Reize door Frankrijk | Page 7

Adriaan van der Willigen
zonder verwaandheid; daar bij scheen hij zeer verdraagzaam en redelijk zoo omtrent Godsdienstige als Staatkundige gevoelens. Het geen, mijns bedunkens, tot dit alles zeer veel had bijgedragen, was, dat hij uitgeweken zijnde zich zeer lang in Engeland had opgehouden, en daar, bijzonder door de Protestanten, op de menschlievendste en vriendelijkste wijze was behandeld geworden. Met dankbare aandoening sprak hij hier van, en ik ben wel verzekerd, dat deze achtingswaardige geestelijke, waar hij ooit eenigen invloed moge hebbe, nimmer gewetensdwang of vervolgzucht dulden zal.
Zie daar, Vriend! een' vrij langen Brief, in eenen volgenden zal ik u over deze stad, waar omtrent ik reeds het een en ander heb aangeteekend, nader onderhouden.--Vaarwel!

TWEEDE BRIEF.
Lyon, 26 Julij.
Eergisteren ben ik hier aangekomen, en vervolg mijn reisverhaal, zoo als ik u in mijn vorigen, gedagteekend uit Dyon, beloofd heb. Die stad is mij bijzonder wel bevallen, zoo om de aangename ligging, den overvloed der levensmiddelen, als om de orde en zindelijkheid die 'er plaats heeft. Bij ons zou men 'er ten dezen opzigte in 't geheel niets ongewoons vinden; doch voor Frankrijk moet het als, iets bijzonders in 't oog loopen. Dyon was voorheen de Hoofdstad van het Hertogdom van Bourgondi?n, thans is zij het van het Departement van de C?te d'Or; de Prefect houd 'er zijn verblijf, en 'er is een Tribunal de premi��re instance. De weg van Parijs tot Dyon, zoo als wij die genomen hebben, is 38 3/4 posten. Aan den Conducteur van den wagen gaven wij volgens gebruik �� 3-:-: de persoon drinkgeld, en aan de postillons geeft ieder doorgaans 2 sols van het eene Posthuis tot het andere: voor het gemak laat men dit door den Conducteur verschieten, het geen ook omtrent op denzelfden prijs uitkwam.
De poort, waar wij in gekomen waren, scheen mij bezienswaardig. Onze Herberg was 'er niet ver van daan, en ik was dan naauwelijks van den wagen afgestapt, of ik ging dezelve bezigtigen. Het is een fraaije eereboog van wit gehouwen steen, in het begin van de Omwenteling voor de Vrijheid opgerigt, zoo als het opschrift boven dezelve aanduidt. Zij wordt dan ook nog la porte de la Libert�� genaamd. Aan den binnenkant, en aan beide zijden, leest men op steenen tafelen: "Les droits de l'homme reconnus le 30 Septembre l'an I. de la Libert�� (1739) etc." [13] De basreliefs hier op toepasselijk zijn van den Beeldhouwer Attiret, in dit Departement geboren, en kort voor onze aankomst gestorven. Even buiten deze poort ziet men een' fraaijen tuin in den Engelschen smaak aangelegd, en die thans ook voor een gemeene wandeling strekt: men noemt denzelven le Jardin de l'Arquebuse; bij ons zou men het de Schutters Doelen noemen. Het merkwaardigste, dat ik daar zag, was een populierboom van eene zeer ongemeene dikte, men kan hem op de hoogte van de schouders naauwelijks met vier persoonen omvatten: onder aan den grond is hij nog veel dikker, en daarbij zeer hoog, en zwaar van takken, doch in de toppen is al veel dood hout, en mij dunkt, dat men wel zou, doen om hem intekorten, ten einde door dit middel eene zoo aanzienelijke gedenkzuil der Natuur nog langer in wezen te houden.--Een oude boom heeft voor mij iets eerwaardigs, en ik zie dien veel liever dan zoo vele gedenkteekenen voor de dwinglandij of het bijgeloof opgerigt, die niets merkwaardigs opleveren--dan oudheid.
De Hoofdkerk is een fraai gebouw, inzonderheid de spitse toren, die door deskundigen voor een meesterstuk gehouden word. Deze kerk is onlangs van binnen nieuw opgemaakt; men was 'er zelfs nog aan bezig, alles werd dan ook zeer net en sierlijk opgepronkt. Behalve deze zijn 'er nog twee andere kerken, waarvan men de fraaije en prachtige bouworde bewonderd; zij zijn ook van binnen ter deeg mooi gemaakt.
Hoewel ik weet, dat gij even zoo min als ik een liefhebber zijt van al dat heilige poppenspel, moet ik u toch het een en ander vertellen van de voorheen hier zoo vermaarde heilige Kapel (la sainte Chapelle). Deze wierd door Hugues, de derde Hertog van Bourgondi?n, in 1172, gebouwd, en is dus nog al tamelijk oud. In 1430 zond Paus Eugenius de Vierde aan Philippus, zeer ten onregte bijgenaamd, de Goede, Hertog van, Bourgondi?n, [14] de beruchte wonderdadige hostie. Deze Paus scheen het zoo wat bont te maken, want met zat hem hevig in het vaarwater, en ten gevolge van dien werd hij ook door de kerkvergadering van Bazel, in 1439, afgezet, uitgescholden voor een handeldrijver in geestelijke zaken (Simoniet), meineedigen, onverbeterlijken ketter, kortom voor al wat leelijk was, en Amadeus Hertog van Savoyen, werd door die zelfde kerkvergadering in zijne plaats aangesteld.--Men leefde toen ook al aardig met de Pausen.--De Hertog van Epernon gaf vervolgens een gouden kist met edele gesteentens omzet, waar de heilige ouwel in bewaard moest worden, (deze Hertog was toen Gouverneur van de Provintie Bourgondi?n) en eindelijk voegde
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 173
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.