den berg Zebbes. Er volgde een wilde jacht met emotievol hallali; toen was alles in orde, niets gebrokens viel er te constateeren en er kon weer worden opgeladen. Wij gingen verder, en de dag verliep zonder verdere ongevallen.
Tegen den avond veranderde gelukkig het landschap. Wij daalden af in de vallei van de wadi Hadedj, en van af de laatste hellingen van het gebergte aanschouwde ik een verblindend witten horizon, schitterend als een spiegel, het zoutbekken van Sebkhrat in Nouail, en dichterbij een kleine roode vlek, als verloren tusschen het grijsachtige groen der verspreide boomen, want hier zijn boomen, enkele boomen, de groote bijzonderheid van deze streek. Dat is de Bled Thala, het woud van gomboomen, waar over een afstand van twintig kilometer ����n boom zoowat staat op de vijftig meter. Toch is na den tocht door het kalkachtige land het gezicht van dat bescheiden groen een weldaad voor het gezicht en voor de zenuwen een kalmeerend verschijnsel. Tusschen die keten van verschroeide bergen en dien horizon van oogverblindend wit is men dit bosch dankbaar, dat het niet in overdrijving is vervallen, en men neemt het dit woud niet kwalijk dat het maar in betrekkelijken zin een woud is.
Maar terwijl de zon daalt, naderen wij de roode vlek, die het pannen dak is van den bordj of karavansera? A?n Sjersjara, de bron der watervallen. En terwijl ik mij nu omkeer, zie ik een waarlijk wonderlijk schouwspel; de lange bergketen, om welker uiteinde wij zijn heengetrokken, is in twee?n gespleten door een breede bres, gemaakt door een rivier, waar op het oogenblik alle water aan ontbreekt en die een circus vormt, een bekken, op welks achtergrond in het nog heldere avondlicht van dezen lentedag in de Sahara door de gapende kloof van het gebergte op den voorgrond, in goudglans gehuld, de massa van den Boe Hedma zich af teekent in de zachtste kleuren van rood en blauw, parelgrijs en lila. En die gansche fee?rie van licht wordt zachter, zeer te��r en fijn zelfs, onder het zwarter worden van de schaduw over de strook van groen der wadi Hadedj en van het bosch van gomboomen. Bij het naderen van den nacht daalt de diepe rust van het woud neer over deze verlaten natuur, en men komt in een zeer behagelijke stemming.
Ik kwam aan den bordj, waar mijn gevolg zich al had ge?nstalleerd, en Amor Nefti was reeds bezig voor een vuur van rookende takken geduldig een magere kip te braden, gestoken aan den doorn van een gomboom. Ik was blij, dat wij op dezen eersten avond der reis onze tenten niet behoefden op te slaan en ik zegen den dienst der openbare werken in Tunis, die hier op dezen afgelegen weg een karavanserai had laten bouwen. De plek is zeer goed gekozen, en een mild vloeiende bron maakt het zelfs mogelijk, er met aanplantingen te beginnen; maar nu was de plaats geheel verlaten, al bleek ze vroeger wel bewoond te zijn geweest.
Een voorhistorisch centrum, wat zooveel zeggen wil als dat de verdwenen stammen, die het gesticht hebben, in de geschiedenis geen sporen hebben nagelaten, moet hier hebben gelegen aan den voet der bergen op beide randen van het ravijn en tot dichtbij een andere bron, die nu geen water meer geeft, de A?n en Noea, door drie eenzame palmboomen te midden der rotsen aangewezen. Eenige cromlechs of groote steenhoopen en lange reeksen megalithen, duidelijk afstekend tegen den grond, zijn de eenige overblijfselen van die vestiging.
Die rechthoekige, door steenen ingesloten ruimten, waartoe een smallere weg toegang gaf, waren waarschijnlijk parken voor de kudden, en daarbinnen dienden kleine vertrekken, in de hoeken uitgespaard of langs de zijden aangelegd, tot huisvesting der gezinnen. Ik deed enkele vragen aan Salem, die al dommelend in het zadel achter mij reed, en dwong hem op te merken, dat daar gebouwen te zien zijn. Hij is er zoo verwonderd over, als mogelijk is voor zijn aard van Arabier, dus maar matigjes, en hij vindt dadelijk een verklaring, die zijn weinig eischende nieuwsgierigheid volkomen bevredigt. "En nass mta bekri", zegt hij: "dat is van menschen van vroeger".
Voor den Arabier, zelfs als hij vrij goed ontwikkeld en een weinig geletterd is, behoort elk oud bouwwerk, het moge romeinsch, phoenicisch, byzantijnsch, vandaalsch, berbersch of spaansch wezen, tot het werk van de nass mta bekri of djahela, dat zijn de ongeloovigen of afgodendienaren.
Door de doorsnijding der wadi Sjersjan heb ik getracht in het inwendige van het bergland door te dringen en den loop van de rivier stroomop te volgen door een smal dal tusschen die beide ketenen, die zoo merkwaardig zijn om hun volkomen parallellisme. Abdallah beweert, dat men er niet door kan; maar ik beweer, dat die chamotier, zooals Salem hem noemt, die Fransch heet te spreken en aldus het woord chamelier of kameeldrijver verhaspelt, er heelemaal niets van weet.
Bij den ingang der
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.