staan; verder een salon (sala), met een bamboes ameublement en een piano, en meerdere slaapkamers, waarvan de mijne gemeubileerd is met een groote kleerkast, een flinke toilettafel en een breed bed, met springveeren matras. De binnenplaats (het patio) is achter deze vertrekken gelegen, en aan de overzijde daarvan is de keuken, (cocina) waarin zich alleen een groot, gemetseld fornuis bevindt en een soort van groote, poreuze vijzel, om water te filtreeren. Alle vertrekken zijn hoog van verdieping, hebben helder gewitte muren, en zijn meestal met tegels bevloerd. Frissche lucht is er in overvloed, daar de deuropeningen slechts voor twee derde worden gevuld door de kleine, niet meer dan manshooge deurtjes, eigenlijk slechts luiken, van hout of van gekleurd glas. Alleen de boogopening boven de deur der eetzaal is gevuld met sierlijk gekleurde glazen ruitjes.
Zeer ingenomen met mijn nieuwe woning, die mij keurig netjes en zindelijk scheen, begaf ik mij naar een restauratie, waar men, aan groote ronde tafels gezeten, van acht uur af een ontbijt of desayuno kon krijgen, van tien tot twaalf het tweede ontbijt of almuzzo, en van vijf tot zes het middagmaal, de comida. Vlugge kellners, gekleed in zwarten pantalon en wit of gekleurd hemd, droegen de schotels aan, en het menu was lang niet verwerpelijk; er was soep, verschillende visch- en vleeschspijzen, rijst en groente, versche en ingemaakte vruchten en confituren, guava, ananas, kokosnoten en zelfs goede kaas. Zeer eigenaardig vond ik sommige nationale gerechten, zooals bijv. de patas, een rago?t van kalfspooten met aardappelen, olijven en rozijnen, de ajiaco, een gerecht van gehakt ossen- of varkensvleesch, met bananen, kalebas en ma?s toebereid, de tasajo de Puerto-principe, een vleeschschotel met schijfjes aardappelen en citroen; de "gele rijst", vermengd met stukjes varkensvleesch, ham en mosselen, en eindelijk een zonderlinge vrucht, de aguacate, een soort langwerpige peer, van buiten groen of paarsachtig, en waarvan het vruchtvleesch, dat zacht en geel was als boter, naar hazelnoten smaakte. Bij den maaltijd werd bij voorkeur ijswater gedronken; ik week echter af van dien regel en bestelde een half fleschje zeer donkergekleurden wijn, Rioja Clarete.
De Obispo-straat, die goed is onderhouden en met asphalt geplaveid, wordt als een der mooiste straten van Havanna beschouwd. In elk geval zijn daar de fraaiste winkels, waar allerlei sierlijke voortbrengselen van fransche kunst en nijverheid liggen uitgestald, die in het tropische zonlicht goed tot hun recht komen. Andere drukke winkelstraten zijn die van San Rafael, Neptuno en Galiano; doch de magazijnen van den groothandel liggen aan de Ricla-straat, waar de dichte huizen en de afwezigheid van drukte een groot contrast vormen met het levendig verkeer in de hoofdstraten, waar veel buiten wordt uitgestald, en bovendien allerlei kooplieden u op karretjes hun waar aanbieden, of een halven bazar op den rug mededragen.
De eigenlijke markt, Plaza del Vapor genaamd, is een overdekte hal, waaromheen galerijen zijn gebouwd, en waar een verbazende drukte heerscht. Om slechts enkele te noemen van de merkwaardige producten, die hier werden te koop geboden: ik zag bij de afdeeling voor groenten o.a. meerdere soorten aardappelen, die bij ons niet bekend zijn; behalve de gewone (malangua) waren hier zoete (boniato), langwerpige (Yuca) en een kolossaal groote soort (name); verder de challote, een groote peulvrucht van vreemd gewrongen vorm, en de guimbombo, een zeer zure augurk met bijzonder spitse punten. Bij de vruchten vielen mij op: de groene of roode oranje-appelen, de mango's, de sapate, een soort van roodachtig grijze appel, die naar mispels smaakt, en vol zwarte pitten zit, de ca?mito, een andere, groote, paarse appelsoort, waarvan het vleesch vuurrood is en op vijgen gelijkt; de mamey, een kleine donkerroode, zoete meloen, die met gestampt ijs gebruikt wordt; de maranon, die op spaansche peper gelijkt, maar een zacht, wit vruchtvleesch heeft; de guanabana, in vorm gelijkend op een groote, donkergroene, stekelige aardbei, zeer verfrisschend en aangenaam van smaak; verder gele of groene ananassen; kleine pruimensoorten, manoncillos en hicacos; de guayaba, een kleine wrange citroen, die geconfijt wordt gebruikt, tamarinde, granaten, gele en roode bananen, kokosnoten en suikerriet.
Ook op de vischmarkt zag ik allerlei onbekende soorten, vooral van karpers en kabeljauwen; tong en tarbot worden hier niet veel gegeten. De afdeeling voor gevogelte was ook goed voorzien; ik stond verbaasd over die massa's levende kippen, eenden, duiven, kalkoenen en konijnen.
In de buurt van de markthal zag ik kooplieden, die te paard met hun gevogelte, of met suikerriet de stad ingingen, om daar hun waar van de hand te doen. Terwijl ik hier rustig rondwandelde, deed ik een ondervinding op, die mij er aan herinnerde, hoe ver ik van Parijs was; een paar straatjongens, die zich vermaakten over mijn hoogen hoed, begonnen mij met appelen te gooien en riepen, dat ik er een dynamietbom onder verborgen had. Ik moest mijn blijkbaar aanstootelijk hoofddeksel dus wel verwisselen voor een Panamahoed, die dan ook in het gebruik oneindig praktischer bleek.
Eene
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.