Mingrelië; en bijgestaan door de Imerethiërs, de Abkhasen en de
Tsjerkessen, viel hij onverwachts in Goerië, plunderde en verbrandde
wat hij vond, en maakte zich meester van Oezoergheti, de residentie
van den vorst. Deze, dus onvoorziens overvallen, moest met de
inwoners haastig de wijk nemen naar Atsji, een dorp, dat boven op een
hoogen, steilen heuvel is gelegen, naast een klooster. Van daar tastte hij
met zijn dappere krijgers den vijand aan en behaalde eene volkomen
overwinning. De Dadian en de voornaamste hoofden der bondgenooten
werden gevangen genomen en de wapenen der verwonnelingen als
zegeteekenen in de kerk van Atsji opgehangen, waar de Goeriël het
verhaal zijner schitterende overwinning met eigen hand op schrift
stelde: welk dokument nog altijd bewaard wordt.
Even als in de andere gewesten van het oude Georgië, is ook in Goerië
het feodale stelsel door de russische regeering afgeschaft; de
slavenhandel echter, die vroeger een voorname bron van rijkdom voor
het land was, leeft nog in stilte voort, in spijt van de edikten en strenge
verbodsbepalingen van den Tsaar. De nabijheid van de turksche grens
werkt natuurlijk mede, om dit bedrijf in stand te houden. Bij de
nadering van vreemdelingen, gaan de kinderen dan ook meestal
instinktmatig op de vlucht; maar somwijlen laten zij zich door
geschenken verlokken, en dan worden zij naar den vreemde
weggevoerd en zien nooit hun land of hunne maagschap weder; zij
vergeten na verloop van eenigen tijd hunne godsdienst en zelfs hunne
moedertaal. Het gebeurt echter meermalen, dat zij in het vreemde land
fortuin maken. Mahmoed-pâsja, die onder de regeering van
Abdoel-Aziz de waardigheid van groot-vezier bekleedde, was
geboortig van Oezoergheti. Als kind werd hij aan zijne ouders, die
landbouwers waren en den familienaam van Anteledzé voerden,
ontroofd en naar Turkije gebracht, waar hij tot de hoogste
waardigheden opklom.--In Goerië zelf is diefstal van paarden een van
de meest voorkomende misdrijven, waarmede de russische rechtbanken
zich hebben bezig te houden. Zulk een diefstal wordt zonder eenige
aarzeling op klaarlichten dag gepleegd; ik meen reeds vroeger gezegd
te hebben, dat de publieke opinie in zulk een roof niets schandelijks of
onteerends ziet. Daarentegen wordt het wegnemen van wat het ook zij,
binnen de muren eener woning, als eene lage en eerlooze daad
beschouwd.
Hoewel de Goeriërs geruimen tijd het juk van den Islam hebben moeten
dragen, zijn zij toch onveranderlijk aan het Christendom trouw
gebleven; naarmate hunne kerken werden geschonden en verwoest,
werden zij niet moede, ze weder te herstellen en op te bouwen. Dit was
met name het geval met de kapel van Ecadia, tegenover Oezoergheti,
op een heuvel gelegen, die een der uitloopers is van de bergketen,
welke Goerië van Turkije scheidt. Ge kunt u haast niets
schilderachtigers denken dan die kleine kapel, oprijzende uit de
weelderige bosschages, waarmede de heuvel is bekleed. Wilt ge haar
bezoeken, dan is het u nuttig, eenigszins ervaren te zijn in de
gymnastiek. Vooreerst moet ge de rivier de Bzoedsja oversteken over
eene brug van de meest eenvoudige samenstelling, bestaande uit een
lange lat van ongeveer een voet breed en waarvan de vrij sterke
helling--de beide oevers verschillen aanmerkelijk in hoogte--nog
gevaarlijker wordt door het slingeren der plank en de onstuimigheid
van den stroom, die schuimend en brullend onder de zwevende brug
heenschiet. Zijt ge zonder ongeval aan de overzijde gekomen,--wee u,
zoo gij aan duizeling onderhevig zijt!--dan moet ge langs het
halsbrekende pad naar boven klauteren, dat de voeten der geloovigen in
de rots hebben uitgehold, en dat naar het heiligdom voert.
De onlangs geheel herbouwde kapel staat op een kerkhof, waar nog
voortdurend begraven wordt en is omgeven door een muur, die aan een
vestingwal denken doet. Een trap van zes-en-dertig treden, die door den
tijd versleten en afgebrokkeld zijn, voert naar den doodenakker. Boven
gekomen, wacht u tot loon voor uwe moeite een allerprachtigst uitzicht.
Ik heb het reeds meermalen gezegd en moet het nog eens herhalen:
Tyrol, Zwitserland en Italië hebben geen panorama's, die in
grootschheid en majesteit met deze kaukasische landschappen kunnen
wedijveren, veel minder ze overtreffen. En hoe aangrijpend is hier de
tegenstelling tusschen het trotsche bergenpanorama en den stillen,
weemoedigen eenvoud van dit liefelijke Campo-Santo, waar de graven
als het ware wegschuilen onder een tapeet van veelkleurige bloemen!
Opzienbarende graftomben, luidruchtige monumenten moet ge hier niet
zoeken: hier geen kermis der ijdelheid, als op zoo menige
mode-begraafplaats. Dit volk, zoo eenvoudig in zijne levenswijze, weet
niets van den tooi der graven: een houten kruis en een zerk, ziedaar
voor hen de eenige tombe. De kerk van Ecadia, dus genoemd naar het
naburig dorp, heeft tegenwoordig zelve slechts een houten toren, in
plaats van den steenen, dien zij vroeger bezat. Wie in dit land
architektonische monumenten zoekt, kan die vinden onder de oude
kloosters.
En dan noem ik in de eerste plaats het klooster Djamati, op vijftien
wersten afstands van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.