feestdagen trekken de albaneesche vrouwen hare beste kleederen aan en
tooien zich met al haar sieraden; maar ook dan is haar kostuum plomp
en onbevallig. Over het wollen hemd trekken zij dan eene lange
gekleurde tuniek aan, benevens een zeer rijk geborduurd vest. Een
korte rok, van zeer sprekende kleur, bedekt een gedeelte van de tuniek.
Een met gouden franjes omzoomde sluier of doek omgeeft hoofd en
hals; langs den rug hangen twee lange vlechten, die tot bijna aan de
voeten reiken en met een dikken knoop van roode zijde eindigen. Zoo
uitgedost zitten zij den ganschen dag voor de deur harer woning
neergehurkt, weinig pratende en nog minder lachende.
Wij mochten niet verzuimen, de overblijfselen te gaan bezoeken van
een frankisch kasteel, dat omstreeks een uur gaans van de stad, op den
top eener hooge en steile rots is gebouwd. Deze top is slechts van eene
zijde, langs een smal en moeilijk pad te genaken; overal ziet men nog
de overblijfselen van den muur, die vroeger den geheelen omtrek van
het rotsterras omgaf: deze muren hebben eene gezamenlijke lengte van
achthonderd el en zijn nog vrij goed bewaard gebleven. Van twee
torens zijn nog gedeelten in stand gebleven; overal ziet men binnen de
ruimte overblijfselen van woningen en waterbakken. Deze vesting, die
nog heden door de Grieken het kasteel der Franschen genoemd wordt,
is eene der belangrijkste, welke ik in Morea heb aangetroffen. Niet
alleen was dit fort van groot strategisch gewicht, daar het de passen van
den berg Khelmos beheerschte, maar de heer van Kalavryta was ook
een der hooge baronnen of pairs van Achaje, die over zijn onderdanen
het recht van leven en dood had.
Toen Villehardouin, in 1208, het door hem veroverde land onder zijne
ridders verdeelde, werd Kalavryta met twaalf leenen aan Raoul van
Doornik gegeven, van wien vele nakomelingen in de kronieken
vermeld worden. Vermoedelijk is deze familie eindelijk uitgestorven,
of gingen hare bezittingen door huwelijk over aan de familie van
Trémouille, heeren van Khalandritza, nabij Patras, want op een heuvel
tegenover het groote kasteel van Kalavryta, ziet men de ruïnen van een
klein fort, waarop nog de naam van Tremoula te lezen is.
Gedurende den onafhankelijkheidsoorlog versterkten de Grieken den
ouden burcht van Kalavryta, van waar zij, door teekenen, gemakkelijk
in verstandhouding konden blijven met de benden, die de ongenaakbare
passen en grotten van den Khelmos bezet hielden. Van Kalavryta en
van het naburig klooster van Hagia Lavria ging het teeken uit tot den
opstand tegen de Turken; Andreas Zaïmis, primaat van Kalavryta,
Germanos, bisschop van Patras en Andreas Loudos, primaat van
Vostitza, waren onder de eersten, die den nationalen weerstand
organiseerden, den door herhaalde nederlagen geknakten moed der
Grieken weder opbeurden, en de hulp of medewerking der vreemde
mogendheden inriepen.
"De Hellenen," zoo schreef Germanos aan de consuls der europeesche
mogendheden te Patras "ten prooi gelaten aan de steeds ondragelijker
wordende onderdrukking der Turken, hebben eenstemmig besloten, het
juk af te werpen of te bezwijken. Wij zijn opgestaan om onze rechten te
heroveren; wij houden ons overtuigd dat de koningen en de volken het
goed recht onzer zaak zullen erkennen en dat zij ons hunne hulp niet
zullen weigeren, gedachtig aan de diensten door onze voorvaderen aan
de menschheid bewezen. Wij bidden u daarom, door uwe voorspraak
de welwillendheid en de bescherming van uwe doorluchtige
souvereinen voor ons te verwerven."
Men weet, hoe die souvereinen aanvankelijk op deze dringende
roepstem antwoordden. Frankrijk alleen toonde zich welwillend en
edelmoedig jegens de mishandelde en vertrapte Grieken, en de fransche
consul te Patras, de heer Pouqueville, verborg met gevaar van zijn
leven, honderden vluchtelingen in zijn huis, terwijl Yoessoef-pâsja een
gouden mahmoediëh betaalde voor de afgehouwen hoofden der
Christenen, en terwijl de gouverneur van Tripolitza de primaten en
bisschoppen van den Peloponnesos, die hij zoogenaamd om eene
verzoening te bewerken saamgeroepen had, verraderlijk vermoordde.
Germanos en Zaïmis hadden gelukkig aan de uitnoodiging geen gehoor
gegeven.
Ondanks den treurigen afloop van den opstand te Patras, breidde de
beweging zich hand over hand uit, en binnen drie weken zagen de
Turken zich genoodzaakt hunne woningen te verlaten en eene
schuilplaats te zoeken in de versterkte steden Patras, Tripolitza,
Navarino en Modon.--Toen de aanzienlijkste mannen van den
Peloponnesos, priesters, primaten of hoofden, bijeenkwamen en eene
vertegenwoordigende vergadering vormden, werden Germanos en
Zaïmis met algemeene stemmen uitgenoodigd, aan die bijeenkomst
deel te nemen; later werd Germanos opgedragen, zich naar het congres
van Verona te begeven, om nog eenmaal de hulp van de christelijke
mogendheden tegen de Turken in te roepen. Ondanks zijne uitstekende
bekwaamheden, zijne veelzijdige menschenkennis en zijne
wegsleepende welsprekendheid, slaagde hij niet in zijne zending. Wat
de mogendheden terughield was toch niet enkel eigenbelang of
onverschilligheid voor het lijden der Grieken, nog minder sympathie
voor hunne verdrukkers, maar de ondervinding had geleerd, welk een
onafzienbare nasleep van jammeren en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.