overtollige kleedingstukken, waarmede de geloovigen hun geliefkoosde heiligen opsieren. Ongelukkig dateert uit dien tijd de beschildering in kleuren en goud, die echter niet bij machte is, de zuivere lijnen der draperie te verstoren. Deze madonna is niet de moeder Gods, zij is de onbevlekte maagd, de zuivere roos. Geen kunstenaar had vóór Montanes deze symbolische voorstelling in beeld gebracht, en behalve Murillo heeft geen schilder de schoonheid ervan zoo treffend doen uitkomen. Behalve zijn madonna ziet men hier van Murillo de afbeeldingen van den heiligen Isidorus en den heiligen Leander in bisschopsgewaad, benevens meerdere medaillons en wandbeschilderingen. Een zijner schoonste werken, de onvergelijkelijke St. Antonius van Padua, geschilderd in 1649, bevindt zich in de kapel van het baptisterium. In de schemering der kapel dringt een zonnestraal, zóó schitterend, dat hij de duistere ruimte schijnt te verlichten. Dit licht, dat uit een hemel vol lachende engelen straalt, beschijnt een kind, dat reeds in zijn blik de verlossing der wereld schijnt aan te kondigen, en een monnik, die in geestvervoering de armen uitstrekt naar het goddelijk visioen. Een klooster verrijst op den achtergrond. Wij zullen trouwens nog andere Murillo's aanschouwen in het hospitaal de la Caridad, en ons daar beter rekenschap kunnen geven van zijn groote gaven, die hem in staat stellen, het bovennatuurlijke, den droom, de zinsverrukking in zoo innig verband te brengen met de eenvoudigste handelingen van het werkelijk leven.
Evenals de kathedraal van Toledo is die van Sevilla een verzamelplaats geworden, waar in den loop der eeuwen een bonte mengeling van meesterwerken en schatten van kunst zijn vergaard. Zoo het prachtige altaarstuk in de Capilla Mayor; in de kapel der Kelken het bewonderenswaardig beeld van den gekruisten Christus door Montanes, in de sacristie kostbare historische herinneringen, wierookvaten, altaarkleeden en priesterlijke sieraden van onschatbare waarde. Hier zijn ook de sleutels bewaard, volgens de overlevering den heiligen Ferdinand aangeboden bij de overgave der stad door de Mooren. De eene is in streng Oosterschen stijl gehouden; de andere draagt in sierlijke gothische letters het hoopvolle en geloovige inschrift: "God zal openen, de koning binnentreden". Een beker van rotskristal vindt men hier, waaruit de vorst heeft gedronken, een tryptichon, dat aan zijn zoon Alfonso den Wijze heeft toebehoord, zilveren en gouden kelken en een prachtig ge?llumineerd misboek, een geschenk van kardinaal Mendoza. Wanneer men de kathedraal weder binnentreedt, nog verblind door de pracht van al die kostbaarheden in nevengebouwen en zijkapellen, doet de rust der statige gewelven en het gedempte licht, dat door de beschilderde boogramen dringt, aangenaam aan. Een van die beschilderde vensters, die boven de poort de los Palos is geplaatst, vertoont een merkwaardige voorstelling. Onder een door zuilen gesteunden boog, ziet men het beeld van den heiligen Sebastiaan. Maar in plaats van dezen heilige volgens de traditioneele opvatting voor te stellen met een door pijlen doorboord lichaam, heeft men tot model niemand anders dan keizer Karel V gekozen, met het bekende kapje en de baret, den tot op de knie?n afhangenden mantel, het wambuis en de korte broek.
In de rechterhand houdt hij twee pijlen, en in de linker den palmtak der martelaren. De gelijkenis der gelaatstrekken, de vooruitstekende kin en het roode haar zijn zoo karakteristiek, dat het onmogelijk is, het portret van den keizer niet te herkennen. Er onder staan de letters A. y. V., 't geen beteekent: Arnao y Vergara. In 1535 begonnen, werd dit fraaie geschilderde venster, dat in de rekeningen der kathedraal wordt vermeld, hier eerst geplaatst in 1571. Thans is voor de oude kathedralen van Spanje, die zulk een veelbewogen verleden achter zich hebben, een tijdperk van volslagen rust aangebroken, waarin slechts groote verwoestingen of nationale rampen veranderingen brengen. In Augustus 1888 is een der geweldige pilaren van het ciborium ingestort en heeft het prachtige koorhek van brons en geciseleerd zilver verbrijzeld, een werk van Sanchez Nunos. Hij had daaraan gearbeid van 1570 tot 1581. Gelukkig is het hek der Capilla Mayor, dat ook van zijn hand afkomstig was, gespaard. De steenen van den pilaar hadden bij hun val een eenvoudige koperen plaat bedolven, waarop een beroemde naam was gegraveerd, die van Fernando Columbus. De zoon van den grooten admiraal lag hier begraven en eerst na het verlies van Cuba is de asch van zijn vader naar de kathedraal van Sevilla overgebracht. Treurig was het lot van den beroemden man, die niet eens mocht rusten in den bodem van de nieuwe wereld, die hij had ontdekt. Maar schoon zijn laatste wensch niet werd vervuld, Spanje heeft thans zijn stoffelijk overschot een plaats aangewezen, die de nagedachtenis van den grooten man waardig is. De schepper van het gedenkteeken op zijn graf, Nelida, heeft een machtig en oorspronkelijk werk tot stand gebracht, waarin rijkdom van kleur zich paart aan grootschheid van vorm. Vier kolossale figuren dragen trotsch op hun schouders de lijkkist van den held.
Castili? bekleedt de eereplaats,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.