De Nederlandse kerken en de joden | Page 7

J. M. Snoek
uitdrukkelijke veroordeling volgde op 6 mei 1936. De bisschoppen
verklaarden dat "allen die aan deze partij (de NSB.) belangrijke steun
verlenen, niet tot de H.H. Sacramenten kunnen worden toegelaten."
[1.10]
Wanneer de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland
vergaderde, kwamen de vragen op de agenda die door de "mindere"
vergaderingen gesteld waren. Al in 1933 had de classis Amersfoort aan
de synode gevraagd, "hoe te handelen met de leden der gemeente, die
zich aansluiten bij, en propaganda voeren voor de
nationaal-socialistische beweging." [1.11] Men is er toen niet diep op
ingegaan, maar in 1936 kwamen diverse provinciale synodes en
klassikale (regionale) kerkvergaderingen met dezelfde vraag. Het was
een jaar na de verkiezingsoverwinning van de NSB. Enkele kerkleden
waren al door hun kerkenraad vermaand, en soms zelfs onder censuur
gesteld (de censuur is de kerkelijke tucht waarbij de betrokkene van het
Avondmaal afgehouden kan worden en leidde, na lang vermaan en met
uitdrukkelijke toestemming van de classis, uiteindelijk tot een
geschrapt worden als kerklid). Zo werd de bekende NSB.-er E.J.
Roskam door de kerkenraad van Amsterdam-Zuid vermaand vanwege
zijn artikel in "Volk en Vaderland", waarin hij de Gereformeerde

Kerken aanviel. Hij' verklaarde daarop, dat hij zijn artikel, "alhoewel
daar vele waarheden in voorkomen die ik moet handhaven, niet had
mogen schrijven en daarom ook terugneem, omdat daar een oordeel
gegeven wordt over onze Gereformeerde Kerken, dat mij' niet toekomt
te vellen en op die plaats te publiceren." [1.12]
<27>
foto 3. Prof dr. K Schilder (1890-1952
Ook de vooraanstaande NSB.-er C. van Geelkerken werd door de raad
van de Gereformeerde kerk te Utrecht vermaand. Hij, Roskam en ook
Mussert zelf schreven daarop protestbrieven naar de synode. Delleman
drukte Musserts brief volledig af. [1.13] De synode benoemde uit haar
leden een commissie met als adviseurs de hoogleraren H.H. Kuyper en
K. Schilder. Kuyper stelde voor dat de commissie zich incompetent zou
verklaren en geen uitspraak zou doen. Dat voorstel werd verworpen.
Het rapport, dat eerst door de commissie en daarna door de synode
aanvaard werd, was gebaseerd op een concept van Schilder. [1.1414]
Deze schreef kort daarop ter toelichting een brochure: Geen duimbreed!
Na een paar dagen was er al een herdruk nodig. In het rapport worden
vijf bezwaren tegen de NSB. ingebracht waaronder "het streven naar de
machtsstaat" en "het exclusief nationalistisch karakter": En al moge ze
(de NSB.) de "rassenvergoding" verwerpen, de manier, waarop zij zelfs
tot in haar program toe (artikel 2) de eenheid van de "Dietse stam" op
de voorgrond zet, toont, dat ze zich ook in dit opzicht niet onbesmet
heeft gehouden; aldus het rapport."[1.15]
<28>
Op 2 oktober 1936 betuigde de synode haar instemming met het
rapport. Alle plaatselijke kerkenraden zouden bij de NSB. aangesloten
leden dienen te "vermanen om dit lidmaatschap te beëindigen, en zo
nodig de betrokkenen af te houden van het avondmaal". Aan een na de
oorlog gehouden enquête deden 521 van de 782 kerkenraden mee.
Slechts twee daarvan bleken de maatregel niet te hebben uitgevoerd;
519 wel, ook na 14 mei 1940. Het ging, wat deze 521 gemeenten
betreft, om een totaal van 272 Gereformeerde NSB.-ers. Sommigen

hunner hebben door het vermaan der kerk hun dwalingen nog tijdens de
bezetting ingezien en braken met de NSB., aldus Delleman. Een klein
aantal Gereformeerde NSB.-ers werd na vermaan ten slotte afgesneden
(van het kerklidmaatschap vervallen verklaard), terwijl 37 zich als lid
onttrokken."[1.16]
Wie, na dit alles gelezen te hebben, nu vervuld is van bewondering
voor de Gereformeerde karaktervastheid, dient ook te weten dat,
tegelijk met de NSB., de socialistisch-pacifistisch georiënteerde
Christen-Democratische Unie (CDU.) evenzeer door de synode op de
korrel genomen werd. Dat komt ons nu onbegrijpelijk voor, maar ik
herinner me, uit 1936, een inleiding op de jongelingsvereniging over de
CDU. waarin de spreker betoogde: "De CDU. is geen unie, is niet
democratisch en evenmin christelijk". Het is een schrale troost dat de
(veel kleinere) Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland
(40.000 leden) in 1937 uitdrukkelijk afzagen van een veroordeling van
de CDU., maar wel besloten tot het uitoefenen van de tucht over
kerkleden die lid waren van de NSB." [1.17]
e. Reacties op het antisemitisme in Duitsland
Hitler werd rijkskanselier op 30 januari 1933 en na Hindenburgs
overlijden (2 augustus 1934) president, en opperbevelhebber van het
leger. Onmiddellijk na de machtsovername in Duitsland begonnen de
antisemitische maatregelen. Joodse winkels werden geboycot, Joden in
overheids-dienst ontslagen.
<29>
De toelating van Joodse kinderen en studenten tot scholen en
universiteiten werd beperkt. Op 15 september 1935 werden de beruchte
Neurenberger wetten uitgevaardigd. "Gemengde" huwelijken waren
voortaan verboden; vrouwen onder de 45 jaar mochten niet in dienst
van Joden staan. Het Duitse staatsburgerschap zou voortaan mee door
de "zuiverheid" van het bloed bepaald worden. Zomer 1938 werden
ongeveer 1500 Joden gevangen genomen en opgesloten in
concentratie-kampen. In oktober van dat jaar werden 15.000-17.000
Joden van Poolse afkomst gedeporteerd.
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 78
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.