Reize naar Surinamen | Page 6

John Gabriel Stedman

een wimpel, en gewapend met tien tot zestien stukken geschut. Wy
gingen den zelfden dag des namiddags aan boord van deeze Schepen;
en geduurende onze inscheeping, wierden wy door een algemeen salvo
begroet; waar na de krygsoeffeningen verrigt wierden, even als op een
oorlogsvloot.
Schoon ingescheept zynde, vertrokken wy egter niet oogenblikkelyk.
Wy wierden eenige dagen door den wind op de reede van Texel
opgehouden; en in dien tusschentyd, wierd één van onze Officiers,
HESSELING genaamt, ongelukkiglyk door de kinderziekte aangetast.
Om te beletten, dat hy de besmetting aan het volk niet zoude
mededeelen, gaf men bevel om hem aan land te zetten; en hem in de
pinas hebbende doen gaan, geleidde ik hem zelf naar een dorp, genaamt
de Helder, gelegen aan de zeekust, alwaar ik hem agter liet. By myne te
rug komst verklaarde de Heelmeester van het Schip, dat hy de teekens
van dezelfde ziekte in my ontdekte; dienvolgende gelastte men my, om
my naar het Eiland Texel te begeeven. Ik hield aldaar een verblyf, dat
voor my allerontrustendst was; maar ik had het geluk, om aan deeze
noodlottige ziekte te ontsnappen; en, tot groote verwondering van den
Doctor, verscheen ik weder in volmaakten welstand aan boord, een
oogenblik voor dat men sein gaf om te vertrekken. Ik merke, na dit
gebeurde, alhier op, dat het voor hun, die zig tot den Land- of Zeedienst
begeeven, nuttig zyn zoude de inënting te baat te neemen, om zig zelf
van knellende ongerustheden te ontheffen, en niet in 't geval te zyn van
aan hunne medgezellen eene zoo gevaarlyke besmetting mede te
deelen.
Op Kersdag, des morgens ten agt uuren, stak onze kleine vloot in zee,
met eenen goeden oost noord oosten wind. Wy wierden vergezeld door
omtrent honderd Schepen, die zig naar verschillende weereld-deelen
begaaven; en het was het helderste en schoonste weder. Met alle
veiligheid zynde uitgeloopen, zonder het peillood te gebruiken,
begroetten wy elkander met negen kanon-schooten, en wy kwaamen
buiten het Kanaal. Wel dra zeilden wy voorby de Noordkaap, het

Eiland Wight, en de punt van Portland; dog de Westellingwerf alhier
een lek in het Schip ontdekt hebbende, wierd genoodzaakt ons te
verlaaten, en op de reede van Plymouth te loopen, om zig aldaar te
herstellen.
De wind wakkerde op, toen wy de Baay van Biscaye naderden. Aldaar
deed de onder-stuurman my opmerken een zoort van zee-zwaluw,
doorgaans bekend onder den naam van onweers-vogel, om dat men
voorondersteld, dat hy zulks aankondigt. De vederen van deezen vogel
zyn donker blaauw, byna zwart, en met eenige verschillende kleuren
verciert. Het lyf is als van een groote zwaluw: de pooten zyn van een
vlies voorzien, de bek zeer lang en puntig, de wieken van eene
buitengewoone lengte, het geen hem eene gemakkelykheid geeft, om
zeer schielyk en een langen tyd agter een te vliegen, doorloopende
denzelven het halfrond met eene ongelooflyke gezwindheid. Deeze
vogel leeft van niets anders dan van visch; het geen waarschynlyk de
oorzaak is van de doorzigtigheid, waar mede hy het oogenblik voorziet,
het welk hem van zyn gewoon onderhoud berooven moet. Alsdan
vliegt hy met eene ongemeene schielykheid, ten einde het onweer te
ontwyken; maar word hy daar van overvallen, laat hy zyne vlerken
hangen, en zweeft door de ruimte van de lucht.
Daags daaraanvolgende, den 2de January 1773. wierd de voorzegging
van den onweers-vogel vervult. 'Er stak een sterke wind uit het oost
noord oosten op, die, na dat wy Kaap Finisterre voorby gezeilt waaren,
de Boreas en de Waakzaamheid van ons afscheide. Wy voeren den
geheelen nacht, met het bramzeil dubbeld ingebonden, en de luiken digt
gesloten, het geen ons volk zeer ziek maakte. Ik moet niet vergeten hier
aan te merken, dat wy een proef namen, om de hangmatten over dwars
te plaatsen, en niet als gewoonlyk van vooren naar agteren; deeze
manier, die wy zeer gemakkelyk bevonden hebben, vermits zy ons
meer ruimte gaf, is zedert op andere Schepen gevolgt geworden.
Den 14de, des morgens, ontdekten wy van verre een groot Schip, dat
voor den wind zeilde, en regelrecht op ons aankwam. Gissende, dat het
een Algiersche Zeeroover mogt zyn, en van de vyf Schepen, waar uit
onze Vloot by ons vertrek bestond, 'er slechts twee afwezig zynde,
maakten wy ons gereed om eenen aanval door te staan; maar wel dra
bemerkten wy, dat het de Boreas was, die zig den 2den van ons had
afgescheiden. Van dit oogenblik oeffende men zig dagelyks met het

geschut, door te mikken op een zoort van schild, dat aan de groote raa
wierd opgehangen.
Den 14de, geduurende een vierde van den ogtend, zeilden wy voorby
den zonne-keerkring; en de gewoone plechtigheid, om de nieuwe
matroozen in zee te dompelen, wierd met eenig geld, dat aan het volk
by de fokke-mast wierd ter hand gesteld, afgekogt. Bykans op dit zelfde
oogenblik verloor de Boreas één
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 327
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.