Bij de ruenen van Angkor | Page 4

Vicomte de Miramon-Fargues
In streken, die minder ver van Europa verwijderd zijn, Babylon en Niniveh, vindt men diezelfde terrassen met bouwwerken er omheen, die breede wegen, met platte steenen geplaveid, en de assyrische muren vertoonen een dergelijke overvloed van bas-reli?fs.
Wat zijn het voor majestueuse figuren, die er zoo priesterlijk uitzien en aangebracht zijn op den voorgevel van een paleis of den rand van een toren? Egypte heeft daar zijn stempel op gedrukt. En die verrukkelijke tempeltjes met hun portieken en hun zuilen van zoo zuiveren stijl, waarin de harmonie der lijnen zoo goed past bij de soberheid der versieringen, moet men daarvan niet in het klassieke Griekenland de prototypen zoeken of misschien, wie weet het, de navolgingen?
Wat zijn er een dingen hier, die ons vertrouwd en bekend lijken! Wij herkennen de kleine klosvormige zuiltjes, die het traliewerk der vensters vormen, omdat wij ze reeds ontmoet hebben in oude huizen uit Bretagne.
Alles in ����n woord wijst op een van elders gekomen ras, dat zijn inspiratie heeft moeten halen van de wieg der wereld zelve, die grenzen van Europa en Azi?, waar de oudste beschavingen geboren werden.
Niet ver van den tempel in het bosch ligt de koninklijke stad Angkor-tom begraven, welker reuzenomtrek 4 K.M. lang was aan elke zijde van het vierkant. Wij lieten den volgenden morgen onze karretjes weer aanspannen, om ons erheen te laten brengen. Helaas, indien de godheid al den tempel, haar gewijd, in stand heeft kunnen houden, zij heeft het niet kunnen of willen doen met de paleizen der menschen, en te midden van onontwarbaar struikgewas moet men er nu de ru?nen van zoeken. Plotseling staken de wielen der kar den arbeid in den zandigen grond; een schok schrikt den toerist op uit zijn mijmeringen bij het zien der apen, spelend in de hooge boomen. We gaan met de kleine ossen dapper een steenen trap beklimmen en rijden onder een eereboog door, van waar een impassibel steenen beeld ons schijnt te bewaken. Door het gebladerte kan men nog een lange reeks van zwarte muren onderscheiden, die in het struikgewas voortloopen; maar als op enkele plaatsen de boschjes minder dicht worden, ziet men opeens met verbazing, dat de muur, die als omheining diende, gebeeldhouwd is als een bas-reli?f in een tempel.
Op den rand van een open terreintje zien wij een heuvel, dicht met planten begroeid, reuzenboomen steken er hun kruinen in de hoogte, en te midden van hen rijzen donkere, statige steenmassa's, die hun een plaats in de zon schijnen te betwisten. De heuvel zelf blijkt een monument van khmersche kunst, een tempel, een paleis of een graf, en op de forsche gewelven is als op vasten, effen bodem het levend bosch gegroeid. De pleinen, portieken en sierlijke zuilenrijen, de terrassen en trappen, steil als ladders, het labyrinth van zalen, de ingestorte verdiepingen, alles is overweldigd door dien plantengroei, die zelf zijn voetstuk weer vernielt.
Boven een drievoudige verdieping van gewelven loopt men over een vlakte, bedekt met enorme stukken puin, deelen van zuilen en reuzensteenen. Overal verrijzen koepels boven de ru?nen als onwrikbare bewakers. Veelal zijn het vier reuzenhoofden, onder een zelfde hoofddeksel gevangen, en niets heeft van die priesterlijke aangezichten de uitdrukking van hooge kalmte kunnen wegnemen, noch het nadeel, dat de boomen eraan hebben toegebracht, die in de spleten van 't gesteente groeien en hun statige coiffure in een woeste pruik veranderen, noch het oneerbiedig spel der apen, die hun over het hoofd wandelen en geen eerbied toonen voor het gelaat.
Te midden der geheimenissen van het woud, bij al die ru?nen, waar tijgers soms hun jongen komen verbergen, onder de oogen van de steenen figuren, in hun eeuwigen droom verzonken, gaat onze verbeelding aan het werk, tracht het verleden op te roepen, en onder al die doode dingen treedt het leven naar voren, als een laatste vonk uit het beeldhouwwerk, waarmee de losse steenen versierd en als ten leven gewekt zijn. Zie, daar zijn koningen te herkennen, monarchen in triomf gezeten op hun zegewagens, door met goud gestikte dekkleeden versierde paarden voortgetrokken; een stoet van priesters en hovelingen vergezelt hen. Dan volgt het leger der krijgers, dat der slaven en, den optocht sluitend, de wonderlange stoet van olifanten.
Op den eindeloozen weg tusschen het paleis en den tempel van Angkor-Wat vertoont zich zulk een reuzenprocessie; maar zij leeft niet meer; zelfs de legenden erover zijn verdwenen uit de herinnering van het volk, dat zijn eigen roemrijke geschiedenis niet meer kent, nu het verwoestingswerk van den tijd, door plunderingen geholpen, er een eind aan heeft gemaakt.
De hutten, waar de bonzen of priesters rondom den tempel wonen, vormen met de monumenten een aangrijpende tegenstelling. Het dorp is niets dan een verzameling stroohutten. Wij logeerden onder een groot afdak, in een aan alle kanten open ruimte. De vloer rustte op hooge palen en bestond uit een open vlechtwerk van bamboes, terwijl de bamboeladder toegang
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.