Suez | Page 8

Not Available
Juli 1838 het fransche consulaat te Rotterdam. Reeds een jaar later echter vertrok hij als vertegenwoordiger van den franschen handelsstand naar Malaga, waar hij bijzondere studie maakte van den toestand der spaansche partijen, zoodat hij in de gelegenheid was daaromtrent te Parijs menigen nuttigen wenk te geven. Toen Cataloni? het middenpunt der oppositie begon te worden, werd hij naar Barcelona verplaatst. In Mei 1842 kwam hij aldaar aan. In November volgde het bombardement, dat de in opstand geraakte stad weder tot onderwerping moest brengen; gedurende die gebeurtenissen bevond de Lesseps zich in een moeielijken toestand als agent eener mogendheid, wier vijandige gezindheid jegens Espartero geen geheim was. Hij nam zulke goede maatregelen voor de veiligheid en de belangen zijner landgenooten, verleende aan zoo vele Spanjaarden, wier leven gevaar liep, eene schuilplaats op de fransche oorlogsschepen, en deed zulke met goed gevolg bekroonde stappen om den toorn des overwinnaars van Barcelona af te wenden, dat hij in deze treurige dagen eene zeer belangrijke en zeer schoone rol speelde. Vele mogendheden beloonden hem met onderscheidingen. Lodewijk Philips had hem het legioen van eer geschonken; de Koningen van Nederland, Sardini?, Napels en Zweden zonden hem ridderorden; andere mogendheden bedankten hem langs diplomatieken weg voor den bijstand, dien hij aan hare onderdanen verleend had; en eene der eerste handelingen van Koningin Isabella, na hare aanvaarding der regeering, was zijne benoeming tot kommandeur eerste klasse der orde van Karel?III. De kamer van koophandel te Marseille zond hem een zeer vleiend adres, de Franschen te Barcelona lieten eene medaille te zijner eere slaan, en de kamer van koophandel aldaar plaatste zijn borstbeeld in hare vergaderzaal.
Als consul-generaal van Frankrijk, bleef de Lesseps tot aan de Februari-revolutie te Barcelona vertoeven. De voorloopige regeering ontbood hem per telegraaf naar Parijs, om verslag te doen aangaande den toestand van Spanje. Vervolgens werd hij als fransch gezant naar Madrid gezonden, alwaar hij een postverdrag sloot, waarbij de briefporten aanzienlijk verminderd werden. Versierd met het grootkruis van Isabella la Catolica, verliet hij den 10den Februari 1849 de spaansche hoofdstad, alwaar hij door prins Napoleon Joseph Bonaparte vervangen werd. Men had de ambassade te Bern voor hem bestemd, doch tengevolge van de voorgenomen expeditie der Franschen naar Rome werd hem een andere werkkring aangewezen. Hij werd namelijk belast met eene zending aan het romeinsche driemanschap, die schijnbaar in een verzoenenden geest moest zijn; doch de val der romeinsche republiek was onherroepelijk besloten, en de onderhandelingen, waarmede hij belast werd, moesten slechts dienen om tegenover de fransche nationale vergadering den schijn te bewaren. Hij was niet in het geheim genomen, en handelde dus met het eerlijke doel, om zonder bloedvergieten eene goede verstandhouding tusschen de fransche en de romeinsche republiek tot stand te brengen. Men liet hem maar begaan, totdat generaal Oudinot de noodige versterking ontvangen had, waarop de Lesseps werd teruggeroepen. Toen hij vernam hoe zeer hij bedrogen was geworden, vroeg hij zijn pensioen, en rechtvaardigde zijn gedrag in eene memorie aan den raad van state. Sinds dat oogenblik heeft hij zich uitsluitend bezig gehouden met de verwezenlijking van zijn geliefkoosd plan: de doorgraving der landengte van Suez.

III
Suez en het kanaal.
Suez was twintig jaren geleden slechts een ellendig stadje, eigenlijk niet meer dan een dorp. Heden ten dage gelijkt het meer op eene stad, welke van jaar tot jaar in grootte en bloei toeneemt. De Peninsular en de Engelsch-Indische compagnie hebben daar hare kantoren, en tweemaal per maand komen daar de pakketbooten uit Indi? en Australi? aan. De compagnie _des messageries impériales de France_ organiseert ook eene maildienst, en laat aan de zeekust dokken bouwen, welke door een spoorweg met de stad zullen verbonden worden.
De vroeger zoo onbeduidende haven neemt tegenwoordig elken dag in belangrijkheid toe; het is een vreemd en tevens verblijdend gezicht, al die verschillende booten, barken en groote schepen over de Roode zee de golf van Suez te zien naderen. Oorlogs- en koopvaardijschepen zijn, zelfs op 3000 ellen van de kust, in volkomen zekerheid. Visschersbooten en kustvaarders der Roode zee, welke nog geheel den bouw en het voorkomen der oude galeien hebben, vertoonen hunne zonderlinge vormen nevens die der hedendaagsche schepen en stoombooten. De haven wordt ten westen en ten oosten begrensd door de aziatische en afrikaansche bergketenen. De schoonheid van het klimaat de prachtige kleuren van lucht en zee, de handelsbeweging en de verscheidenheid der kleederdrachten, dit alles werkt samen, om aan de stad en de haven een belangwekkend voorkomen te geven. De nauwe gangen en de armoedige hutten verdwijnen gaandeweg en maken plaats voor nette huizen, goed ingerichte hotels en aanzienlijke woningen. Alles duidt aan dat Suez eene belangrijke toekomst te gemoet gaat: en inderdaad kan men zeggen dat er aan den ingang der woestijn eene nieuwe stad wordt gebouwd, welke niet alleen twee werelddeelen aaneensluiten, maar ook verschillende volkeren, door verschillende belangen gedreven, aan elkander verbinden zal.
Eén
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 29
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.