van in verscheiden Landen verboden is, uit vreeze dat men 'er by verkoop bedrog mede plegen zoude. De Indianen noemen deeze plant curetta, en in Surinamen noemt men ze doorgaans Indiaansche zeep; zy schynt dezelfde te zyn, als de zeepboom, om dat ze eene zachte zelfstandigheid voortbrengt, welke even als de gewoone zeep tot wassching dient, en door de Negers en verscheiden inwooners tot dit einde gebruikt word. Men vind ook in de bosschen een andere zoort van plant van dezelfde gedaante als deeze, welke de Negers baboun knify (apen mes) noemen, en die het vleesch tot op het been doorklieft. Ik heb 'er zelf de proef van genomen, maar zonder nadeelig gevolg.
In het tydstip, waar van ik tans spreek, hadden alle de soldaaten gebrek aan koussen, schoenen en hoeden. De Colonel, om een voorbeeld van lydzaamheid te geven, en morringen voor te komen, liep een geheelen dag blootsvoets voor het volk uit. Ik had hier in een voorrecht boven alle anderen. Myne gewoonte, om zonder koussen of schoenen te gaan, had my de huid verhard. 'Er was toen onder ons volk geen enkele, die een lid aan zyn lichaam had, dat volmaakt gezond was: het gebrek van zindelykheid was 'er voornamelyk oorzaak van; zulks verwekte zeer dikwils zweeren, welke aan hun, wien men in tyds de afzetting niet doen konde, den dood veroorzaakten. Deeze waaren de kwaalen, waar mede wy te worstelen hadden, maar hoe groot die ook waren, zy waren slechts de voorloopers van de geene, die ons nog te wagten stonden.
Ik ontfing toen een beste ham en een douzyn flessen Porto-wyn, welke de Capitain VAN COEVERDEN my zond. Ik hield 'er vier van, welke ik met de andere Officiers uitdronk, en gaf de overige aan den Colonel, die door vermoeing uitgeput was. Des anderen daags, den 29sten, had ik de eer het bevel te ontfangen over eene wacht, benevens den Capitain BORGNES, en veertig mannen, om pogingen te doen tot het vangen der Negers, welke drie weken te vooren de Kreek waren overgetrokken.
Na de Rivier in een vaartuig afgezakt te zyn, en in het zelve vaartuig den nacht te hebben doorgebragt, stapten wy des anderen daags morgens aan land, en trokken noordwest-waarts voort; maar geen kompas hebbende, verdwaalden wy wel dra van onzen weg. Eene groote Savane doorgetrokken zynde, hingen wy onze hangmatten aan den kant van een dik en eenzaam bosch op. Den 31sten, vervolgden wy den zelfden weg, in de hoop van aan de boomen de kenbaare teekens van den doortocht van eenigen van ons krygsvolk te zullen ontdekken. In een moeras gegaan zynde, waadden wy daar in tot op den middag, hebbende zomtyds het water tot aan de kin, en zynde in gevaar van te verdrinken: eindelyk geheel doorweekt, en onze kleederen aan flarden zynde, waren wy genoodzaakt langs onzen ouden weg te rug te keeren. Na een gedwongen marsch, hielden wy op nieuw halte aan de oevers van de Cormoetibo-Kreek. 'Er viel zulk een zwaare regen, dat ik my niet her?nnere immer een zwaarer gezien te hebben: dezelve duurde den geheelen nacht, en ver?orzaakte zoo veel verwarring en wan?rde door de overyling, waar mede zig elk van eene schuilplaats voorzag, dat ik eene kneuzing aan het hoofd kreeg. Ik ging niettemin voort, met my spoedig eene verblyfplaats te bezorgen, en ik was de eerste in myne hangmat, waar boven ik een overdek van bladeren maakte; omtrent onder dezelve, leide ik een goed vuur aan, en viel in diepen slaap te midden van den rook, die my voor het steeken der muggen bewaarde.
Van insecten sprekende, moet ik niet vergeten, dat deezen avond een Neger, die droog hout was gaan zoeken, my tot myne groote verwondering, een Kever aanbood, die niet minder dan drie of vier duimen lang, en meer dan twee duimen breed was. Men noemt hem in Surinamen den Rinoceros, uit hoofde van zyn Olyfants snuit, die omgebogen en gespleeten is, en de dikte heeft van een groote ganzen veder. Dit dier heeft op den kop verscheide harde en gladde verhevenheden; hy heeft zes ledematen; zyne vleugels zyn breed, en zyn geheele lyf is volmaakt zwart: hy is de grootste van alle de Amerikaansche Kevers.
'Er is ook in Guiana een ander insect van dit zoort, genaamd het vliegend Hart, uit hoofde van zyne hoorns, die naar de hoornen van een hart gelyken: beiden vliegen met een ongemeen gebrom, en zyn zoo sterk, dat weinige vogelen hen durven aanpakken. Een der grootste ongemakken, die wy in het bosch ondervonden, wierd veroorzaakt door een vlieg, zoo groot als een bye, en wier steek byna even geducht is. Ik kan dezelve niet beter vergelyken, dan by het diertjen, dat wy in Engeland de Vlieg-Spinnekop noemen.
Na zes of zeven uuren lang, in weerwil van den regen, de rook, de muggen, en myne bekomene kneusing, vast geslapen te
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.