Zuid-Tirol | Page 6

G. Bosch
telkens weder over aan 't genot van het
uitgebreide vergezicht, nu prachtig door de zon beschenen. Van af den
Giau-pas gaat het steil omlaag in het Codalinga dal; het pad kronkelt
sterk, waardoor men geniet van steeds wisselende vergezichten,--om na
een uurtje gaans te komen aan de Refugio in Som la Cresse, eene
woning op eene vooruitspringende rots gelegen, met een aardig terras,
van waar men een heerlijk uitzicht op het beneden-gedeelte van het dal
heeft.
Hier had ik de eerste moeielijkheden met het italiaansch, welke taal ik
niet machtig ben; het was tijd om wat te gebruiken na den
vermoeienden tocht, en de waardin bood mij van alles aan, waarvan ik
niets verstond; eindelijk gebruikte zij een paar woorden gebroken
duitsch, en ik begon te begrijpen dat ik soep met rijst en brood
benevens boter en kaas zou krijgen. Ze had stellig alles in blikjes, want
een goed kwartier later werd mij een prachtige erwtensoep voorgezet,
dik gemaakt met rijst. Het smaakte voortreffelijk en 't brood met
geurige boter en goede kaas, was een uitstekend nagerecht. Een paar
werklieden die bezig waren het huis te herstellen en te vergrooten,

trachtten mij blijkbaar met ingenomenheid in te wijden in de schoone
omstreken der herberg,--maar ik begreep er niet veel van, en bespeurde
van tijd tot tijd aan het kwalijk verholen lachen van mijn gids, dat mijn
ja en neen wel eens verkeerd klopte. Van Som la Cresse voeren twee
wegen naar Caprile; een over Selva omhoog, met een mooi uitzicht
over het dal; een andere langs de hellingen van den Monte Paré, over
een zeer schaduwrijk pad, langs en door Santa-Lucia; dezen laatsten
weg verkoos mijn gids; bij Santa Lucia komt men op den straatweg, die
zich rechts naar de Cordevole keert. Deze thans bijna droge rivier
schijnt zeer te kunnen spoken; men was bezig herstellingen aan den
weg te maken, en de breuken en gaten, die hier en daar geslagen waren,
getuigden van grooter kracht, dan men van dat onnoozele beekje zoude
verwachten. Links van den weg gingen de rotswanden steil omhoog; zij
waren afgehouwen om den weg mogelijk te maken. In die afgehouwen
wanden vertoonden zich zeer merkwaardige rotsvormen. Steenen
banden, meerendeels van de zelfde lengte en dikte, waren allen krom
gebogen en aan alle kanten door elkaar gewrongen, zoodat de
vreemdste en ingewikkeldste figuren ontstonden. De zon ging weder
schuil en de lucht werd erg betrokken toen we, de Cordevole
overstekend, in Caprile aankwamen, waar de "Posta" eene bekende
goede herberg is. Het logies was zeer eenvoudig maar toch voldoende;
in de gelagkamer trof ik eenige duitsche toeristen, met wie ik een
gezelligen avond doorbracht, waarbij het voortdurend misverstand over
de namen der gerechten aan 't avondeten dikwijls aanleiding tot groote
vroolijkheid gaf.
Den volgenden ochtend kon ik niet voldoende genieten van de fraaie
ligging van Caprile met de Civettagroep als hoogen achtergrond. De
lucht zat weêr vol regen; toch was de wandeling langs den oever der
Cordevole een groot genot; de rivier, hoewel weinig water hebbende,
kronkelde behaagziek door het dal; en gaf vooral een heerlijk
landschapsbeeld, waar zij met een groote bocht aan de overzijde het
dorp La Grazie naderde, dat door een eenvoudige groepeering van wit
en geel gekalkte huizen, en eene aardige kerk met slanken toren, zijn
naam alle eer aandeed.
Maar alles werd overtroffen toen ik het liefelijke Alleghe-meer naderde,

voor ongeveer 150 jaar gevormd door eene instorting van den Monte
Forca. De zon kwam door en verlichtte dat heerlijke landschap voor mij
juist op het rechte oogenblik; ik liet me met een bootje overzetten, om
een beter overzicht te hebben. De jongens die me overbrachten, waren
zeer verbaasd toen ik hun een goede fooi beloofde, als zij langzaam
roeiden. Dien blik op het dorpje Alleghe, aan den linkeroever en aan de
uitmonding van het Val Lander gelegen, zal ik niet licht vergeten. Aan
het zuid-einde van het meer gaat men over eene zware houten brug op
den rechter oever der Cordevole over; daar is een kleine maar driftige
waterval, die met het einde van het meer als haven, gebruikt wordt als
drijfkracht van eene houtzagerij; men is daar tevens te midden van het
zware bergpuin, dat den loop der rivier versperde en daardoor indertijd
het meer deed ontstaan. Langs alle kanten heeft men de heerlijkste
vergezichten.
't Gaat nu in het dal der Cordevole omlaag; meestal door weelderig
kreupelhout, dat zich hier en daar tot bosch ontwikkelt; men volgt met
groote bogen de kronkelende rivier; van tijd tot tijd goede kijkjes op
bergen met sneeuwtoppen. Eenige huizen zijn de voorboden van het
dorp Cencenighe; nog een houtzaagmolen, eene flinke houten brug
over de rivier, en na een draai in den weg staat men op de marktplaats,
waar, behalve de kerk, de herberg Stella het hoofdgebouw is. 't Was nu
middag, en de zon
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 19
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.