De Noordwestelijke Doorvaart | Page 4

Roald Amundsen

plotseling stil, waarop Bismarck, die niet op de list was voorbereid, in
den muil van Ola liep. Hij werd door den ervaren Ola dan ook
toegetakeld.
Wij zagen nu scherp uit naar ijs en op den 9den Juli ontdekten we twee
smalle strepen, die in zee op en neer golfden; toen wisten wij, dat nu
spoedig de hoofdmassa van het ijs zich zou vertoonen. En inderdaad
spoedig hadden wij het pakijs dicht bij ons. In zijn gevolg kwam nevel
opzetten, de trouwe begeleider van het ijs, die ons gedurende een groot
deel onzer reis in de arctische wateren gezelschap heeft gehouden.
Den 11den Juli om half drie in den namiddag kregen we land in het
gezicht, iets ten westen van kaap Farewell aan Groenlands zuidpunt. De

hooge, verbrokkelde rotskust leverde een prachtigen aanblik op. Het
leek, alsof het ijs tot vlak aan de kust lag. Gedachtig aan den raad van
de schotsche walvischvangers Milne en Adams, hield ik mij ver van de
kust verwijderd, om niet in het ijs vast te raken. Den 13den ontmoetten
we de eerste ijsbergen, twee eenzame majesteiten. Diegenen onder ons,
die nog geen van die kolossen hadden gezien, waren er opgewonden
van, en de kijkers werden vlijtig gebruikt.
Dien dag voeren we een eind tusschen het ijs en schoten vier groote
zeehonden. Het versche vleesch smaakte ons overheerlijk na al ons
pemmikan! En Lindström had het druk over rolladen en zult en worst,
totdat alle bewoners van de Gjöa watertandden. Hij vertelde van zijn
culinaire triomfen aan boord van de Fram; maar liet ons toch niet te
lang wachten op zijn daden in het heden.
Ook den volgenden dag werd aan de zeehondenjacht gedaan met het
gevolg, dat zeven werden buitgemaakt. De harpoenen en messen waren
daarbij druk in gebruik, en onze vindingrijke machinist had
uitgevonden, aan de met de transmissie in verbinding staande
peilmachine een slijpsteen aan te brengen, die het slijpen uitstekend
geheel alleen verricht. De vaart langs de westkust van Groenland was
levendig, en walvisschen zagen we dikwijls vóór het schip. IJs zagen
wij bijna niet; het was door den krachtigen noordenwind naar het
Zuiden gedreven.
Wij deden hier voor de eerste maal de ontdekking, dat het kompas niet
meer betrouwbaar was, een verschijnsel, dat veel voorkomt aan die kust
door de veel ijzer bevattende bergen. Verder in zee kon men dan ook
weer goed op het kompas vertrouwen. Op den mooien, helderen
zomerdag van den 24sten Juli hoorde men eensklaps roepen: "Een zeil
vooruit!" Alle verrekijkers werden voor den dag gehaald, en er werd
ijverig gegist. Het zou, besloot de meerderheid, ten slotte wel een schip
zijn van de deensche handelsvloot.
Daar werd een kijker met een forschen knap ingeschoven, en er klonk
een luid gelach.
"Heeren," zei luitenant Hansen, "het zijn ijsbergen."

En wij hadden het dek al netjes gemaakt met het oog op mogelijk
bezoek.....
Dienzelfden dag kregen wij het eiland Disco in het gezicht, hoog en
vlak van boven en uit de verte best herkenbaar. Maar het was nog een
lange weg erheen. Om acht uur 's avonds waren we er nog dertig
zeemijlen vandaan, en eerst om half elf den volgenden voormiddag
bereikten wij het land. Een rij ijsklippen scheen den toegang tot het
erachter liggende Godhavn te versperren. Maar al gauw kwam de
bestuurder der kolonie, Nielsen, met een boot naar buiten, om ons
welkom te heeten en binnen te loodsen. Zware windstooten kwamen
ons tegemoet, en wij moesten laveeren, daar de motor het niet alleen
kon klaarspelen. Des nachts om één uur wierpen wij het anker uit.
Godhavn ligt op een klein, laag eiland, dat van het eiland Disco door
een zeer smal kanaal is gescheiden. De plaats telde in 1903
honderd-acht inwoners, en is de zetel van den groenlandschen
inspecteur. De stad ligt zeer mooi met in het Noorden den hoogen
Discoberg en in het Zuiden en Westen de zee, die nu en dan vol is met
machtige ijsbergen.
Wij brachten een bezoek aan de autoriteiten van de plaats, den
inspecteur en den koloniebestuurder. Reeds in het vorige jaar had ik
gecorrespondeerd met den heer inspecteur Daugaard-Jensen, en hij had
beloofd, mij tien sledehonden met al wat er bij behoort, te verschaffen.
Hij ontving ons met groote vriendelijkheid en kon ons mededeelen, dat
alles goed en wel was aangekomen, de slede, de kajaks, de ski, twintig
vaten petroleum enz. De koninklijk deensche Groenlandmaatschappij
had de goedheid gehad, de geheele uitrusting op een harer schepen
hierheen te vervoeren.
Ons gezelschap deelde zich in twee partijen, de eene zou de noodige
waarnemingen doen, en de andere zou aan boord alles bezorgen.
Luitenant Hansen zorgde voor de astronomische, Wiik voor de
magnetische waarnemingen. Lund en Hansen zorgden voor alles aan
boord en maakten het schip gereed voor de verdere reis. Ristvedt ijlde
heen en weer en kwam handen te
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 50
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.