iemand van een andere kaste voorbij ging. Hun
vrouwen zijn niet minder behaagziek dan andere vrouwen en sieren
zich graag met kostbaarheden.
De paria's zijn in Indië de slaven van de andere kasten. Ze vormen de
armste kaste, en daar ze niet meer verdienen dan de enkele korrels rijst,
hun door hun meesters toegestaan, hebben ze weinig kans, zich uit hun
ellendigen toestand op te heffen. Maar ze staan ten minste op zichzelf.
De polea's van de kust van Malabar doen dat niet, want ze maken deel
uit van het stuk grond, waar ze wonen. De eigenaar koopt hen met den
grond, en ze hebben het recht niet, zich aan die lijfeigenschap te
onttrekken. Dit is de eenige streek in Indië, waar de echte slavernij tot
op onze dagen in stand is gebleven, trouwens een vreedzame slavernij,
daar de menschen goed worden behandeld en goed voedsel krijgen,
alsook de weinige kleeding, die ze behoeven. In vroeger tijden was het
gebruikelijk onder de eigenaren, die paria's aan elkander te verkoopen.
Voor eenige roepijen en wat rijst veranderde een mensch van meester;
maar tegenwoordig is die handel, als hij nog eens plaats vindt, ver van
gebruikelijk.
Er bestaat geen enkele vrije polea; ze worden allen als slaven geboren.
Het is waar, dat ze hun vrijheid zouden kunnen krijgen door de vlucht;
maar niemand is ooit op dat denkbeeld gekomen. Ze hebben geen
voorstelling van een ander bestaan, en het is zoo goed als zeker, dat een
dergelijke vraag nooit onder hen besproken wordt, noch in hun
gedachten opkomt. Toen ik met hen sprak bij hun ellendige hutje met
de leemen wanden, vroeg ik hen: "Maar kunt ge niet gaan werken
ergens anders, te Calicut of te Tellicherry?"--"Ja," antwoordden ze, "als
onze heer het goed vindt."
Bij een der woningen vond ik een hoop schelpen van zeedieren, het
overblijfsel van veel maaltijden, als er gebrek was aan rijst. "Wij zijn
arm," herhaalden ze graag tot mij, maar niet om te bedelen; vragen
deden ze niet. Ze houden zich kalm, en hun lot is thans niet ongelukkig;
maar wat moet het geweest zijn, toen een Naïr, die hen onderweg
ontmoette, het recht had, ze als kwaadaardige dieren te dooden!
Tiven en Macqueezen, de visschers, over wie ik reeds heb gesproken,
vormen de malabarsche onderkasten van de laatste der vier groote
afdeelingen, waarin de bevolking van Indië is verdeeld, en die zijn: de
Brahmanen of priesters, die den eeredienst leiden, het dogma verklaren
en de eenigen zijn, aan wie de kennis van Brahma is geopenbaard,
omdat ze volgens de legende uit het hoofd van den god zijn gesproten.
De Ksjatria's of krijgslieden, tot wie de Radja's behooren,
voortgekomen uit de schouders van Brahma en die ik heb hooren
verdeelen in afstammelingen van de zon en afstammelingen van de
maan, de eersten reiner en in staat, om in een grooter aantal landen
koning te wezen. Dan de Vayssia's, die zich met landbouw bezig
houden, met veeteelt en handel en eindelijk de Soedra's of landbouwers,
arbeiders van allerlei aard, waarvan de eerste onderafdeeling die der
Naïrs is, nader te vermelden om hun eigenaardige gebruiken.
Men weet, dat die kasten met hun onderverdeeling tot in het oneindige,
want er zijn ongeveer negentig soorten van Brahmanen bekend en veel
honderden andere, als zooveel verschillende volken zijn, van elkaar
gescheiden door niet te overkomen slagboomen; dat ieder handwerk
een eigen kaste vormt, of liever, dat ieder kaste en onderkaste zich
enkel met een enkel bedrijf inlaat, dat ze reeds van den aanvang af
beoefende en dat onder geen enkel voorwendsel iemand eraan zou
denken, iets anders ter hand te nemen of zich op te werken uit den
toestand, waarin zijn geboorte hem heeft geplaatst.
Sommige kasten, het grootste aantal, zijn eigen aan het geheele
schiereiland, dikwijls onder verschillende namen naar de taal, die ze
spreken; andere behooren bij een bepaalde streek en worden alleen daar
aangetroffen. De kust van Malabar is een der gebieden, die over een
kleine oppervlakte de meeste kasten herbergen van die, welke in het
land voorkomen. Wij zullen ze nu en dan ontmoeten, de Vanyens, die
olie bereiden en verkoopen; de Maléens, die de trom bespelen en hun
haren laten groeien, terwijl ze ook jongleurs zijn; de Tyens, die Tiven
door de Europeanen worden genoemd, die toddy bereiden, de huizen
dekken met palmbladeren en enkele andere werkzaamheden verrichten;
de Tsjaliens, die weven; de Sjetty, die platte koekjes bakken ten
gebruike bij de curry, waarmee de rijst wordt gekruid en die het
lekkerste eten is voor den inboorling; de Maréens, die de trommels
fabriceeren, en de Ceyons, die aardewerk maken. Door deze
eenvoudige optelling van slechts enkele der kasten uit het land kan men
wel bemerken, hoe talrijk zij zijn.
De verwarrende overvloed van gebruiken en gewoonten, die wetten in
het leven roepen, waartegen zelden wordt gezondigd, is bij deze
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.