Altenahr en zijn omgeving | Page 4

Eduard Neuhauser
eigenaardig, en wel om
deze reden, dat op onze, de oostelijke, zijde de heuvel geheel met eiken
en dennen is begroeid, terwijl ons de andere helling, de westelijke, door
haar liefelijke wijnbergen verrast.
Aan den voet van den heuvel leidt de weg naar den Horn, den hoogsten
top bij Altenahr, met grootsche bosschen en een prachtig uitzicht; bij
helder weer ziet men van hier het Zevengebergte en zelfs de spitsen van
den Keulschen dom.
Van Altenburg uit hebben wij op den ouden Romeinschen weg, die
langs de wijnbergen loopt, een nieuw en wel het schoonste panorama
van Altenahr, de ruïne en de omringende heuvels.

Zooals reeds zoo dikwijls, valt ook hier weer het scheiden zwaar, nu we
naar het in de buurt gelegen dorp Kreuzberg gaan met zijn oud slot en
de nog oudere romeinsche brug.
Als we de brug overgaan, komen we na een stijging van den weg bij
half vervallen huizen, en daar voorbij worden onze nieuwsgierigheid en
onze wensch om zooveel mogelijk van al het schoone te genieten,
volop bevredigd door het landschap dat zich nu voor onze oogen
ontrolt.
Wij zien het slot Kreuzberg hier aan den achterkant, dan de erbij
behoorende kerk en daartusschen den top van den bij Altenahr gelegen
heuvel de Teufelsley en het door sprookjes omsponnen Teufelsloch.
Hier moet namelijk de teleurgestelde Lucifer zijn bloedeigen
grootmoeder door den toenmaals gesloten rotswand heen hebben
gejaagd en haar een bijl achterna hebben gegooid, toen ze, in een
schoon meisje veranderd, hem voor den gek had gehouden. Zoo en niet
anders moet de zeldzame spleet in de rots zijn ontstaan.
Rondom de kerk en het slot ziet men de prachtig aangelegde
wijnbergen, terwijl op den voorgrond aardappel- en korenvelden
liggen.
Geen bezoeker van het Ahrdal verzuime dezen weg te bezoeken. Het
halve uur, dat men noodig heeft voor oponthoud en heen- en terugreis,
mag niet op het programma van den dag ontbreken.
Op den terugweg aan de brug gekomen, blijven we aan deze zijde der
Ahr; hier toch verheft zich onmiddellijk voor onze oogen de vooral
voor de geologen van beroep zoo belangwekkende en beroemde
plagioklaasbazaltrots, de Kotzhardt.
Met eerbied en een zeker gevoel van genot gaan wij van daar, innerlijk
gelukkig dat het ons vergund is, ook dit bijzonder mooie stuk natuur te
hebben mogen zien en bewonderen.
Wij geven er nu de voorkeur aan, het voor ons liggend voetpad te
volgen; in de schaduw der eiken en hazelaars komen we na twintig

minuten wandelens aan het kerkje in het bosch bij Putzfeld.
We kunnen niet nalaten aan de vervallen kapel een bezoek te brengen.
Daar binnen gekomen, verrijzen voor onzen geest de voorbijgegane
eeuwen en alsof wij wakend droomden, zien wij met het oog van onzen
geest in de voorste banken der kapel de familie van den bezitter van het
goed, waarop eerst de aanzienlijke personen uit de plaats volgen en ten
slotte de bewoners der omliggende plaatsen, allen aandachtig de
woorden des priesters volgend, en onwillekeurig grijpt ook ons de
eerbiedige stemming aan en wij hooren de laatste woorden van den
priester, waar hij, zich tot de gemeente wendend, zegt "Ita missa est",
en na den zegen te hebben ontvangen, verlaten wij met de gemeente het
bedehuis.
Wij gaan het bergpad af, de brug over de Ahr over en staan nu voor
Putzfeld zelf, met zijn armoedige inwoners en eigenaardig gebouwde
huizen.
Men bemerkt, dat zelden naar dit plaatsje uitstapjes worden gemaakt,
want de straten zijn stil en ledig, en ook op de wegen ontmoeten we op
onzen verderen tocht bijna geen levend wezen.
Wij grijpen op onzen terugweg een gunstige gelegenheid om te rijden
met vreugde aan, om weer te Altenahr te komen, terwijl we graag
gebruik maken van het aanbod van den koetsier, om met hem naar het
aan den straatweg naar Bonn gelegen dorp Kahlenborn te gaan.
Voor we in dat dorp zelf komen, hebben we op de Kahlenborner hoogte
een prachtig vergezicht op het Zevengebergte. Binnen tien minuten zijn
we in Kahlenborn aangekomen en vinden er zoo recht en echt het type
van een duitsch dorp, dat nog weinig met de moderne beschaving in
aanraking is gekomen.
Ofschoon wij graag het karakter van de huizen en het dorp nader
wilden leeren kennen, moesten we ditmaal daar van afzien, want in den
loop van het gesprek vernamen wij, dat in deze streek niet enkel de
mooie natuur viel te bewonderen, maar dat wij ook heerlijke kunst
konden genieten. Er bevindt zich namelijk in een zijdal van de Ahr, het

Sahrdal, een zeer armelijk dorp, Kirchsahr met een kleine kapel. Daar
vindt men boven het altaar een tryptiek van onschatbare kunstwaarde,
door Meester Koenraad van Keulen geschilderd.
Binnen weinig tijd hebben wij den weg erheen afgelegd; wij krijgen de
schriftelijke toestemming van den daar wonenden kapelaan, om het
zeldzame kunstgewrocht op onze gevoelige
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 10
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.