zou hebben, bleef op het plein doorspelen, 't Was een zoele avond en dat plein met zijne monumentale omgeving, zijne fakkelverlichting en rondom de statige lijnen der bergen die het stadje omringen, eene wel opgewekte maar niet luidruchtige menigte, 't was alles te zamen een inderdaad prettig geheel voor den vreemden bezoeker.
Den volgenden morgen meende ik vroegtijdig op te stappen, maar men verzuimde mij te wekken. 't Dienstdoend personeel uit het h?tel had ook de feesten van den afgevaardigde bediend; vandaar 's avonds groote verwarring en den volgenden morgen groote slaperigheid, waarin ik werd medegesleept; vandaar ook die vreemde ontvangst. Ik bleef nu te Agord�� hangen tot den namiddag en aanvaardde toen de reis naar Primi��ro over den Cereda-pas, met het plan om dien tocht in twee gedeelten te doen en me op te houden waar 't mij 't beste toescheen. De wandeling bracht mij aanvankelijk weer den weg op waarlangs ik gekomen was; bij 't gehucht Buignac ging ik over de Cordevole en nam ik afscheid van deze bevallige reisgenoote.
Verder ging het steeds met groote slingers omhoog; de uitzichten op Agord�� en zijne omgeving werden met elken stap fraaier; de Monte Agner vertoonde vreemde dolomietvormen, doorloopend tot de Croda Grande. 't Was niet alleen het drukkend warme weder, dat me aanhoudend deed verwijlen, want eiken en kastanjes gaven overvloedig schaduw, maar het dal van Agord�� werd steeds mooier en mooier en het uitzicht telkens uitgestrekter. Een dorpje dook in het dichte groen op, en eenigszins van den weg af een groot steenen huis, met in groote letters Albergo Venezia. Dat zag er alles zoo vriendelijk uit, en ik was nu eenmaal uit het land der hotels in dat der albergo's overgegaan, dat ik maar besloot daar nachtkwartier te nemen. De eerste zomergast werd vriendelijk ontvangen; het was er eenvoudig maar huiselijk en zindelijk; de waardin bediende zelve en zette een keurig maal voor. Dat was wat anders dan dat eten te Agord��, gediend door die zwarte draak!
Na tafel werden eenige aanteekeningen gemaakt en daar op eens kletterde de regen tegen de ramen en rolde het onweer door de bergen. Gelukkig dat ik niet verder gegaan was, en nog gelukkiger dat het wel den ganschen nacht doorregende, maar dat de regen 's morgens vroeg ophield; de stof was verdwenen en onder de aangenaamste indrukken werd de wandeling hervat.
Hoewel een gids overbodig was, was deze tocht wat ingewikkelder, en moest met eenige zorg uitgezien worden naar de roode of blauwe teekens, die op rotsblokken, boomen, hekpalen of huizen waren aangebracht. Door een prachtig bosch en over bergpaden over de Aorine-pas naar Gosaldo; al verder door bosch en langs bergpaden; aan de overzijde van het dal ligt tusschen het geboomte het dorp Sagron,--naar het dorpje Miste; dit gedeelte van den weg is het moeilijkst te vinden wegens de vele uiteenloopende paden; maar men komt nu en dan menschen tegen, en op een op vragenden toon geuit "�� la Miste?" krijgt men een vriendelijk "Si Signor", en is men op het verkeerde spoor, dan wordt met woorden en gebaren gaarne de goede weg gewezen.
Bij eene beek stapt men weder over de Oostenrijksche grenzen, om spoedig eene uitgestrekte weidevlakte te bereiken; dit is de Ceredapas. Tot hiertoe was de wandeling over hoog en laag een ongestoord genot; italiaansche grensjagers, bontgekleede vrouwen, die haar wasch in eene beek uitspoelden, en toen weder een gemoedelijke oostenrijksche grensjager, hadden het landschap aardig gestoffeerd. Op den Ceredapas kwam mij een schilderachtig groepje te gemoet. Een deftig aangekleede boer voorop, met eene reusachtige parapluie op den schouder; een ezel met pakjes beladen, gedreven door een guitigen jongen, een meisje van ongeveer 20 jaren met eene groote mand op den rug, waarin een plat rond vat met wijn. Dat vrachtje zal wel 30 kilo bedragen hebben, en daarmede was het meisje den berg opgeklommen! Ik bespreek dit gezelschapje niet alleen omdat het een opvallend groepje was in die omgeving, maar ook omdat het een type is. De baas droeg niets dan zijn parapluie; de jongen liet den ezel zijn vrachtje dragen; het meisje was het lastdier. Dat ziet men hier in allerlei vormen overal, en toch was dat meisje de meest ontwikkelde der drie; ze sprak aardig wat duitsch en drukte zich beschaafd uit.
't Ging nu weder berg af, aanvankelijk door weiden en laag hout; in die weiden bloeiden hier en daar prachtig gekleurde leli?n, die ik voor en na niet meer gezien heb. Hoewel de omgeving schilderachtig blijft, is de wandeling geen genot meer, en wordt zij langzamerhand een pijniging, doordat het pad bedekt is met hoekige losse steenen, een plaveisel dat bij een hellenden weg een uitvinding des duivels is. Het prachtige uitzicht op het kasteel La Pietra, een bouwval als een arendnest boven op eene alleenstaande rots gelegen, wordt dien ten gevolge maar ten halve genoten, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.