Van Toledo naar Granada, deel 2 | Page 5

Jane Dieulafoy
met haar matte gelaatskleur, het donkere haar,
waarin vurige anjelieren gloeien of zilveren jasmijn blinkt, en wier
slanke gestalte zich drapeert in de bevallige plooien van geborduurde
krippen omhulsels, de mannen met hun vurigen oogopslag, en de
halfnaakte kinderen, welgevormd, als jeugdige godengestalten. Geen
enkel tragisch voorval of heldhaftige daad in Spanje's geschiedenis, of
Sevilla was erin betrokken.
Bij elken stap rijzen beelden uit het verleden voor ons op; kalifen,
overwinnaars, helden, heiligen, machtige vorsten, schilders,
beeldhouwers, pottebakkers, schrijvers, toonkunstenaars, vormen een
glorierijken optocht, en al deze mannen droegen bij tot het
vermeerderen van den roem der heerlijke stad. Een figuur in deze

groote schaar treedt vooral op den voorgrond, de heilige Ferdinand, die
de stad in 1248 aan de Mooren ontrukte, en voor wiens nagedachtenis
Sevilla de diepste vereering is blijven koesteren. Naar den heiligen
Ferdinand is het schoonste harer pleinen genoemd, dat zich, met
palmen beplant, uitstrekt vóór het Ayuntamiento, een zeer fraai
stadhuis, in renaissance-stijl gebouwd, en de geest van den heiligen
Ferdinand schijnt nog in de kathedraal te zweven, waar zijn stoffelijk
overschot rust. Zoodra de castiliaansche vorst de stad had veroverd,
wijdde hij aan den dienst van den God, dien hij vereerde, de gebouwen,
waarin de Mohammedanen hun godsdienstplechtigheden vierden.
De oude moskee Djouma werd het eerst vernietigd. Zij was in 1171
opnieuw herbouwd door den emir Yusuf ben Jacob, en voltooid door
zijn zoon Jacob ben Yusuf al Mansour, te gelijkertijd met de Giralda.
Van het oorspronkelijke bouwwerk is alleen deze beroemde toren, de
minaret der moskee, overgebleven, verder de deur der Vergiffenis,
waarboven een bas-relief prijkt van Miguel Fiorentino, de kapel van de
Granaat, en het klooster van Lagarto, zoo genoemd naar een krokodil,
die er aan het gewelf is opgehangen. Waaraan dit dier, welks
gehuichelde droefheid spreekwoordelijk is, de eer heeft te danken, de
geloovigen en bezoekers bij hun binnentreden in het gebouw te mogen
begroeten? Ondanks zijn leelijkheid is het monster niet meer of minder
dan een huwelijksgeschenk geweest, waaromtrent Zuniga in zijn
kroniek nadere bijzonderheden vermeldt.
In 1260, vertelt hij, onder de regeering van Alonzo X, vierde Sevilla
feest. Er werd een gezantschap verwacht van den Sultan van Egypte, 't
welk de opdracht had, voor den oudsten zoon van dien vorst de hand te
vragen van Dona Berengaria, de dochter van den christelijken koning.
Onder de vele kostbare geschenken, uit het Nijldal medegebracht, was
in de eerste plaats een prachtige krokodil, zooals men nog nooit in
Spanje had aanschouwd. Zuniga vermeldt niet, welken indruk deze
bevallige boodschapper maakte op het hart der jeugdige prinses, en
evenmin wat de uitslag der zending is geweest, maar wel zegt hij, dat
de krokodil na zijn dood werd opgezet, en onder het kloostergewelf
opgehangen, om de herinnering aan deze merkwaardige gebeurtenis bij
het volk levendig te houden. Ondanks zijn taaie huid kon het dier den

tand des tijds niet weerstaan. Daarop werd uit een boomstam een
houten krokodil gesneden, naar het model van zijn voorganger, en in
diens plaats in de kerk opgehangen. Zoo begon hij langzamerhand een
gewichtige plaats te bekleeden in het klooster, en in een rekening van
de kathedraal uit het jaar 1465 wordt een som genoemd, betaald aan
Juan Sanchez voor het schilderen van de krokodil, en van de muren van
het schip der kerk. Hoewel men de kathedraal van Sevilla binnentreedt
door de kapel van de Granaat, en zoodoende geen voldoende overzicht
krijgt van het grootsche oorspronkelijke plan, wordt men toch getroffen
door de ontzaglijke hoogte der bogen en het indrukwekkende gewelf. In
het klooster van Lagarto scheen de mensch nog zijn normale
verhoudingen te bewaren, maar hier is het, alsof hij inkrimpt, naast de
zware basis van zuilen, wier voetstuk tot ver boven zijn hoofd reikt. Als
een nietig wezen staat hij te midden van dit reusachtig werk van
menschenhanden, als verloren in de ontzaglijke ruimte, waarin behalve
op zon- en feestdagen ongestoorde doodsche stilte heerscht. Het flauwe
licht, dat binnendringt door de overigens zeer talrijke vensteropeningen,
draagt er nog toe bij, de geheimzinnigheid te verhoogen van dit
kerkgebouw, dat tegelijkertijd spreekt tot ziel en zinnen, verbeelding en
hart. Somtijds wekt de doffe klank van het openen en sluiten eener deur,
of de voorzichtige tred van een bewaker of koorknaap een galmende
echo, en daarna heerscht opnieuw dat plechtig en ernstig zwijgen. Het
schijnt bijna onmogelijk, dat buiten de lucht blauw is, de zon schijnt,
menschen elkander beminnen, dat kinderen lachen en spelen, en
bloemen en vruchten hun heerlijke geuren opzenden en kleuren ten
toon spreiden.
De kathedraal van Sevilla werd in den gothischen stijl gebouwd, die
strenger en eenvoudiger is dan de fransche gothiek uit dat tijdperk, en
waarin Juan Guas, Juan Colonia en Alfonso Rodrigues uitmuntten, toen
zij de kerken bouwden van San Juan de los Reyes in Toledo, de Cartuja
de Miraflores te Burgos, en de universiteit
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 26
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.