Reize naar Surinamen | Page 5

John Gabriel Stedman
voorwerpen van koophandel,--die aan alle de bezittingen,

onder den zonne-keerkring gelegen, eigen zyn. Dit werk is dus in 't
byzonder geschikt, om de gebeurtenissen te schetsen, waar in de
noodzakelykheid, om in de binnenste gedeelten van dit uitgestrekt
gewest door te dringen, my heeft doen deel neemen, en waar van
dezelve my getuige gemaakt heeft, als mede om op te geven de
waarneemingen van allerley zoort, waar toe ik in de gelegenheid, in
welke ik my bevond, eenigermaten als gedrongen wierd.
Alvoorens deezen moeielyken taak te onderneemen, vind ik my, tot
verstand der gebeurtenissen, in de onvermydelyke verpligting, om
kortelyk rekenschap te geven van de oorzaaken, die my in dit
weereld-deel gebragt hebben.
Alle landen, alwaar de huisselyke slavernye gevestigd is, leggen
dikwerf bloot voor opstanden en onlusten, vooral wanneer de slaven het
grootste deel der inwoonders uitmaken; maar de Hollandsche
volkplanting Surinamen is op dit stuk byzonder ongelukkig geweest.
Het zy dat de eindelooze bosschen, die het aanzienlykst gedeelte deezer
landstreek bedekken, aan de vluchtenden eene gemakkelyke
schuilplaats verschaffen, het zy dat het Bestuur aldaar eenig
ingeworteld gebrek heeft, dit is zeker, dat de Europeanen aldaar
aanhoudend aan de snoodste verongelykingen, en hunne bezittingen
aan de geweldadigste verwoestingen zyn bloot gesteld. Het is hier de
plaats niet, om daar van een opzettelyk verhaal te doen; het zal genoeg
zyn aan te merken, dat deeze herhaalde opstanden eindelyk de
gestrengste maatregulen tot een volkomen herstel der rust vorderden;
en dat de tyding, die in den jaare 1772. in Holland aankwam, dat eene
aanzienlyke magt van gewapende Negers, die zig in de bosschen
verzamelt had, voor de Volkplanting ten uitersten geducht wierd, Hun
Hoog Mogenden, de Staaten der Vereenigde Nederlanden, deed
besluiten, om eene magt af te zenden, die in staat zoude zyn, den
muitelingen het hoofd te bieden, en zelfs, zoo het mogelyk was, den
opstand te dempen.
Myne eerzucht strekte om in den Engelschen zee-dienst te gaan; maar
de weinige hoop tot bevordering, die nu in vreedes-tyd natuurlyk te
wagten stond, gevoegd by den slegten staat van myne geldmiddelen,
noopte my, om van den zeedienst af te zien, en de aanstelling tot
Vaandrig aan te neemen, die my zonder kosten wierd aangeboden, in
één der Regimenten van de Schotsche Brigade, in Hollandsche soldy

staande, ten tyde, dat de heer JOSEPH YORCK (wylen Lord DOWER)
aldaar Afgezant van ons Hof was. Het was in zyne handen, dat ik den
gewoonen eed afleide van afzweering en getrouwheid aan mynen
Koning en myn Vaderland, als zynde in Engeland in de oorlogs-rolle
opgeschreven.--Ik heb gedacht, dat ik aan my zelf verschuldigd was die
verklaaring te doen, ten einde te bewyzen, dat ik uit noodzaak, en niet
uit myne eigene keuze, by vreemden dienst nam, schoon 'er misschien
geene krygsbende gevonden word, die ouder is, of zig meer beroemd
gemaakt heeft, dan deeze Brigade, zoo op ons Eiland als op het vaste
Land, zedert meer dan twee honderd jaaren.
Ten tyde van den opstand, waar van ik hier boven sprak, was ik
Lieutenant in het Regiment van den waardigen Generaal JOHN
STUART. Bemoedigd door de hoop van op myn geliefd element eene
langduurige reize te ondernemen, en aangezet door het verlangen, om
een gedeelte der weereld te bezigtigen, het welk nog niet geheel en al
bekend was; daarenboven denkende, dat ik, ten gevolge van eenen zoo
gevaarlyken tocht, eene meer aanzienlyke bevordering verkrygen zoude,
deed ik, zonder tyd verlies, aanzoek om geplaatst te worden onder eene
krygsbende vrywilligers, welke zig gereed maakte, om naar Guiana in
te schepen. Ik had dienvolgende de eer, om door zyne Doorluchtige
Hoogheid WILLEM DEN Ve. Prins van Oranje, tot den rang van
Capitain bevorderd te worden, onder den Colonel LOUIS HENRY
FOURGEOUD, een Zwitsersch Edelman, uit den omtrek van het
Alpisch Gebergte, die benoemd was, om by deezen tocht als
Opperhoofd 't bevel te voeren.
Na dat ik, den 12de November, den eed van trouwe aan myne nieuwe
legerbende had afgelegt, en alles tot myne reize volkomen was gereed
gemaakt, nam ik afscheid van myn oud Regiment, en ging
oogenblikkelyk te scheep naar het Eyland Texel, alwaar verscheiden
onzer reisgenooten reeds by elkander waaren, en alwaar ik, op 't
oogenblik van aan land te stappen, dagt te vergaan, dewyl het vaartuig
was lek geworden, en geduurende de branding in de zee aan 't zinken
was.
Het Eiland Wieringen was egter de algemeene vergaderplaats. De
Colonel FOURGEOUD kwam aldaar aan den 7de December. De
vrywilligers waaren aldaar allen by elkander, ten getaale van
vyfhonderd schoone jonge manschappen; en des morgens van den 8ste

wierden wy verdeeld in zeven compagniën, die een corps of regiment
van soldaaten ter zee uitmaakten. Behalven de oorlog-schepen Boreas
en Westellingswerf, onder bevel van de Capitains VAN DE VELDE en
CRAS, werden als oorlogs-sloepen bestemd drie transportfregatten,
kortlings gebouwd, voerende een vlag van agteren, op de boegspriet, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 327
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.