt spaansch stadje, met zijn marktplein en
zijn castillaansche bogengalerij. Het is sedert de opkomst van de
nieuwe hoofdstad, San José, er natuurlijk niet op vooruitgegaan; doch
de onttroonde vorstin blijft nog altoos "de stad" van Costa-Rica. Bijna
alle voorname families van het land waren oorspronkelijk hier
gevestigd. Carthago heeft niet veel op met haar mededingster San José,
welke het als een indringster beschouwt; de bewoners zijn er minder
toeschietelijk, en meer terug getrokken; minder werkzaam trouwens
ook. Toch zal de spoorweglijn, die de stad in directe verbinding stelt
met Puerto Limon, op den langen duur haar bloei bevorderen, want zij
is uitstekend gelegen voor den handel, juist op de grens, die het gebied
der twee Oceanen scheidt.
De weg werd nu buitengewoon schilderachtig, en daalde langzaam;
dikwijls reden we over bruggen, die diepe kloven overspanden. Zoo
dicht gleden we langs de bergwanden, dat we de rotsen met de hand
konden aanraken, als we den arm uit het raam staken. Deze weg moet
voortdurend worden onderhouden; want dikwijls hebben instortingen
plaats. Ook veel warme bronnen ontspringen hier, en een inrichting
voor warme baden is opgericht te Aqua Caliente, die eigenlijk te weinig
wordt bezocht. De spoorweglijn breekt zich hier baan door
overhangende rotsen, die den weg versperden. Met ongehoorde
stoutmoedigheid hebben de ingenieurs alle hinderpalen overwonnen.
Boven ons de steile bergwanden; dan de smalle weg, waarover de trein
voortspoedt, en beneden dien voorsprong weer de rotswand, die den
muur van een afgrond vormt. Als daarboven ons een brok rots
neerstortte, zou de trein als een nietig insect worden verpletterd. Op
sommige plaatsen waren negers met ijzeren staven bezig, groote

brokken aarde weg te wentelen, om den weg te verbreeden. Het was
een angstverwekkend schouwspel.
Eindelijk kwamen we uit het bergland in de vlakte, en de koelere lucht
maakte plaats voor de zwoele hitte der tropen.
"Mag ik je even lastig vallen om je waaier?" zei een knappe negerin
tegen een andere, even zwart als zij. Die zwartjes komen uit Jamaica en
de engelsche Antillen. Een amerikaansche maatschappij huurt ze voor
twee jaar, vervoert ze met haar eigen booten, en bekostigt hun
onderhoud in de bananenplantages, vanwaar ze, na afloop van hun
werktijd, weer naar hun vaderland worden teruggebracht. Deze negers,
van alle zwarten in Amerika het meest ontwikkeld en zeer werkzaam,
slagen er in den regel in, een aardig sommetje over te sparen. Anderen
nemen hun familie mee, en keeren vergezeld van vrouw, kroost en
papegaai terug naar hun geboorteland. Hun eenig gebrek is de
verbazend onaangename lucht, die ze verspreiden, en waardoor het in
den wagon haast niet uit te houden was. De negerinnen dragen bij
voorkeur dunne japonnen, schel en opzichtig van kleur.
Nu de trein midden door de vlakte stoomde, zagen we aan beide zijden
van de spoorweglijn plantages braak liggen. In deze streken, waar alles,
ook het onkruid, weelderig opschiet, kan de planter, om den grond te
zuiveren, slechts tot verbranding zijn toevlucht nemen. Daarna
verbouwt hij maïs en maniok, maar vooral bananen, die weinig zorg
behoeven en groote winsten opleveren. Een rivier, de Rio Banano, is
naar deze vrucht genoemd.
We bevonden ons nu wel waarlijk in de tropen, waar de dalen wemelen
van krokodillen, apen en slangen, waar de gele koorts den reiziger
wacht.
Het eindstation van den spoorweg is Puerto Limon.
Het is een vierkante stad, geheel en al van hout opgetrokken, nadat
twee of drie jaar geleden de plaats door brand is verwoest. Het geheele
jaar door heerscht er een ondragelijke hitte. Ondanks de gunstige
ligging als havenplaats, kon de stad niet tot bloei geraken, eer de

verbinding met de hoogvlakte was tot stand gekomen. Sedert dit het
geval is, staat Puerto Limon op dezelfde hoogte als Punta Arenas, wat
haar belangrijkheid voor den handel betreft; hier wordt niet alleen de
koffie van de hoogvlakte uitgevoerd, maar uit de nieuw aangelegde
plantages in de omstreken worden verbazende hoeveelheden bananen
naar Puerto Limon gezonden, voor de markten der Vereenigde Staten.
Nog eenmaal floot de boot, waarmede wij gingen vertrekken, en weldra
zagen wij de kust uit het gezicht verdwijnen. Eer ik van mijn
onderwerp afscheid neem, wil ik nog eens wijzen op de bijzonder
welwillende bejegening, die vreemdelingen ten deel
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.