Aljaska en de Canada-spoorweg | Page 5

Not Available
gaat de
287 kilometer lange zijlijn uit, die bij Sault Sainte-Marie eindigt, de
oude fransche kolonie op de landengte, die het Huronmeer met het
Bovenmeer verbindt. Een kanaal met sluizen stelt die twee binnenzeeën
met elkaar in gemeenschap, en een draaibrug, die den canadeeschen en
den amerikaanschen oever verbindt, laat de spoortreinen passeeren en
brengt zoo de verbinding tot stand van de Transcanada-spoor met de
groote amerikaansche lijnen.
Verderop wordt de schilderachtige streek, nog woester. Ontgonnen

plekken worden schaarscher en kleiner en komen enkel onmiddellijk
aan de spoorbaan voor; en water, altijd water vertoont zich aan het oog,
een tallooze menigte meertjes, moerassen, als geëmailleerd met fraaie
roode bloemen, een gansche waterflora, welker frissche, teergroene
kleur vreemd afsteekt tegen den donkeren tint van het stilstaande water
en tegen de uitgegestrekte door het vuur zwart geworden lagen!
26 Juli.--Tweede nacht in de Yokohama, even goed als de vorige.
Vroeg in den morgen gaan we langs den noordelijken oever van het
Bovenmeer, dat men 't eerst te zien krijgt te Heron Bay, 1291 kilometer
van Montreal verwijderd. Het meer levert een prachtig schouwspel op,
en overtreft mijne verwachtingen. De steile, rotsachtige kust, die diep is
ingesneden, vormt een serie bochtige baaien, bezaaid met woudrijke
eilanden; de horizon wordt gevormd door het heldere water van het
grootste meer der wereld. Men weet, dat het Bovenmeer niet minder
dan 590 kilometer lang is, terwijl 260 kilometer de grootste breedte
aangeeft. Zijne oppervlakte, die Reclus op 83630 vierk. kilometer
berekent, zou dus gelijk zijn aan die van 14 à 15 fransche
departementen.
Het landschap is grootsch. Het woud is meer ongeschonden 't zijn nog
wel altijd dennen, beuken, lorken, maar de boomen zien er krachtiger
uit. De weg, in de rotsen uitgehouwen, dikwijls door tunnels en houten
bruggen op schragen afgebroken, is volkomen goed in orde en heeft
enorme sommen moeten kosten. Verscheidene uren aaneen houden we
dit tooverlandschap voor oogen. Soms doen oneffenheden van den
bodem het meer een oogenblik uit het oog verdwijnen, maar spoedig
komt het weer te voorschijn.
Een der merkwaardigste punten is de groote bocht om Jack Fish Bay,
waar de spoorweg wel 6 à 7 kilometer lang omheen buigt. Die baai is,
zooals de naam aanduidt, beroemd om den overvloed en de goede
hoedanigheid van de visch. Overigens levert het Bovenmeer overal veel
visch; de forel komt er veel voor en men vischt er soms forellen van
vijf à zes pond. Dezen morgen hebben we in onze _dining-car_
heerlijke exemplaren gegeten.
De Nipigon-baai, die dan volgt, is ook schoon, met hare bazaltrotsen en
de rij schilderachtige eilandjes, langs den rand. Wij passeeren langs
eene ijzeren brug eene breede rivier, die na eene flauwe bocht, in het
Bovenmeer het water van het Nipigon-meer, uitstort. Dit meer, behalve

bij de geographen, aan weinig personen bekend, is toch dertienmaal
zoo groot als het meer van Genève. De oppervlakte wordt geschat op
7500 vierk. kilometer. In dezen hoek van het amerikaansche continent
weet men inderdaad niet, welk der twee elementen, de aarde of het
water het in uitgestrektheid wint.
In die streken, ten noorden van het Bovenmeer gelegen, die zoo koud
zijn in den winter, dat de thermometer soms daalt tot op het vriespunt
van kwik, is de warmte in den zomer dikwijls drukkend. Wij kregen er
een staaltje van: des middags 27° in de schaduw, in den vollen wind.
Voorbij het station Nipigon verliest men het Bovenmeer uit het oog,
om het twee uren later bij de Donderbaai terug te vinden, die ook weer
evenals de vorige, zeer mooie punten aanbiedt.
We arriveeren om drie uur te Port-Arthur, 1600 kilometer van Montreal.
De eerste der drie groote secties van den weg is afgelegd; we komen nu
in de westelijke sectie. We moeten hier onze horloges een uur achteruit
zetten. Buitendien waarschuwen de uurwerken der compagnie ons, dat
we voortaan de dagen niet meer verdeelen in twee helften, ieder van
twaalf uren, maar dat de uren van middernacht tot middernacht zullen
worden gesteld in ééne rij van vier-en-twintig uren; dus in plaats van
twintig minuten over drie in den namiddag, zeggen we vijftien uur
twintig.
Port-Arthur, dat fraai gelegen is op den westelijken oever van de
Donderbaai, is in 1867 gesticht. Het is nog maar een klein stadje van
5500 inwoners, maar bestemd om snelle vorderingen te maken, want
met het erbij gelegen plaatsje Port William is het een punt van vertrek
en aankomst van tallooze stoombooten en van eene geregelde
scheepvaartlijn, toebehoorende aan de C. P. R. Buiten haar net van
spoorwegen bezit de machtige compagnie uitmuntende en snelvarende
stoombooten, waarmee ze tweemaal 's weeks geregeld de gemeenschap
onderhoudt met Owen Sound, de haven van Toronto aan de
George-baai.
Men ziet het, we zijn in de beschaafde wereld teruggekeerd; de vlakte
is overal bebouwd en heeft een kaal en eentonig voorkomen; geen
boomen brengen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 26
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.