een uitvinding des duivels is. Het
prachtige uitzicht op het kasteel La Pietra, een bouwval als een
arendnest boven op eene alleenstaande rots gelegen, wordt dien ten
gevolge maar ten halve genoten, en men wordt eerst weder opgewekt
als men te Primièro aankomt. Primièro of Feira di Primièro, in het
duitsch Primör, ligt aan de samenkomst van het Canali-dal en het
Cismone-dal; de bevolking is daar voor het meerendeel romaansch, zij
stamt uit Grauwbunderland; het landschap is zuidelijk; velden met maïs,
kastanje-, note- en moerbezieboomen geven er een afwijkend karakter
aan, en de bouw van het plaatsje, doet ook aan een warmer klimaat
denken. Groote gebouwen met zware muurpanden, kleine vensters en
platte daken, geven het een voor ons ongewoon aanzien. Er is één
duitsch hotel, waar men goed logeert; er waren juist zomeroefeningen
van de reservetroepen, zoodat er aan militair vertoon, muziek en zoo
meer geen gebrek was; de bevolking scheen dit, voor zooverre zij niet
mede schutterde, op te vatten als een publieke vermakelijkheid. Eene
avondwandeling door Primör was inderdaad een genot; het kerkje met
zijne slanke torenspits tegen den achtergrond van de hooge bergen, die
men in het noorden zag, was schilderachtig, en het opgewekt verkeer in
de straten was aangenaam.
Den volgenden morgen weer vroeg op pad, want het einddoel was dien
dag Paneveggio, tusschen welke plaats en Primör een hooge bergpas
ligt. Eerst van Primör naar Siror en dan langs tal van keerwegen in het
Cismone-dal omhoog. Prachtige wandeling; de straatweg is steeds
stijgend, maar zoo zacht dat er gelegenheid te over is om den geheelen
omtrek al wandelend op zijn gemak op te nemen. Heerlijk die terugblik
op Primör en in het dal. Aanvankelijk is de weg kaal, zoodat het
uitzicht langs alle kanten vrij is; oostwaarts ziet men de uitgetande
rotstoppen van de Rosetta, de Cima di Ball en van den Sass Maor,
trotsche berggroepen, die zich heerlijk tegen de lucht afteekenen. We
zijn nu bezig om de hoofdberggroep van Zuid-Tirol, de Marmolata, om
te trekken; op hooge, vrije punten hebben we haar gedurende de vorige
dagen links gezien, nu ontwaren we hare sneeuwtoppen rechts. De zon,
die we overigens zeer dankbaar mogen zijn voor de prachtige
belichting, begint reeds weder te veel van het goede te geven, maar
gelukkig zijn we zachtjes aan wat hooger gekomen en nu weder in
statige mastbosschen. Wat een prachtig hout en welke heerlijke
doorkijkjes langs dien donkeren voorgrond heen op de fel belichte
bergen voor en achter. De weg is lang, maar verveelt geen oogenblik;
de Cismone-rivier houdt u voortdurend gezelschap, en heeft
niettegenstaande de langdurige droogte nog water genoeg om het
landschap vriendelijk te stoffeeren, wanneer ze hier en daar tusschen
wat engere rotsoevers met grooter kracht gedreven, schier wild
voortspoedt. We krijgen nog eenige fraaie partijen aan de rivier, o.a. bij
een groote houtzaagmolen, en ook nog eene donkere boschpartij, en op
eenmaal ligt San Martino di Castrozza voor ons. Dat was een der
glanspunten van de reis. Van een dorp heb ik niets gezien; het was een
verzameling van hotels en het punt wordt zeer te recht steeds drukker
bezocht. Voor Panzer's Dolomieten-hotel is een terras gebouwd, waar
men uitzichten heeft die maar zelden geëvenaard en nooit overtroffen
worden. Eerstens in het dal van Primör, maar bovenal op de prachtige
bergwanden van de Vette di Feldre; aan de eene zijde de Cavallazza, de
Colbricon en Fognola; aan de andere zijde de Rosetta, de Cima di Ball
en den Sass Maor. Zij worden vooral bij avondbelichting hoog
geprezen; ik was er op den middag bij felle zon, en zal dat heerlijke
tafereel nooit vergeten. Door het heldere licht scheen het wel of die
reuzen-gevaarten in de onmiddellijke nabijheid waren; die scherpe, kale
rotsen, licht van kleur en zoo gekloofd, dat de slagschaduw van den
eenen rug, den anderen bedekte, waaruit de bekoorlijkste lichtspelingen
ontstonden. De lucht was strak en blauw, en de bergen teekenden zich
daar licht tegen af. In Panzer's hotel gebruikte ik een goed middagmaal,
een niet onwelkome versnapering na gedurende eenige dagen albergo's
in plaats van hotels bezocht te hebben,--en toog na nog eenigen tijd
gerust te hebben welgemoed verder. Eerst door bosch steeds omhoog,
later door weidevelden. Steeds met hetzelfde uitzicht op die prachtige
bergen. Ik moest den Rolle-pas over en meende dien reeds bereikt te
hebben, omdat de weg bijna vlak liep; toch stroomden de beken mij
nog altijd te gemoet, een bewijs dat ik nog niet over het hoogste punt
heen was. Bij eene scherpe kromming in den weg, trof ik eene
verbazend groote kudde vee, die door herders opgedreven werd naar de
nabijzijnde stalling. Dat ging niet kalm en zacht; onder allerlei
uitroepen en gebaren, heftig dreigen met lange stokken en wilde
sprongen trachtte men het vee schrik aan te jagen. Toen het in eene
bergkom gedreven was werd
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.