benevens vijf of zes andere, waarop ik later terugkom, worden nu gerekend te behooren tot de mudirie (het gouvernement) van Taka; de gezeten bevolking is weinig talrijk, en voornamelijk gevestigd langs de Gash en de Atbara, in de omstreken van Kassala en van Goz-Redjeb.
Deze stammen waren vóór 1820 onderworpen aan Sennar: een gezag in naam, dat zich tevredenstelde met, ten blijke zijner suzereiniteit, aan de deglels (inlandsche vorsten), bij hunne investituur, een zeker bijzonder hoofddeksel uit te reiken, dat hun dan tevens tot symbool hunner waardigheid strekte. Toen de Egyptenaars Sennar veroverd en bij hun rijk ingelijfd hadden, maakten zij aanvankelijk geen haast om in deze gevaarlijke khalas (vlakten) door te dringen, en van de nomadenstammen eene onderwerping te eischen, die zij wisten dat niet dan met geweld zou zijn af te dwingen. Maar de oude fabel van het paard, dat zich op het hert wil wreken en daarvoor zijne vrijheid verliest,--eene fabel, waarvan kleine volken zoo dikwerf hebben getoond de wijze les niet te begrijpen;--vond ook hier hare toepassing. De stam der Hallenga, die van de Hadendoa te lijden had, riep de hulp in der Turken van Goz-Redjeb, en Admed-Pasja, gouverneur-generaal van Soudan, verscheen in persoon om Taka te veroveren, benevens de woestijn van Barka en het bergland van Langheb. De kleine stam der Sabterat was een der eersten, die door eene aanzienlijke overmacht werd overvallen; maar hoezeer in aantal krijgers en in uitrusting verre voor den vijand moetende onderdoen, sloegen de Sabterat toch de egyptische strijdmacht in eene eerste ontmoeting nabij de beek Aohé. De Turken vloden in volslagen wanorde, toen een officier zich te midden der vluchtenden wierp, en hun toeriep: "Kinderen, Ka?ro ligt ver van hier!" De soldaten begrepen, dat eene vlucht in dit onbekende en vijandelijke land onvermijdelijk hun aller ondergang zou zijn; zij hervatten den strijd, en sloegen nu op hun beurt de Sabterat, die zich moesten onderwerpen. De geheele adel van den stam verloor het leven in de bloedige worsteling of in de niet minder bloedige terechtstellingen, die daarop volgden; de familie, die thans met het gezag over dezen kleinen stam is bekleed, is eerst sedert twee of drie geslachten in die streek gevestigd.
In het begin van 1838 barstte onder de stammen van Taka een algemeene opstand uit, die zich in den beginne dreigend genoeg liet aanzien. Een klein egyptisch leger, in de bosschen van Hadendoa overvallen, werd geheel in de pan gehakt. Maar weldra keerde de kans. De egyptische regeering, die zich aan zeer vele noodelooze wreedheden schuldig maakte, was een te machtige tegenpartij voor deze nomaden, wien het allerminst aan persoonlijken moed ontbreekt, maar die geen andere wapenen kenden, dan de lans en het zware klassieke zwaard (djellabia); de opstandelingen werden verslagen, en wel voornamelijk door toedoen van twee officieren, die ik persoonlijk gekend heb, Elias-Bey en Mou?a-Effendi, destijds eenvoudig kashef (kapitein), thans gouverneur-generaal van Soudan.
Na de onderwerping der Hadendoa werden zeventien hunner hoofden naar Khartoem gevoerd, om daar ter dood te worden gebracht. Onder weg weigerden twee of drie dezer ongelukkigen, hetzij dan door uitputting, hetzij om eenige andere reden, verder te gaan; men zegt dat de turksche officier, met het kommando van het militair geleide belast, hen daarop met zijn sabel door midden hakte. Dit feit verwekte groot opzien in geheel Soudan: niet zoozeer als eene barbaarsche gruweldaad, maar veelmeer als een merkwaardige tour de force.--De andere krijgsgevangenen werden op den bazar te Khartoem, met uitgezochte wreedheid, doodgemarteld.
Eenige dagen na mijne komst te Kassala, bracht het toeval mij in aanraking met den vorst der woestijn, Mohammed, sheikh der Hadendoa, en bijkans onbeperkt gebieder over het gansche land tusschen de Atbara en de Roode-zee. Sedert de verovering door Egypte was echter deze souvereiniteit een zware lastpost geworden. De vorst, verantwoordelijk voor de betaling van de schatting, door de fantastische en vindingrijke schraapzucht der gouverneurs van Soudan opgelegd, staat nu aan de eene zijde aan het gevaar bloot, om bij achterstallige betaling op de brutaalste manier te worden gevangen gezet; terwijl, aan den anderen kant, zijne populariteit bij zijne onderdanen, die hem van afpersing beschuldigen, zooals licht te begrijpen valt, sterk afneemt. Toen ik hem ontmoette, was hij somber, neerslachtig, weinig spraakzaam, maar overigens zeer wellevend, zooals trouwens al deze khaliefen der woestijn, echte geboren edellieden, en dat blijvende ondanks de aanraking met de ruwe, onbeschaafde egyptische officieren, gemeene Turken als de onderkoning zelf, die thans over hen heerschen. Ik kon mij trouwens zeer goed rekenschap geven van zijne gedrukte stemming. De belasting was nog niet aangezuiverd: en Mohammed had een voorgevoel van de dingen, die aanstaande waren.
De machtige sheikh werd inderdaad, eenige dagen later, op turksche, dat wil zeggen op verraderlijke wijze, gevangen genomen. Daar men te Fillik zelf niets tegen hem ondernemen dorst, had men hem, ik weet niet meer onder welk voorwendsel, naar Kassala gelokt, waar hij, kort
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.