Specialiteiten | Page 4

Multatuli
En ... de methode is gemakkelyker. Even als in de wiskunde met formules, wint men een meestal lastige en daarom eens-vooral als geldig aangenomen redeneering uit. Maar--niet als in de wiskunde--voelt men soms behoefte aan formules--zegge: frazen--om, onder valsch voorgeven van overbodigheid, de aandacht van 'n onjuiste redeneering afteleiden.
Op de vraag: "is die benoeming goed, nuttig, oorbaar, rechtvaardig?" stelle men zich niet tevreden met 'n Engelschen deun, en zelfs niet met 'n Hollandschen. De hoorder of lezer heeft recht op aantooning der gronden waarop de tevredenheid met zulke aanstelling berust. De verzekering: "A, B, C, is de rechte man op de rechte plaats" is geen betoog. Het is 'n uitspraak die--om iets waard te zyn--betoog noodig heeft.
Dat nu de velen die klank voor zin nemen, uit traagheid met zulke klanken tevreden zyn, heldert nog geenszins op, waarom juist het hier behandeld Engelsch gezegde zooveel onverdiend fortuin maakte. Er moet nog 'n andere oorzaak wezen, die 't arme trompetterskind verhief tot 'n druk bereden stokpaard van krantenschryvers, en tot motto van dit opstel. Een ongewone eer, waarlyk! Want inderdaad, het is na den val der Fransche journalistiek--ieder zal toch nu wel erkennen, dat het ongelukkig Frankrijk aan frazen bezweken is!--'t is na de schipbreuk der couranten-wysheid zoo gemakkelyk niet 'n redakteur bytestaan in het telle-quelle vertoonbaar maken van 'n hoofdartikel! De "deun" die thans nog altyd, na 't bloedig mene tekel aan de wanden der redaktie-bureaux, moed, lust en kracht levert tot het voorzetten van de ongezonde feestmalen waarop "Publiek" genoodigd wordt door de Belsasars van de pers, moet machtige beschermers hebben ... verdedigers van 't nobel gehalte dier Padangsche vriendin.
En ... de eer der plaatsing boven 'n stuk van my! Van my, die 't zelfs versmaden zou my op GOeTHE te beroepen ter illustreering van de waarheid dat twee meer is dan een, al zy 't dan dat die bekwame faiseur in z'n meer geprezen dan gelezen werken ontelbare zinsneden levert, waarin waarheden van dergelyk gehalte triumfantelyk worden verkondigd. Van my die m'n weerbarstig gemoed niet kan buigen tot 'n eerbiedig: "hoe koud vandaag ... gelyk de groote dichtervorst zoo wel gezegd heeft" of: "kiespyn is onaangenaam ... om de kernachtige uitdrukking van een onzer meest onsterfelyke redenaars te bezigen." Waarlyk er behoort iets toe, om--als right motto on the right place--boven 'n stuk van MULTATULI te staan ...
Daar begin ik waarachtig zelf te trompetten!
Het kind dat ik uitkleeden en begraven wilde, heeft zich van my meester gemaakt.
Er moet iets achter steken. Die kracht ...
Ik zal 't u zeggen. Om nu over andere oorzaken van meer ondergeschikten aard niet te spreken: 't onnoozel wicht heeft z'n taaie levensvatbaarheid te danken aan ons wanbegrip over SPECIALITEITEN.
Ook dat trompetterskind--van Hollandschen oorsprong ditmaal, of nagenoeg--behoort uitgekleed en ten grave geleid te worden. Als we daarin slagen, zullen we later wat minder last hebben van z'n schreeuwerig kameraadje.
* * * * *
Het is 'n onbetwistbare waarheid dat SOKRATES eenmaal den jongen ALCIBIADES 'n duchtig lesje heeft gegeven over z'n onbescheidenheid.
Onbetwistbare waarheden zyn de zoodanigen, die eens ergens als 'n los vertellinkje geboekt werden, en later--liefst in 't Grieksch of Latyn--'n deun geworden zijn, waarbij men classiquement heel fatsoenlyk zweren mag.
--Ik geloof er niets van ... zegt nu-en-dan de waarheidzoeker.
Maar hy vergist zich. Want:
't Is het kind van 'n Griekschen trompetter, roept de hartelijke vriend van buitenlandsche waarheid.
En we buigen 't hoofd voor die deftige afkomst.
't Is dus wel degelyk waar, dat ALCIBIADES door SOKRATES allerjammerlykst werd doodgeslagen met 'n bar: "m'n beste jongen, je ziet wel dat jy niet de rechte man op de rechte plaats zoudt zyn voor die betrekking."
Ik heb nu, om SOKRATES te binden aan de ekonomie van m'n prachtig motto--dat wel wat mank gaat aan tautologie[1]--den man iets gebrekkiger doen preken, dan naar we hopen z'n gewoonte was. De vraag is niet of SOKRATES zich beter uitdrukte dan onze hoofdartikelschryvers. De vraag is, wat er ontbrak aan de specialiteit van ALCIBIADES, om hem zoo'n Engelsche behandeling op den hals te halen!
De goeie jongen wou magistraat zijn, en SOKRATES--misschien opgestookt door de Jezuiten, maar PLUTARCHUS verzwygt dit voorzichtig--SOKRATES wilde hem nog wat op-school houden, 't Was nog zoo heel lang niet geleden, dat de kwajongen de straat van Athene met z'n lichaam plaveide. En dan dat schandaal met dien hond!
Ik trek geen party voor ALCIBIADES. Maar ... ik protesteer tegen de wijze waarop de ander hem z'n onbevoegdheid, zyn gebrek aan specialiteit, voor de voeten wierp.
--Jy magistraat ... Jy? Komaan, zeg my eens, hoe hoog is het budjet van den Staat?
Daar stond onze pretmaker. Hy had getold, gesold, gedold, gerold, geknikkerd, geknibbeld en gebikkeld, buren geplaagd, nachtwachts dol gemaakt ...
En ook by SOKRATES kollegie gehouden, dat is waar. Maar ... wat helpt dit, als men na dit alles nog niet weet hoe groot de inkomsten van den Staat zyn?
Gebrek aan specialiteit!
Ik
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 68
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.