Van Orenburg naar Samarkand | Page 2

Not Available
dan ik gedacht had, maar daarentegen zeer zuur. Echter moet ik er bijvoegen dat de koumis, waarin deze dames handelden, misschien voor de helft met schapenmelk was aangelengd. Dat is dan ook de echte drank niet, waarvoor steeds paarden- of kameelenmelk wordt gebruikt.
Nabij den ingang van den bazar ziet men ter wederzijde eene lange dubbele reeks van kleine winkels, waarin handelaars in tabak, in messen, knoopen en allerlei huiselijke gereedschappen, hunne waren hebben uitgestald. Hier zijn gekleurde palen voor tenten te koop; ginds grafzerken, met schreeuwende kleuren beschilderd; nog verder verdringt zich eene kudde runderen of schapen, en om de dieren krioelen koopers, verkoopers en toeschouwers bont dooreen. Daar, verder op, ziet ge ontzaglijke hoopen wol:--de koopman is bezig, de natte wol uit te zoeken en van de droge af te zonderen; dan, nogmaals schapen, koeien, paarden; dan weer Russen en Kirghisen, die graan en meel afwegen: de Rus biedt zijne waar te koop aan, de Kirghise voorziet zich van den noodigen voorraad, om dien straks op zijne kameelen te laden, en met zijne korenzakken naar zijne vilten tent of kibitka terugtekeeren, misschien meer dan honderd mijlen ver in de steppen.
Tijdens mijn verblijf te Orenburg kwam ik in aanraking met een gewichtig personage: een gezant van den emir van Bokhara, die namens zijn meester over den vrede kwam onderhandelen. Zijn gevolg was zeer gering: gelukkig trouwens, want zijne hoogheid de emir had hem geen penning voor de reis gegeven. Hij zou dan ook van honger zijn omgekomen, indien het russische gouvernement hem geene tegemoetkoming van acht roebels per dag, dat is ongeveer zestien gulden, had toegelegd. Zijne excellentie leefde nu zeer zuinigjes, en verteerde voor zich en zijn gevolg niet meer dan twee roebels per dag: hetgeen hem eene zuivere winst opleverde van zes roebels in een etmaal. Ik moet echter daarbij voegen, dat het gezantschap voor rekening van de russische regeering gehuisvest was, en dat de heeren diplomaten zeer sober leefden van plove (pilau) en thee. Na een verblijf van twee-en-een-halve maand te Orenburg, kon de gezant van den emir over eene tamelijk welgevulde beurs beschikken, en begon hij zichzelf geschenken te geven: tshapans, een horloge, een speeldoos en andere zeldzame gewrochten der westersche beschaving.
Voor mijn vertrek schafte ik mij een tarantasse aan, een soort van zeer eigenaardige calèche: het rijtuig heeft de gedaante van een korf of wieg, en is ook evenzoo luchtig gevlochten. De Orenburgers gebruiken de tarantasse voor toertjes door de stad en den omtrek; maar waarschijnlijk was ik wel de eerste, die met dit brooze rijtuig een tocht ging ondernemen van twee duizend wersten over meestal onbegaanbare wegen. Nadat ik mijn mand had volgepakt met alle voorwerpen, die een kunstminnend toerist onmisbaar zijn--papier, portefeuilles, draagstoel, parasol, instrumenten--bemerkte ik dat er voor mij zelf nog maar een zeer klein plaatsje in de tarantasse overschoot. Toch, hoe bekrompen en ongemakkelijk ook gezeten, verliet ik Orenburg in mijn licht rijtuigje, en sloeg den weg in naar Centraal-Azi?.
De tocht van Orenburg naar Tasjkend is eene ware marteling! Toch is de weg goed (nu en dan zandig) en tamelijk gelijk. Maar er komt geen einde aan de haspelarijen, plagerijen en moeilijkheden van allerlei aard, die u telkens uw geduld doen verliezen. Bij iedere halt is het eene nieuwe ruzie met den chef van het station; onderweg ligt ge voortdurend overhoop met de iamtshiks of postillons; aan paarden, wagen en tuig is steeds iets defect, dat gedurig herstelling vordert. In één woord, de geheele dienst is ellendig.
Van Orenburg tot Orsk is de weg goed; ook zijn hier de stations goed ingericht. De dorpen en vlekken, die ge op uw weg ontmoet, worden half door Kozakken, half door Tartaren bewoond: goede, brave lieden, met wie de reiziger gaarne te doen heeft, en die hem bereidwillig dienst bewijzen. Van de Kirghisen kan ik dit niet getuigen.
Orsk is niet eene dier steden, die reeds op het eerste gezicht een aangenamen indruk maken. Men ziet er niets dan lage, half ingestorte huizen. Zij ligt aan de samenvloeiing van de rivieren de Oeral en de Or, de eerste van het noorden, de andere van het zuiden komende. Evenals aan de andere stations, bestaat er wel eenige kans dat gij een samovar, theeketel of bouilloir, en meer of minder drinkbaar water krijgen kunt,--en dan nog! Maar wat ge in de eerste plaats noodig hebt: paarden,--daar ontbreekt het aan.
Gij komt aan het station: er is niemand. Gij roept: er verschijnt niemand. Gij roept nog eens en luider: geen antwoord. Wat te doen? Wachten. Zoo wacht ge dan. Eindelijk verschijnt, ge weet niet vanwaar, een Kirghise. Natuurlijk vraagt hij u, wat gij verlangt?
"Wat ik verlang? Paarden, natuurlijk!
"Paarden? Er zijn hier geen paarden."
Dat is het onvermijdelijke antwoord. Echter laat ge u niet zoo afschepen.
"Maar wanneer kan ik ze dan krijgen?
"Morgen."
"Morgen! Dat ziet er mooi uit!"
Toch is dat gebrek aan paarden
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 39
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.