dezer beekjes volgende, kom ik aan een vrij groot meer, waarvan het bekken de krater is van een uitgebranden vulkaan. Dit meer, een van de twee waarin de wateren van het binnenland samenvloeien, ligt ongeveer drie mijlen ten noordwesten van Mua.
Omstreeks tien uren kom ik te Mutautu, het belangrijkste vlek van het eiland en de residentie van de koningin Am��lie. De kerk, aan Onze-Lieve-Vrouwe gewijd, is van steen opgetrokken en verrijst niet verre van den oever; de voornaamste huizen van het dorp staan ter wederzijde en vormen een onregelmatig pleintje.
Ik zet mij in de schaduw op het gras neder en haal mijn dejeuner voor den dag. Mijne verschijning heeft natuurlijk de aandacht getrokken van de jeugd van Mutautu, die op eerbiedigen afstand een kring om mij vormt. Die knapen zijn toonbeelden van gezondheid en kracht; onder luid gelach, duwen en dringen zij elkander voort; weldra naderen zij en worden wij de beste vrienden; ik deel een handvol amandelen onder hen uit, en laat wat in mijne wijnflesch nog over is te hunner beschikking. De vrouwen, die over het plein gaan, zijn betamelijk gekleed; zij zijn minder donker van kleur dan de mannen, en slechts eene tint bruiner dan de vrouwen in Andalusi? en op Sicili?. Zonderling genoeg, dragen zij het hair kort afgeknipt, terwijl de mannen het hunne laten groeien.--Het paleis van de koningin onderscheidt zich in niets van de hutten harer onderdanen.
De groote sloep van de Orne legt aan den oever aan; de officieren komen aan land en wij begeven ons te zamen naar de plechtige kava, waartoe de dorpshoofden ons hebben uitgenoodigd. De kava is een drank, die bij elke feestelijke of plechtige gelegenheid wordt gebruikt, die vreemden wordt aangeboden, en die de meest geliefkoosde drank is van de bewoners dezer eilanden. Ziehier, hoe deze drank in onze tegenwoordigheid wordt bereid.
Een jong meisje neemt een verschen wortel van Piper methysticum, een grooten houten schotel of bak en een kom met water. Zij spoelt zich den mond, wascht hare handen, en hurkt op den grond neder; naast haar liggen bundels van vezelen van den pandanusboom of kokoswol, niet ongelijk aan een scheepsdweil; voor haar zet zij den houten schotel. Nu bijt zij met haar ivoren tandjes een stukje van den wortel af, en begint dat te kauwen tot het voldoende fijn gemalen is, waarna zij het tot een balletje draait, hetwelk in den schotel wordt nedergelegd; diezelfde operatie herhaalt zij tot er een voldoend aantal balletjes in den bak liggen, waarop zij vervolgens water schenkt. De balletjes lossen zich op, en weldra drijven de vezels in het vocht, dat nu de kleur van zeepsop heeft aangenomen. Als de bak genoegzaam gevuld is, vischt het meisje met de ineengedraaide dweil de drijvende stukjes voorzichtig op en verwijdert ze. De aldus bereide drank is de beroemde kava, die in een beker van kokoshout aan de gasten wordt gepresenteerd, beginnende bij den aanzienlijkste in rang, met strenge inachtneming van de etiquette.
Ik kan niet ontkennen, dat de kava, op het eerste gezicht, niets uitlokkends heeft: de wijze van toebereiding boezemt u walging in; de vieze kleur van het zeepsopachtige vocht lokt u niet uit tot drinken. Ondanks uw oprechte begeerte, om het lieve jonge meisje een pleizier te doen, aarzelt ge een oogenblik; maar wanneer ge uw tegenzin overwint, en met gesloten oogen een slok neemt, voelt ge weldra eene zeer aangename gewaarwording van warmte, eene zachte, opwekkende prikkeling: en het duurt niet lang, of ge drinkt met smaak uw beker kava leeg.
Dit was de algemene indruk bij de officieren van de Orne, die bijna zonder uitzondering de kava voor de eerste maal proefden, en die later geene gelegenheid lieten voorbijgaan, om dat eigenaardig genot te smaken. Maar wie over dezen drank--die nimmer dronkenschap veroorzaakt--inderdaad wil oordeelen, moet hem in zijn vaderland drinken en wel op de boven beschreven wijze toebereid: het mengsel van geraspte wortels en water, dat wel eens voor kava doorgaat, is met de echte kava niet te vergelijken.
Toen wij aan het strand kwamen, was het laag water, en de groote sloep, die, bij vloed, vlak bij het dorp had kunnen aanleggen, moest nu op vrij grooten afstand blijven. Wij moesten ongeveer tweehonderd el ver over het koraalrif loopen en tot aan de knie?n door het water waden, of ons door de bootslieden laten dragen. Door dit oponthoud hadden wij het voorrecht, Monseigneur Bataillon, den apostel van Oceani?, te ontmoeten, die van een tochtje op zee terugkwam. De aanblik van den eerwaardigen bisschop, met zijn doordringend oog, zijne trekken vol uitdrukking, en zijn majestueusen aartsvaderlijken baard, trof mij diep: met eerbiedige bewondering aanschouwde ik den edelen, moedigen zendeling, die op de Wallis-eilanden een zoo groot, bijna wonderbaar werk heeft verricht, waarvan het verhaal ons welhaast als eene legende uit vroeger eeuw in de ooren klinkt.
Voor zijne komst waren de Wallis-eilanden
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.