Reis in Utah en Arizona | Page 7

Albert Tissandier
uiterst hinderlijk. Elk oogenblik zijn zij genoodzaakt, over omgevallen pijnboomen heen te stappen of te springen, of wel een omweg te maken, als de omvang van den boom te groot is. Wij zelven, die ons een weg moeten banen midden door de dooreengestrengelde takken, betalen onze onderneming met scheuren in onze kleederen en krabbels aan onze handen.
Nadat wij weder eene met prachtig geboomte beplante helling hadden beklommen, stiet John eensklaps een luiden kreet uit en wees mij een onbeschrijfelijk panorama. Daar zijn de groote ca?ons met den berg San-Francisco, nog met sneeuw bedekt, en een kleinen kegel aan den horizon. Stom van verbazing staar ik dit eenig schouwspel aan: deze weergalooze opeenstapeling van rotsmuren, op en boven elkander gebouwd, van reusachtige amphitheaters, van tooverpaleizen, van torens en bolwerken, door geweldige Titanen gebouwd.
Bij het aanschouwen van dergelijke panorama's zou men bijna gaan twijfelen aan de werkelijkheid van hetgeen onze oogen zien en geneigd zijn, het geheel voor eene fantasmagorie, een visioen uit eene tooverwereld, te houden. Gedachte en verbeelding schieten te kort bij de oneindige grootheid van deze wondervolle landschappen; ge duizelt bij den aanblik dier ontzaglijke rotsmuren, dier fantastische plateaux, al hooger en hooger rijzende, in eindelooze opvolging, prijkende met den bontsten kleurentooi, en aan den schemerenden gezichteinder als samensmeltende met het smetteloos blauw des hemels.
Ik droomde en dacht niet meer. Vele dagen lang werd ik telkens op nieuw door dit gevoel van bewondering en verbazing overweldigd.
Nabij de plaats, Thompson-Springs genaamd, zagen wij groote kudden schapen, die het in dit jaargetijde vrij schrale gras afscheerden. Het is aardig te zien, hoe zij in groepen naar groote zoutblokken gaan, die door de Mormonen opzettelijk, hier en daar, voor de schapen in de weilanden worden gelegd. Zij komen, een voor een, aan het zout lekken, en schijnen zeer verlekkerd op deze spijs, die door de veefokkers van Utah en Arizona als zeer heilzaam en bevorderlijk voor de gezondheid der dieren wordt beschouwd.
Wij komen te Sublime-Point, een der hoogste punten van het plateau van Kaibab, tweeduizend-zeshonderd meter boven den spiegel der zee. Op deze hoogte vormen de rotsen eene soort van kaap, van waar men de geheele streek der ca?ons van Arizona kan overzien, benevens de rotsmuren, bekend onder den naam van het Indische Amphitheater, en de hoogten van Kwagunt-Valley, den Tempel van Siva, enz.
Tusschen kolossale scheuren zie ik nu en dan den Colorado, die zijn gekleurde wateren door de afgronden voortstuwt en op een diepte van achttienhonderd el beneden ons, zijne fantastische kronkelingen beschrijft.
Daar ik al deze wonderen op mijn gemak wilde bekijken, heb ik drie dagen lang gekampeerd aan den zoom van een fraaien, schilderachtigen waterplas, Forest Lagoon genoemd, waarvan de oevers waren bezet met zilverpopulieren, abeelen en oude pijnboomen. Van daar kon ik gemakkelijk in alle richtingen uitstapjes maken en alle fraaie gezichtspunten en romantische plekjes in den omtrek bezoeken.
Vogels met schitterende pluimage, zooals de Pyranga ludoviciana, met een geel lijf, een rooden kop en zwarte vleugels, en talrijke colibris, hunne tegenwoordigheid verradende door het zacht geruisch hunner vleugelen, vlogen heen en weder tusschen de bloemen, boomen en struiken, en schonken aan dit liefelijk plekje eene bekoorlijkheid te meer.
Terwijl ik teekende, ging onze Indiaan op de hertenjacht, gewapend met een vuursteengeweer, uit ik weet niet welken tijd afkomstig. Hij doodde eenige herten, die hij met de grootste behendigheid vilde en ontleedde; hij behield voor zich alleen het vel, dat hij in de mormoonsche dorpen zou verkoopen. Aan hem hadden wij het te danken, dat wij eenige betrekkelijk goede maaltijden konden doen. Na onze wandelingen bij helderen maneschijn, te midden eener tooverwereld van fantastische rotsen, schikten wij ons bij het vuur ter rust. John zong indiaansche liederen voor ons, terwijl hij de lange vlechten van zijn gitzwart hair losmaakte.
Wij verlieten Forest-Lagoon en daalden, dwars door bijna ondoordringbare bosschen, naar Pagump Valley af.
Daar troffen wij twee jonge Amerikanen aan, die eene kleine hut bewoonden, en paarden en vee aanfokten; zij leefden daar sedert twee jaren geheel alleen met een cowboy. Onze verschijning was voor hen eene verrassing: de komst van zulk eene karavaan, bestaande uit een Franschman, een Mormoon en een Indiaan, benevens vier paarden, in de stille eenzaamheid hunner vallei, was inderdaad eene belangrijke gebeurtenis. Zij kwamen aanstonds naar ons toe en knoopten een gesprek met ons aan; het verheugde en verwonderde hen zeer, zoo onverwacht bezoek te ontvangen van menschen, die als door toovermacht, uit de wouden van Kaibab, vijf- of zeshonderd meters boven hunne bosschen gelegen, waren afgedaald.
Nathan stelde mij aan hen voor, als een Parijzenaar, die gekomen was om schetsen te maken van de ca?ons van Arizona. Ik liet hun mijne verzameling teekeningen zien, waarin de beide Amerikanen, de heeren Gibson en Gillett, zeer veel behagen schepten. "Blijf bij ons", zeiden zij tot mij; "wij hebben u wat moois te laten zien. Uwe paarden zijn uitgeput van vermoeienis:
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 13
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.