Sagen van den Rijn | Page 4

Wilhelm Ruland
met welbehagen aanbood. Nog onrustiger bracht hij den volgenden nacht door, verwenschte herhaaldelijk dezen boosaardigen drank en verzocht den waard den derden dag dringend om een rustdag. Deze echter wees hem droog op de afgeslotene overeenkomst en bood hem dienstvaardig met vele vrome wenschen het derde halve honderd glazen van den kristalhelderen wijn aan. De duivel sloop geknakt weg en dacht met een rilling aan den volgenden nacht. Toen hij den vierden middag gelijk een schaduw aan de bron kwam, scheen hij werkelijk door alle ziekten der menschheid aangetast te zijn. Maar de waard bleef onverbiddelijk en wilde van een overeenkomst niets weten. Boetende voor alle begane zonden dronk Belsebub de overeengekomene hoeveelheid op.
Den volgenden nacht gebeurde het, dat de verschillende mannetjes en vrouwtjes, die in Wiesbaden de drinkkuur deden, door een helsch lawaai in hun rustigen slaap gestoord werden. Met een zondigen vloek vloog iemand op en nam dan, met een gruwelijke verwensching over den vervloekten helschen Wiesbadener drank, de vlucht.
"In Wiesbaden kom ik nooit weer terug!" waren zijn laatste hoorbare woorden.
Den volgenden morgen mompelden de badgasten onder elkaar, dat de nachtelijke rustverstoorder niemand anders dan de duivel in eigen persoon geweest was, en zij vroegen den waard aan de warme bron, die van alles op de hoogte was, naar dezen wonderlijken gast. Deze echter haalde slechts de schouders op over de groote domheid van den duivel.

Worms.
De Nibelungen.
De oudste der steden aan den Rijn in Voorromeinschen tijd gebouwd, mag met rechttrotsch zijn op haar Domkerk, die een der merkwaardigste Romeinsche bouwwerken van Duitschland is en dikwijls door Frankische en Duitsche vorsten tot residentie verkozen werd. Daar Worms, gedurende de groote volksverhuizing de verblijfplaats van den oppersten krijgsheer der Bourgondi?rs was, hebben de schoonste heldensagen, welke er bestaan, al daar het licht gezien.
Roemrijk hebben de koningen van dezen Oost-Germaanschen volksstam, komende van de Weichsel, aan de oevers van den midden-Rijn geregeerd, totdat de oorlogzucht der Hunnen en de begeerigheid der Romeinen het op "komende rijk weder te gronde gericht hebben"
Koning Gundikar was met een groot deel van zijn strijders op het slagveld gevallen. De rest van de overwonnenen werd door de Romeinen een woonplaats aangewezen in Zuid-Galli?. terwijl de Franken zich op de thans door de Bourgondi?rs verlaten plaatsen aan den Rijn verstigden. Hoewel de Bourgondische koningen nauwelijks anderhalve eeuw aan de Main en midden-Rijn geregeerd hebben, zoo toch heeft de herinnering aan hen in de harten der Rijnfrankische volkeren zoo voortgeleefd, dat hun tragisch uiteinde in de wereldliteratuur als de meest merkwaardige sagen-po?zie is blijven bestaan.
In dien tusschentijd zijn andere, ook op de bodem van Worms ontsproten, sagen in de herinnering van het volk levendig gebleven, die edele deugden van mannen en vrouwen met onomkoopbare trouw schilderden. Een dergelijk verhaal is het duizendjaar oude Waltharilied, bezingende den onverschrokken Heer Walter van Aquitanie, die met Hildegonde van koning Attila's hof terugkeert en onderweg in't Wasgenwald door den koning der Franken Gunthari en zijn strijders overvallen wordt, die hij na een heeten strijd terugslaat, waarna hij met roem overladen, als held in zijn geboorteland terugkeert. Tot de meest populaire sagen behooren die, waarin die heldenfiguur van Siegfried gevlochten is. Was deze Siegfried, de Sigurd van de oude bewoners van het Noorden (van wiens jeugdige heldendaden dit sagenboek reeds op een andere plaats spreekt) een mythische figuur--een lichtende held aller wereldgodsdiensten, die door de machten der duisternis overwonnen werd--of slechts een blonde sprookjesheid of wel een geschiedkundige persoonlijkheid? Laten wij deze vraag den geleerden ter beantwoording. Voor ons is en blijft hij de lievelingsfiguur van de Duitsche heldensage.
Bij elke gelegenheid, dat de ridders van den Rijn genoodzaakt waren naar de wapens te grijpen en zich te verdedigen tegen de mannen van het Oosten, was Siegfried hun aanvoerder Zoo zien we zijn roem vermeld in het oude verhaal van den ridder Dietleib, waarvan de sage zegt, dat hij heenging om zijn vader Biterolf te zoeken. Eveneens wordt hij verheerlijkt in het lied van den Wormser Rozentuin, ofschoon de Opperduitsche auteur door ijverzucht gedreven, den strijders van den Rijn in hun twaalf gevechten van man tegen man met de Gotisch-Hunsche helden, den overwinnaars roem wilde betwisten.
In verschillende overleveringen en vervormingen heeft de geschiedenis van de Bourgondische koningen Gunther, Gernod en Giselher, die tevens de laatste lotgevallen van Siegfried in zich sluit, door rondtrekkende zangers den weg gevonden tot de Neder- en Opperduitsche stammen, zelfs tot in 't Donaudal, waarbij hun oorspronkelijk heidensch karakter geleidelijk verdwenen is.
Doordat een onbekende liederzanger, wiens naam men wel nooit zal te weten komen, aan het einde van het 12e jaarhonderd de sage uitvoerig in een lied omzette, is zij als een kostbaar overblijfsel van Germaansche epiek bewaard gebleven. Een rilling gaat ons thans nog, evenals vroeger onze voorvaderen door de leden, als zij ons vertelt van de hevige teugellooze hartstocht van haar mannen en vrouwen en de schokkende aaneenschakeling
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 58
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.