van die reuzen der voorwereld, voor welke jaren gelijk
zijn aan eeuwen, en eeuwen gelijk aan duizend jaren?
Maar ik laat mij tot zulke droomerijen verleiden nu ik er niet meer aan
mag toegeven; ik laat die hersenschimmen varen, nu de tijd ze voor mij
in eene vreeselijke werkelijkheid veranderd heeft. Ik herhaal het, men
vormde zich toen eene meening over den aard van het verschijnsel, en
het publiek geloofde vrij algemeen aan het bestaan van een
wonderbaarlijk wezen, hetwelk niets gemeen had met de fabelachtige
zeeslangen.
Indien sommigen het slechts beschouwden als een wetenschappelijk
raadsel, hetwelk moest worden opgelost, dan dachten anderen vooral in
Amerika en Engeland, met vrij wat practischer zin er aan om den
Oceaan van dit vreeselijk monster te bevrijden, om de groote vaart
daardoor te beveiligen. Dagbladen en tijdschriften aan de belangen van
nijverheid en handel maar vooral aan het assurantiewezen gewijd,
behandelden de zaak voornamelijk uit dit oogpunt, en waren hierin
eenstemmig; de verzekeringmaatschappijen dreigden zelfs hare
premiën te verhoogen.
Toen de openbare meenig uitspraak gedaan had, verklaarden de
Vereenigde Staten zich het eerst. Men maakte te New-York
toebereidselen voor een tocht om den eenhoorn te vervolgen. Een fregat
met eene spoor voorzien en van groote snelheid, de Abraham Lincoln,
werd uitgerust om zoodra mogelijk zee te kiezen. De kapitein Farragut
had vrije beschikking over de tuighuizen, en hij maakte daarvan een
goed gebruik om zijn fregat zoo snel mogelijk uit te russen.
Zooals het wel eens meer gebeurt geschiedde het ook thans; toen men
besloten had om het monster te vervolgen, verscheen dit niet meer.
Gedurende twee maanden hoorde niemand er over spreken, geen schip
ontmoette het dier. Het was alsof die eenhoorn kennis droeg van de
samenzwering welke tegen hem gesmeed werd; men had er zoóveel
over gesproken en zelfs door middel van den transatlantischen
telegraafkabel! Daarom beweerden enkele spotters dat die slimme
kwant eenig telegram had opgevangen, waarmede hij nu zijn voordeel
deed.
Derhalve wist men niet waarheen het fregat gezonden moest worden,
nu het voor een verren tocht uitgerust--en van verbazende
vischtoestellen voorzien was. Men werd hoe langer hoe ongeduldiger
toen men den 2den Juli vernam dat de Tampico, eene boot van San
Francisco naar Shangai, het dier drie weken geleden wederom in het
noordelijk gedeelte van de Stille Zuidzee gezien had. De ontroering,
welke deze tijding veroorzaakte, was buitengemeen groot. Men liet den
kapitein Farragut geen vierentwintig uur beraad; zijne victualie was aan
boord; hij had kolen in overvloed, niemand ontbrak er op de scheepsrol,
hij behoefde zijn schip slechts onder stoom te brengen en het anker te
lichten; men zou hem een dag oponthoud kwalijk genomen hebben,
bovendien verlangde de kapitein niets liever dan te vertrekken.
Drie uur voordat de Abraham Lincoln van de kaai van Brooklijn werd
losgemaakt, ontving ik den volgenden brief:
Mijnheer, 3 Juli 1867.
"Indien gij lust gevoelt om den tocht met den Abraham Lincoln mede te
maken, zal de regeering der Vereenigde Staten met genoegen zien dat
Frankrijk daarbij door u vertegenwoordigd wordt. De Kapitein Faragut
heeft eene hut ter uwer beschikking.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn.
Uw. Dw. Dienaar, J. B. Hobson, Secretaris aan het Departement van
Marine.
Den WelEdel Hoog Geleerden Heer den Heer Aronnax, professor aan
het museum te Parijs. Hôtel der vijfde Avenue te New-York.
HOOFDSTUK III
De trouwe knecht.
Drie seconden voor ik den brief van den heer Hobson kreeg, dacht ik er
evenmin aan om den eenhoorn te vervolgen als om de Noordwestelijke
doorvaart te gaan zoeken, maar drie seconden na den brief te hebben
gelezen, begreep ik eindelijk dat mijne wezenlijke roeping, het eenige
doel van mijn leven was om dit onrustbarende monster op te jagen en
er de aarde van te bevrijden. Doch ik kwam pas van eene moeilijke reis
terug, was zeer afgemat en verlangde naar rust; voor weinige
oogenblikken reikhalsde ik er naar om mijn vaderland en mijne
vrienden terug te zien, en weder rustig in mijne kleine woning in den
Plantentuin te midden mijner kostbare verzamelingen te zitten. Maar
niets kon mij nu terughouden; ik vergat alle vermoeienis, vrienden,
verzamelingen, alles, en zonder er lang over te denken nam ik het
aanbod der Amerikaansche regeering aan. Overigens dacht ik, dat elke
andere weg mij ook wel naar Europa kon terugbrengen, en dat de
eenhoorn beleefd genoeg zou zijn om mij naar de Fransche kust te
voeren! Dat dier, hoopte ik, zou zich in de eene of andere Europeesche
zee, al was het alleen om mij genoegen te doen, wel laten vangen, en
dan bracht ik op zijn minst een halven meter van zijn ivoren hoorn
mede voor het museum van natuurlijke historie.
Maar intusschen moest ik het dier in het noordelijk deel der Stille
Zuidzee helpen opzoeken, en dat was zoo wat de weg naar onze
tegenvoeters in plaats van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.