in het
Hooft van de Rog ondekt, dat meede seer sterk met zuur opbruyst, en
waarom ik oordeel, dat daar meede een Alkalisch gelyk sout in is:
gelyk ook in de steenkens, die men Kreeftogen noemt. En hoewel deese
substantie in de Vorschen vloeybaar als een water is, soo droogt sy
dadelyk op, door de warmte van de hant of vingers, dan nooit soo hart,
of men kan se seer ligt tusschen de tippen der Vingeren, tot een fyn
poeyer vryven; gelyk dat ook omtrent die kalkagtige en vloeybaare
materie in de Rog plaats heeft. Of nu dit sout eenig gebruyk in de
Medicynen heeft, of hebben kan, dat sou de ervarentheyd moeten
leeren, tot nog toe is het my onbekent. Maar ik keer weer tot de
Spieren.
Het is dan een seer aardig en nut experiment, als men een der grootste
Spieren van een Vorsch uit de Dye separeert, en die met syn
aanhangende Zenuw prepareert, dat deselve ongekwetst is. Dit gedaan
hebbende, soo vat men de Spier aan weersyden by syne Peesen a a, en
als men dan de neerhangende Senuw met een schaarken of iets anders
irriteert b, soo doet men de Spieren syn voorige en verloore beweeging
weer herhaalen. Waarom ook dadelyk de Spier sig contraheerende, de
twee handen, die syne Peesen vatten, als te samen by een komt te
trekken, gelyk ik al in het jaar 1658 dat aan syn Doorlugtigheid, den
tegenwoordig regerenden Hertog van Toscanen, kwam te vertoonen,
wanneer hy my seer onverdient geliefde te besoeken. En dit experiment
kan men soo menigmaal met deselve Spier herhaalen, als de Senuw nog
maar ergens ongekwetst is. Waar door men hem syn contractie soo
meenigmaal kan doen herhaalen, als het ons geleegen komt.
Maar soo men nu wil sien, en dat heel distinct, tot welken graad de
Spier in syn contractie sig komt te verdikken, en hoe ver dat syne
Peesen te samen getrokken worden; soo moet men hem door een glase
pypken losselyk heen steeken a, en in de plaats dat men de twee Peesen
met de Vingeren vast hielt, soo dient men daar twee fyne naalden door
te steeken b b, die men, niet te vast en niet te los, in een stuksken kurk
met haare punten moet vast maaken. Als men dan de Senuw irriteert c,
soo siet men, dat de Spier, door syn verwekte contractie, de hoofden
der naalden sal uyt haar plaats naa malkanderen toe beweegen d d, en
binnen in de glase pyp sal men het lichaam van de Spier selfs sig
merkelyk sien verdikken e, en het gansche pypken te vervullen,
stotende de lugt uyt syn plaats. Tot dat hy in syn contractie ophoudende,
de naalden weer in haar plaats springen, en dat het lichaam van de
Spier weer van het pypken afwykt, soo dat hy tussen hem en het
pypken een ope passagie voor de lugt laat. Maar soo men nu de Spier
aan syn selfs laat, of dat men hem in kout water met al de verhaalde
toestel set, soo sal men hem, haast op deselve wys, ook allengskens
sien contraheeren, en ten laatsten hem soo merkelyk in een sien
krimpen, dat hy de gansche middelste holte van het pypken sal
vervullen.
Als men nu deese voorige experimenten wel considereert, en alsoo
ernstig let op de force der contractie, of de beweeging van de Spier,
dewelke hy yder ogenblik herneemt, als syne Senuw op nieuw
geirriteert word; soo sou men kunnen vraagen: of daar tusschen de
Senuw en de Spier wel een andere communicatie nodig was, als alleen
deese simpele roering, irritatie, of beweeging? En alsoo ook in de
Dieren, die heter Bloet hebben, deese selve beweeging in de
onderhoorige Spieren veroorsaakt wort, als men haare Senuwen raakt:
soo sou men deselve vraag kunnen doen: namelyk, of daar door ook
wel tusschen de Hersenen, en het Merg, en tusschen die der Senuwen
en de Spieren een andere communicatie, als deese irritatie nodig was?
want in wat voor Dieren dat het syn, daar ik dat in getenteert heb, daar
contraheeren haar de Spieren altyt, als men het beginsel des Mergs, of
ook de uytgaande Senuwen maar roert.
Soo dat ik wil seggen, of men niet wel geheel sou kunnen verwerpen,
dat daar uyt de Hersenen een spiritueele substantie, tot de beweeging
der Spieren nootsakelyk, sou plaatselyk moeten afschieten, en dat soo
veerdig, geswint, en radt, dat deese nieuwe geesten de voorige
voortdryvende, in een ogenblik, in de alderuytersten van het lichaam,
op het minste gebieden der wil, of andersins ook wel natuurlyk moesten,
en soude konnen present syn.
Ik en twyfel hier niet, of die geenen, dewelke de contractien der
Spieren stellen, door opblaasing, opbruyssing, en een uytgedagte
uytsettende beweeging te geschieden, sullen my hier in geheel tegens
vallen, en my voorwerpen, dat men ook in de contractie van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.