gewoonten heerschen, hebben en
behouden zij echter alleszins hun reden van bestaan, en .... zijn zij nog
de dragers van het levende volks-ideaal.
De schoonste van deze drachten zijn voornamelijk die welke door den
Frieschen stam gedragen worden, te weten de costumes in Friesland,
Urk, Volendam en in Zeeland. Bij deze alle moet een verfijning van
vorm en kleurenkeus geconstateerd worden, die op iets hoogers dan het
gemiddelde volks-ideaal wijst, die meer geestelijke ontwikkeling en
aspiraties verraadt. Ook de meerdere voortreffelijkheid en schoonheid
van dit ras boven de andere bewoners van Nederland verklaart de
meerdere belangrijkheid en grooter schoonheid van deze drachten
boven de andere.
Behalve de aristocratische allure die vooral het Friesche costume haar
draagsters geeft, het bijzonder groot-burgerlijke van de
Hindelooperdracht, de levens-volheid en natuurkracht, waarvan de
Urker en Volendammer kleedij getuigt, wordt in deze het toppunt van
evenwichtigheid bereikt in het Zeeuwsche costume, dat meer natuurlijk
dan zoovele andere drachten (bijv. Marken, Staphorst enz.) alle
voordeelen van de eigenheid van het volk, van het ras, op zijn best en
het schoonst tot uiting brengt en als onderstreept.
In de Zeeuwsche drachten (vooral die van Zuid-Beveland en van
Walcheren) komt den wil zich van anderen te onderscheiden, hoogere,
meer intellectueele idealen uit te drukken, dieper levenskijk te hebben
zoo volmaakt en zoo harmonieus tot zijn recht in een even smaakvolle
als stijlvolle kleedij, die als geïnspireerd en gecomponeerd schijnt op
de bijzondere lichamelijke schoonheid van dit zeeuwsch-friesche ras,
dat ongetwijfeld het schoonste, en naar den bouw van het lichaam het
meest algemeen-menschelijk-normale deel van het nederlandsche volk
is.
Werkt den aanblik van het Nederlandsche nationale costume dan niet
altijd verheffend, is het in zich zelf niet altijd even hygiënisch, lijkt het
soms meer vreemd en gezocht dan origineel, soms meer bont dan
kleur-rijk, soms meer merkwaardig dan mooi, het geeft in zijn groote
verscheidenheid een zeer juisten blik op de Nederlandsche volkspsyche.
De klein-burgerlijkheid, die een hoofdkenmerk van ons volk is, en die
dikwijls tot boerschheid wordt, komt in enkele van die drachten ten
zeerste uit, zooals die van Marken, Gelderland en Noord-Brabant. Aan
den anderen kant echter zijn er elementen in die volks-kleedij, die zich
bijna boven de groot-burgerlijkheid tot een soort regenten-aristocratie
verheffen, zooals de provinciale (oude) dracht in Friesland en Zeeland,
waar door verfijnden smaak in kleuren en vormen iets hoogers bereikt
wordt, al wordt die meer aesthetische werking van deze drachten dan
voor een groot deel veroorzaakt door de grootere rasschoonheid van de
dragers, en--speciaal van de draagsters.
Wil men deze historische drachten, en wat er thans nog van over is, op
deze wijze beschouwen, dan blijken ze even waardevol voor de kennis
van de Nederlandsche volks-ziel als de oude meubelen, architectuur en
het allergrootste deel van onze nationale schilderschool. Ze zullen altijd
hun waarde aan hun oprechtheid en waarheidszin blijven ontleenen,
zoowel aesthetisch als ethisch, ze zullen aldoor als een werkelijke
afspiegeling van den geest en de idealen van ons volk moeten worden
erkend.
En .... staan zij in dat opzicht lager, of zijn zij minder belangrijke of
minder "hooge" kunst dan al het andere, wat ons van het voorgeslacht
bleef? Ik betwijfel het. De beste uitingen van onzen Nederlandschen
volksaard, op het gebied van welke kunst van het verleden of van het
heden men het dan ook neme, zijn en blijven, voorzoover het specifiek
Hollandsche wat er aan is, toch immers niets anders dan uitingen van
"boeren, burgers en buitenlui."
En onze nationale kleederdrachten behooren werkelijk niet tot de
minst-belangrijke van die uitingen van "boeren-kunst"!--
E. LITTERATUUR OVER DE NEDERLANDSCHE NATIONALE
KLEEDERDRACHTEN.
Alvorens tot een korte beschrijving van die nationale drachten, zooals
zij thans (1916) zijn, over te gaan, moge hier een kort overzicht volgen
van de publicaties die--voor dezen--over dit onderwerp zijn verschenen.
Een blik op de goede, of goed bedoelde beschrijvingen en afbeeldingen
van deze drachten, hoe zij waren en zijn, en tevens een woord over de
slechte en niet goede afbeeldingen, kan hier hen, die omtrent dit
onderwerp meer willen weten, een korte leiddraad geven.
Want beide soort publicaties over onze zooveel bewonderde en tegelijk
zoo zeer gesmade en belachelijk gemaakte nationale drachten, moge
hier eenige critiek vinden.
In 't algemeen mag gezegd, dat de goed-bedoelde, zoowel als de slechte
beschrijvingen en afbeeldingen van deze costumes, ieder het hunne
hebben bijgedragen om de kennis en waardeering in de war te brengen.
Enkele goede, en meer wetenschappelijke, d. w. z. meer juiste
beschrijvingen daargelaten, moet het meeste van wat over dit hoogst
belangrijke maar uiterst omvangrijke onderwerp werd gepubliceerd, tot
de romantische en lyrische proza en poëzie gerekend worden. Bijna
steeds waren het slechts phantasieën die men gaf, prent-verbeeldingen,
plaatjes, groepjes die wel het schilderachtige, het aardige, lieve en
typeerende van het uiterlijke dezer drachten gaven, maar meer ook niet.
Zoo is een van de eerste publicaties op dit gebied, de uitgave
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.