De Werken van William Shakespeare | Page 2

Dr. L.A.J. Burgersdijk
zijner
werken heeft zorg gedragen, op nieuw voor ons in het leven treden.
Zulk een kennis van den mensch en dichter Shakespeare doet ons zijn
werken, met name wanneer wij deze volledig en in de volgorde, waarin
zij geschreven zijn, lezen, met grooter belangstelling en beter inzicht
beoefenen; zij is dus volstrekt noodig om ons zijn grootsche
scheppingen te doen begrijpen en ons tot de kern er van te doen
doordringen. Daarom zal in de volgende regelen een poging gewaagd
worden om een duidelijk tafereel van het leven en den
ontwikkelingsgang des grooten dichters voor de lezers te ontrollen.

II.
STRATFORD AAN DEN AVON.
Het is nabij het midden, schier in het hart van Engeland, in het
graafschap Warwickshire, in het stedeken Stratford aan den Avon, dat
de groote dichter, op wien Engeland, op wien de wereld roem draagt,
geboren werd; in Warwickshire, waar, ten noorden van Stratford, de
reusachtige overblijfselen van het kasteel Warwick, het stamslot van
den grooten koningmaker [1] zich in den Avon spiegelen; waar, nog
noordelijker, het kasteel Kenilworth ligt, welks naam de feesten voor
den geest roept, door den graaf van Leicester aan zijn gebiedster
Elizabeth, de maagdelijke koningin, gegeven; waar, nog iets verder
noordelijk, het oude Coventry gelegen is, bekend door de
mysteriespelen, die er vaak, zelfs tot het laatst der zestiende eeuw,
opgevoerd werden. Daar, nabij de zuidelijke grens van het graafschap,
ligt, als in een mandje van groen, in een vallei, op korteren en grooteren
afstand door heuvelen omgeven, de stad Stratford, die thans ongeveer
zeven en een half duizend inwoners telt, bekoorlijk aan de oevers van
den kort voor deze plaats bevaarbaar geworden Avon, die, als hij de
brug bereikt, zich tot zijn drievoudige breedte uitbreidt, als om te beter
de schoone, door boomen omringde, kerk te weerspiegelen en de statig
ronddrijvende zwanen in al hun sierlijkheid te doen uitkomen. De
geheele omgeving van Stratford lokt tot wandelen, tot het genieten van

de schoone natuur, uit, en is rijk aan plekjes, die een liefelijk uitzicht
verleenen. Een bezoek aan de omstreken van Stratford is alleszins
geschikt om Shakespeare, die de natuur met open oog bezien heeft en
haar kende als weinigen, beter te doen begrijpen. De natuur is hier nog
dezelfde, als toen de dichter er zijn kinder- en jongelingsjaren
doorbracht, en zij hem de indrukken gaf, die hij zijn geheele leven door
in zich omdroeg. Want, men vergete dit niet, zijn hart hing aan
Stratford; toen hij in Londen leefde en er het leven genieten kon, toen
hij er gezien en geëerd was, er roem oogstte en op weg was om een
welgesteld man te worden, maakte hij, in zijn drie-en-dertigste jaar, van
de verworven middelen terstond gebruik om zich in zijn geboorteplaats
een woning te koopen; en zoodra de omstandigheden het hem
vergunden, verliet hij de wereldstad,--want al was Londen toen veel
kleiner dan thans, het mocht dien naam reeds dragen,--met al haar
aanlokkelijkheden, en vestigde zich in het landstadje Stratford, dat toen
ter tijd nog geen twee duizend inwoners bevatte. Welke
omstandigheden ook verder mogen medegewerkt hebben om hem
Stratford als woonplaats te doen kiezen, wij mogen gerust aannemen,
dat hij er gaarne verblijf hield, en dat hij, landbezitter geworden, er
vaak in den omtrek rondzwierf en er de plekjes weder opzocht, welker
herinnering hem van der jeugd af was bijgebleven.
Treden wij de stad binnen, van de zijde der Henley-straat, dan bevinden
wij ons weldra voor het huis, waar, volgens de overlevering, de groote
dichter het eerste levenslicht aanschouwde. Het is niet zonder
verandering gebleven; in het midden dezer eeuw was het in twee huizen
verdeeld en in het linkerhuis was een slagerswinkel, het rechter was een
herberg; maar sedert is het, met gebruikmaking van oude afbeeldingen,
weder in vroegeren staat hersteld; de rechterhelft is nu een museum
geworden, dat tal van voorwerpen, op Shakespeare betrekking
hebbende, bevat, en aan de linkerzijde kan men de niet veranderde lage
bovenkamer bezoeken, die de geboortekamer des dichters genoemd
wordt; op de witte muren vindt men tal van namen geschreven,
waaronder men die van Byron, Walter Scott en Tennyson kan
opmerken. Doch, hoevelen ook, vervuld van eerbied voor den dichter,
dit vertrek betreden hebben, men moet erkennen, dat het geboortehuis
des dichters onbekend is. Men weet uit aanteekeningen in de

stadspapieren, dat Shakespeare's vader in 1552 in de Henley-straat
woonde, maar evenzeer, dat het huis, waar zijn zoon William heet
geboren te zijn, eerst in 1575, elf jaren na diens geboorte, door hem
werd aangekocht, terwijl er geen zweem van bewijs of
waarschijnlijkheid is, dat hij er vroeger, en wel reeds jaren te voren, in
gewoond heeft. Doch hoe dit zij, moge in dit huis de wieg des dichters
niet gestaan hebben, hij heeft er toch zeker eenige jaren zijner jeugd in
doorgebracht en van daar meermalen den weg naar school
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 92
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.