aan te leggen. Dit middel van aanval, dat bij de Turkmenen volslagen onbekend was, slaagde naar wensch. Men verhaalt dat zij, bespeurende dat er onder den grond gewerkt werd, in de meening verkeerden dat de Russen, bij het ondermijnde bolwerk, een voor een uit den grond te voorschijn zouden kruipen: zij hielden dus onafgebroken, dag en nacht, de wacht op de bedreigde plek, met de sabel in de vuist, om den vijanden, zoodra zij zich vertoonden, het hoofd af te slaan. De mijn ontplofte: de wal sloeg aan stukken; de ongelukkige verdedigers vlogen in de lucht; de russische infanterie rukte met den stormpas voorwaarts. Binnen de omwalling bevonden zich veertigduizend man, waaronder tienduizend ruiters, allen vast besloten, zich tot het uiterste te verdedigen. Zij vochten met onbezweken moed; maar de schrik, door de ontploffing veroorzaakt, besliste de overwinning. De Tekk��s bezaten slechts twee kleine kanonnen, waarmede zij niet wisten om te gaan; maar daarentegen hadden zij goede geweren en uitmuntende sabels. Naar men verzekert, lieten vijftienduizend inlanders bij de bestorming van Gh��ok-T��p�� het leven.
Thans is het eenzaam en stil op de verlaten plek. Eenige turkmeensche ruiters rijden kalm en vreedzaam aan den kant van het nieuwe station, waar andere inlanders aan den arbeid zijn naast russische werklieden en soldaten van den Tsaar. Naar het schijnt, is de vrede voor goed tot stand gekomen: de indruk van de vreeselijke nederlaag van den 14den Januari 1880 zal niet licht wijken uit het geheugen dezer stammen, die in dergelijke feiten de beschikking van het noodlot zien, waaraan zij zich hebben te onderwerpen. Ook zullen zij het niet vergeten, dat de overwinnaars, nadat eenmaal de bittere kamp was volstreden, de verwonnelingen met goedheid en verschooning behandelden.
Na een kwartier oponthoud gaat de trein weer verder. De oase wordt steeds groener en bloeiender, vooral rechts van de spoorbaan, aan den voet der bergen, waar geen gebrek aan water is. De perzische bergketen levert hier een schilderachtigen aanblik op. Overal zien wij boomen en bebouwde velden, benevens kudden van runderen en ezels in menigte. Deze laatsten kunnen hun hart ophalen aan de distels; maar de koeien hebben het hard te verantwoorden in deze magere, door de zon verschroeide weilanden. Ik twijfel, of zij wel veel melk zullen geven: trouwens, de inboorlingen drinken uitsluitend kameelenmelk.
Om half twee komen wij te Askhabad, de hoofdplaats van de transkaspische provincie. Links van den spoorweg een turkmeensche post; daar tegenover, naast de nieuwe stad, die met inbegrip van het garnizoen eene bevolking van bijna achtduizend zielen telt, een russisch kamp. Eenige rijen wit bestoven boomen verbergen de europeesche woningen, de perzische wijk, den bazar en het hotel van generaal Komarof, den chef van het gewestelijk bestuur. De generaal is op eene inspectiereis langs de grenzen; bij onze terugkomst hopen wij hem te ontmoeten, en dan tevens zijne hoofdstad in oogenschouw te nemen.
Bij het verlaten van het station rijdt de trein tusschen de ru?nen van twee inlandsche forten en tusschen verschillende kampementen of dorpen, het best met arabische doears te vergelijken. Rechts trekt een vrij hooge tumulus de aandacht; verder ziet men overal eene menigte kleine torentjes van leem, die eene hoogte bereiken van omstreeks drie meter. Waartoe dienen deze torentjes, waarin ten hoogste vier of vijf menschen eene schuilplaats kunnen vinden, en die slechts door eene smalle zeer lage deur, waardoor men niet dan gebogen gaan kan, toegankelijk zijn? Deze miniatuurforten strekten den Turkmenen van Akhal-Tekk�� tot schuilplaats bij de invallen en strooptochten der ruiters van Merw; zij dienden tevens tot observatieposten voor de wachters, die van de nadering der roovers kennis moesten geven. Zoodra het alarmsein gegeven was, verlieten de landbouwers hun akker en de herders hunne kudde, om eene wijkplaats te zoeken in de naastbij gelegen torentjes. De verschillende stammen leefden namelijk met elkander in bijna onophoudelijken oorlog; roof- en strooptochten waren aan de orde van den dag. In 1880, bij de nadering der Russen, namen zes duizend soldaten van Merw deel aan de verdediging van Gh��ok-T��p��: eenige dagen voor de bestorming deserteerden zij en keerden naar hunne oase terug.
Twintig minuten na ons vertrek van Askhabad, houdt de weelderige plantengroei eensklaps op; de boomen, akkers en tuinen verdwijnen en wij rijden weer door eene zandwoestijn. Langs den voet der perzische bergen evenwel, die meer en meer wijken en in hoogte toenemen, is de grond nog altijd bebouwd. Aan tenten en kameelen overigens geen gebrek. Op twaalf wersten afstands van Askhabad, zien wij aan onze rechter hand de vrij uitgestrekte ru?nen van eene zeer oude stad, waaronder vooral de aandacht trekken fraaie portieken met ge?mailleerde tegels: zeer vermoedelijk de overblijfselen van eene perzische moskee.
Om vier uren komen wij aan het station Gheoers, waar het panorama van de perzische bergketen bij uitnemendheid schoon is. De voorste heuvelen verlagen zich en vormen eene breede groene vallei, die u een kijkje gunt op de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.