Tolstois leven | Page 6

Pavel Ivanovich Biroekoff
levensgeluk en een blijde rust heeft
geschonken, in afwachting van den naderenden dood.
Om niet in herhalingen te vervallen, herlas ik eens wat ik vroeger onder
den titel Kinderjaren had uitgegeven en betreur het nu, dat dit boek ooit
het licht zag, zoo slecht en, van een letterkundig standpunt, onwaardig
als het geschreven is. Dat kon ook niet anders. Ten eerste, omdat het
niet de geschiedenis bevat van mijn eigen jeugd maar die mijner
vrienden uit dien tijd, en ten tweede, omdat ik toen nog lang niet
zelfstandig was in het vormen van mijn uitdrukkingen en sterk onder
den invloed stond van de twee schrijvers Sterne (Sentimental Journey)
en Töpfer (Bibliothèque de mon Oncle). Hoofdzakelijk zijn het de twee
laatste deelen, die mij nu niet meer bevallen. Behalve een verward
mengsel van waarheid en fantasie, is het tevens een onwaar boek,
waarin ik iets voorstel als gewichtig en goed, dat ik in dien tijd noch
goed, noch gewichtig vond, n.l. mijne democratische richting. Ik hoop,
dat wat ik nu ga schrijven beter en hoofdzakelijk nuttiger voor anderen
zal zijn. [4]

EERSTE DEEL.
EERSTE HOOFDSTUK.
DE VOOROUDERS VAN LEO TOLSTOI VAN VADERSZIJDE. [5]
De graven van Tolstoi zijn van een oud adellijk geslacht, dat volgens
de genealogen afstamt van den heiligen Indriss, die in 1353 met twee

zonen en een leger van 3000 man naar Tschernigoff trok. Hij liet zich
doopen, ontving den naam Leontii en werd de stamvader van eenige
adellijke families. Zijn achterkleinzoon, Andrei Charjitonowitsch,
verhuisde van Tschernigoff naar Moskou, ontving van grootvorst
Wassilii Tjenni den achternaam Tolstoi, en was de stamvader van de
Tolstoi's. (Volgens den graaflijken stamboom van het geslacht Tolstoi
is Leo Nikolajewitsch een nakomeling van Indriss in den tweeden
graad). [6]
Een van zijn nakomelingen, Peter Andrejewitsch Tolstoi, diende in
1683 als Stolnik (een hoveling die het oppertoezicht heeft over de tafel,
enz.) aan het hof en was één van de hoofdleiders van den opstand der
Strelitzen. De val van de Tsarina Sophie dwong Tolstoi zijn bakens te
verzetten en naar de partij van Tsaar Peter over te gaan. Deze hield hem
echter steeds op een afstand en het duurde een langen tijd voor dat
Peter Andrejewitsch het vertrouwen van den Tsaar mocht winnen.
Daarvan vertelt men het volgende.
Eens, bij een woest drinkgelag, behaagde het den Tsaar Tolstoi zijn
grooten pruik van het hoofd te rukken. Hij sloeg hem er mee op den
kalen schedel en sprak: "Hoofdje, hoofdje, als jij niet zoo verstandig
waart, dan had men je reeds lang van den romp gescheiden."
Zelfs de groote militaire verdiensten van Tolstoi, in den tweeden strijd
om Azoff, konden het wantrouwen van den Tsaar niet overwinnen.
In 1697 zond Tsaar Peter eenige vrijwilligers naar het buitenland in de
leer. Tolstoi, toen reeds een man van rijperen leeftijd, bood aan er heen
te gaan, ter bestudeering van het zeewezen. Tevens stelde hij zich
volkomen op de hoogte van de West-Europeesche cultuur. In 't eind
van 1701 werd Tolstoi benoemd tot gezant te Constantinopel, een
gewichtige maar moeilijke post. Ten tijde van de verwikkelingen van
1710-1713 zat hij tweemaal op het "slot met de zeven torens" gevangen.
Daarom voeren de graven Tolstoi een wapen waarop dit slot is
afgebeeld.
In 1717 bewees Tolstoi den Tsaar een grooten dienst, waardoor hij voor

goed bij dezen in de gunst kwam.
Op korten afstand van Napels, waarheen Tolstoi was gezonden, ligt het
kasteel Sint-Elmo. Daar hield zich in dien tijd de Tsarewitsch Alexei
met zijne vriendin Eufrosyne verborgen. Met behulp van die vrouw
gelukte het Tolstoi, door ruwe bedreigingen en valsche beloften, den
Tsarewitsch te bewegen naar Rusland terug te keeren. Zijn werkzaam
aandeel in het gerechtelijk onderzoek, de zittingen van de geheime
rechtbank en de, op bevel van den Tsaar, heimelijke voltrekking van
het doodvonnis (met medewerking van Roemjantseff, Oeschakoff en
Boetoerlin) bezorgden hem eene belooning. Hij kreeg eenige
landgoederen ten geschenke en werd benoemd tot chef van de geheime
kanselarij, waar juist zeer veel te doen viel wegens oproer en gisting
onder 't volk, veroorzaakt door den dood van den Tsarewitsch Alexei.
Tolstoi was in dien tijd een van de personen die zich steeds in de
onmiddellijke nabijheid van den Tsaar bevonden, en die het meest door
hem werden vertrouwd.
Door de zaak met den Tsarewitsch kwam hij ook in nauwere aanraking
met Keizerin Catharina. In vereeniging met Menschikoff werkte hij
krachtig mede aan hare troonsbestijging, waarvoor hij op den
kroningsdag beloond werd met den titel van graaf, en naderhand veel
gunsten bleef genieten. Onder de regeering van Peter II, een' zoon van
den vermoorden Tsarewitsch, was zijn val echter onvermijdelijk.
Zonder dat er met zijn hoogen leeftijd rekening werd gehouden (82
jaar), werd Peter Tolstoi in het Solowetski-klooster gevangen gezet,
waar hij niet lang daarna, in 1729, overleed.
Er bestaat nog een dagboek met aanteekeningen van Tolstoi's
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 163
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.