Zonnestralen in School en Huis | Page 5

Henr. Dietz
waar haar allerlei heerlijkheden gepresenteerd werden.
En de prins sliep dien avond en den geheelen nacht rustig door en at
den volgenden morgen met smaak een eitje en 's middags een bordje
soep. Toen het avond werd, gluurde de prins maar al naar de deur, en
eindelijk vroeg hij: "Komt mijne sprookjesfee niet?" Juist kwam de
prinses de deur in en zei: "Daar ben ik al! Wat zal het nu
wezen?"--"Vertel me nu eens wat van dieren, die praten kunnen," zei de
prins. "Kun je dat?"--"Zeker," zei de prinses, en ze vertelde van den
wedloop tusschen den haas en den egel, en de prins ging recht overeind
in 't bed zitten en lachte als een gezond mensch, en toen het uit was, zei
hij: "Heerlijk, heerlijk, ik voel me zoo prettig, dat ik zeker morgen wel
al een paar uurtjes op kan staan. Hartelijk dank, lieve fee!"--"Ik ben
geene fee," zei de prinses, "ik ben maar een gewoon meisje, dat o,
zooveel van sprookjes houdt."--"En ze o, zoo mooi vertelt!" zei de
prins. De prinses kleurde van pret en dacht: dat moest de sprookjesfee
eens hooren. Die zou schik hebben. "Tot morgen," riep de prins, toen
de prinses heen ging.
Toen de prinses den volgenden avond weer kwam--waar was toen de
prins? Het bed was leeg. Een heldere lach klonk door de kamer, toen de
prinses naar het ledige bed keek. Daar zat de prins in een

gemakkelijken stoel bij 't venster en een even gemakkelijke stoel stond
tegenover hem. "Neem plaats!" zei de prins. "Wat zal ik nu prettig
luisteren."--"Waar moet ik nu van vertellen?" vroeg de prinses. "Ik zou
zoo graag eens van dingen hooren, dingen, die net doen als menschen,"
zei de prins. "Kan dat?"--"Dat kan!" zei de prinses. Luister maar:
"Er was eens een net heertje; zijn heele rijkdom bestond in een'
laarzenknecht en een paar pantoffels, maar hij had den fijnsten linnen
kraag van de wereld, en van dien linnen kraag zullen we eene vertelling
hooren." En nu vertelde de prinses van den kraag, die zich nu oud en
wijs genoeg vond, om te trouwen en toen verliefd werd op eene zijden
kous, waarmee hij toevallig in de wasch kwam. Verder, dat de kous
zich eene veel te fijne juffer vond, om iets van den kraag te willen
weten. Dat toen de kraag van liefde gloeide voor het strijkijzer en later
weer mooie praatjes hield tegen de schaar, waarmee zijne rafels
afgeknipt werden. Zoo'n sierlijke danseres had hij nog nooit gezien enz.
enz. Dat de schaar van boosheid een glip in den kraag maakte. Dat de
kraag eindelijk met eene van de pantoffels wou trouwen en toen met
schrik hoorde, dat die al verloofd was met den laarzenknecht. Dat hij
toen niets meer van de liefde wou weten en toen hij later in den
lompenzak kwam, zoo schrikkelijk pochte en praalde. Ieder had van
hem gehouden, ieder had met hem willen trouwen. Daar was eerst eene
zijden kous, zoo slank en fijn.... en zoo ging dat voort. En zoo grappig
vertelde de prinses dat alles, dat den prins op 't laatst de tranen over de
wangen rolden van 't lachen. Toen de vertelling uitlas, sprong hij op en
riep: "Neen, maar, zoo iets grappigs! Dat heeft me zoo gezond gemaakt
als een visch! Ik dank U, lieve sprookjesfee! Ik dank U!" Daar sprong
de deur open en de koning kwam binnen. "Wat is me dat hier voor eene
vroolijkheid," riep hij. "Ik hoorde in de verte lachen."--"De prins is
weer beter!" zei de prinses. Toen sprong de koning ellen hoog. "Lief
meisje," riep hij, "je hebt mijn' prins gezond gemaakt, daarvoor zal ik je
eene kist vol geld geven en...."--"Niets er van!" riep de prins, "daarvoor
wil ik haar tot mijne vrouw maken!" Toen de koning die woorden
hoorde, betrok zijn gezicht. "Ja," zei hij, ik kan me best indenken, dat je
het meisje lief hebt gekregen, maar een prins kan geen gewoon meisje
trouwen, die moet eene prinses hebben...."--"Dat ben ik juist!" zei nu de
prinses met een zacht stemmetje. "Sakkerloot! als dat zoo is!" riep de

koning.
Toen vertelde de prinses haar eigen geschiedenis, en die geschiedenis
vond de prins nog de allermooiste vertelling. Natuurlijk wou de prins
de prinses zelf naar de oude sprookjesfee terugbrengen. De oude, zei de
prins; want hij hield maar vol, dat zijne prinses eene nieuwe, jonge
sprookjesfee was. Wat de oude sprookjesfee schik had, toen ze den
zieken prins zoo gezond en gelukkig voor zich zag! Hoe hare oogen
schitterden, toen ze hoorde, hoe mooi haar logeetje had weten te
vertellen! Van de sprookjesfee ging het nu naar 't ouderlijk paleis van
de prinses. De koning daar was wat blij, dat hij nu ook een' zoon kreeg.
Maar hoe gelukkig de prins was, toen hij 's avonds in het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 107
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.