haas, ? die zo gauw kon loopen!
Neen, zei de slimme Piet,
Wilt gij een haasjen zijn, ik niet:
'k Wil liever langsaam gaan, dan 't met den dood bekoopen.
Hij, die altoos wel te vreden?Met vermogens die hij heeft?Vergenoegd en dankbaar leeft,?Kan zijn gaven wel besteden.?Maar dat hij, die altoos kniest,?En wat andren zijn wil wezen,?Zelfs het geen hij heeft verliest,?Heb ik meer dan eens gelezen.
EENE VERTELLING VAN DORISJE.
Wij zaten laatst bij Saartje,?Onze oude goede baker,?Die sprookjes kan vertellen.?Wij dronken chocolade,?En deden honderd vragen.
In 't einde zei ons Saartje:?Wel nu, mijn hartediefjes!?Gij kent de vier getijden,?Wat houdt gij voor het beste?
Toen zei mijn zusje Mietje,?Die tijd is mij de liefste,?Wanneer de boomen bloeien.?Dan krijgt men mooie bloempjes,?Om tuiltjes van te vlegten.?Dan ziet men duizend vogels?Op groene takjes zingen.?Is dat niet in de lente?
De winter, lieve Saartje!?Zei Pietjen, is de beste.?Dan hooren wij vertellen,?En drinken chocolade,?Of eeten dikke wafels.
Neen ik verkies den zomer?Zei Keesje, dan is 't kermis.?Dan hoef ik niet te leeren.
Maar ik zei, 't is het beste,?Als meest de vrugten rijp zijn.?Dan valt er braaf te knappen.?Dan heeft men abricoozen,?En pruimen, en morellen.?En perzikken en peeren:?En is dat niet in 't najaar?
Hoort kinders, zeide Saartje,?De winter moet de velden?En tuinen vrugtbaar maken.?Men moet de boomen snoeien;?Den akker moet men mesten;?Dat doet men in den winter.?De boomen moeten bloeien,
Om vrugten ons te geven;?Dat doen zij in de lente.?De vrugten moeten groeien;?Dat doen zij in den zomer.?Men moet de vrugten plukken;?Dat doet men in het najaar.
Dus moet gij, lieve kinders!?In alle jaargetijden?Gods wijze goedheid loven,?En wel te vrede wezen.
JESUS.
een Zangstukje.
CLAARTJE en JANTJE.
te samen.
Jesus is een kindervriend!?Onzer wil hij zig erbarmen.?Hij nam kinders in zijn armen;?Jesus is een kindervriend!
CLAARTJE alleen.
Ach was Jesus nog op aarde!?Aanstonds vloog ik naar hem heen.
JANTJE alleen.
Ach was Jesus nog op aarde!?'k Vloog met u naar Jesus heen.
te samen.
Zoon van God! die eeuwig leeft!?Hoor ons smeeken,?En vergeeft?Onze stoutheid en gebreken!?Zoon van God! die eeuwig leeft!?Zegen onze jeugd, en geeft,?Dat wij dikwijls van U spreken!
DE DRIJFTOL
Nooit loopt mijn drijftol zonder slagen;?Want hou ik op, dan loopt hij niet.?Ik heb in al dat slaan verdriet,?En zal om ander speelgoed vragen.
Maar is 't ook zo met Flipje niet??Ja; had ik nimmer slaag te vrezen,?'k Zou zelden in mijn boeken lezen,?En dat geeft vader ook verdriet.
Foei dat ik van een tol moet leeren,?Met vlijt te werken zonder dwang.?'k Wil tot mijn straf, mijn levenlang?Geen ander speelgoed gaan begeeren.
DE PRUIMEBOOM.
EENE VERTELLING.
Jantje zag eens pruimen hangen,?o! als eieren zo groot,?'t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,?schoon zijn vader 't hem verbood.?Hier is, zei hij, noch mijn vader,?noch de tuinman, die het ziet;?Aan een boom, zo vol geladen,?mist men vijf zes pruimen niet.?Maar ik wil gehoorzaam wezen,?en niet plukken: ik loop heen.?Zou ik, om een hand vol pruimen,?ongehoorzaam wezen? Neen.?Voord ging Jantje: maar zijn vader,?die hem stil beluisterd had,?Kwam hem in het loopen tegen?voor aan op het middelpad.?Kom mijn Jantje, zei de vader,?kom mijn kleine hartedief!?Nu zal ik u pruimen plukken;?nu heeft vader Jantje lief.?Daar op ging Papa aan 't schudden,?Jantje raapte schielijk op;?Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,?en liep heen op een galop.
DE BEDELAAR.
Die afgeleefde man, die bijkans nakend zit,?En trillend van de kou, mij om een duitje bidt,?Is even goed als ik. Gods wijsheid gaf alleen?Mij wat meer geld dan hem. Ben ik dan beter?..Neen.?Een vroom en eerlijk mensch draagt dikwijls slegte kleeren, Ik wil dan ook de deugd in arme menschen eeren,
Die met veragting op hem ziet,
Doet naar 't bevel van Jesus niet.
DE WAARE VRIENDSCHAP.
Een vriend, die mij mijn feilen toont;?Gestreng bestraft, en nooit verschoont,?Heeft op mijn hart een groot vermogen;?Maar 't laag gemoed, dat altoos vleit,?Verdenk ik van baatzugtigheid,?Ik kan zijn bijzijn niet gedogen.?Die zelden prijst, spreekt vriendentaal.?Die altoos vleit, liegt menigmaal.
VERVOLG
DER
KLEINE GEDIGTEN
VOOR KINDEREN,
VAN
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.