Pondichery, hoofdstad van Fransch-India | Page 2

G. Verschuur
de
stad in 1785 bij den vrede van Versailles terug te geven en haar daarna
voor de derde maal in 1793 te veroveren. Voor goed herkregen wij deze
bezitting in 1816-17, met verbod er eenige versterking aan te leggen of
er een andere gewapende macht te onderhouden dan de politie.
De stad is in twee deelen verdeeld, de witte stad en de indische stad,
door een gracht gescheiden. De eerste, aan de oostzijde en aan zee
gelegen, is regelmatig gebouwd; de straten zijn breed en recht, wat ook
het geval is met de tweede, die echter over grooter uitgestrektheid zich

uitstrekt.
Ik kende Pondichéry, doordien ik er op een vroegere reis een week had
doorgebracht, en met waar genoegen zette ik er weer den voet op
vasten grond, na mijn aankomst aan die lange pier van slecht
ineengevoegde planken. Sinds mijn vorig bezoek was het aanzien der
plaats niet veranderd. Ik zie weer het nog al indrukwekkende
standbeeld van den grooten Dupleix, dat dichtbij het strand zich verheft,
en na eenige honderden meters te zijn voortgegaan, bereik ik het
Gouvernementspaleis, waar de tegenwoordige bewoner, dien ik de eer
heb te kennen, mij gastvrijheid heeft aangeboden. Ik voel er mij te huis,
want in de prettige kamer, die voor mij in orde gebracht is, heb ik ook
eenige jaren vroeger gelogeerd.
Het Gouvernementspaleis te Pondichéry is een alleraardigste residentie,
en de gouverneur, de heer Lemaire, is er, evenals zijn beminnelijke
echtgenoote, veel meer naar zijn zin dan in het sombere huis, dat ze
twee jaren geleden op Martinique bewoonden, waar ik 't genoegen had
hun een bezoek te brengen. De ligging en de indeeling van het huis zijn
uitstekend; het lange balkon, dat langs de groote ontvangzaal loopt,
biedt een verrukkelijk uitzicht over een groote, vierkante ruimte, aan de
overzij begrensd door een rij sierlijke en regelmatige gebouwen, en als
men er 's avonds gemakkelijk is gezeten, geniet men met welbehagen
dien verrukkelijken geur der tropische landen, die een temperatuur
bezitten, door 't verdwijnen van de zon heerlijk en verkwikkend
geworden.
Het klimaat van dit gedeelte van Indië is over 't geheel gezond. In
gewone tijden is de gemiddelde temperatuur 30° C. over dag en 26 's
nachts. In de maanden December en Januari daalt zij tot 3 à 5° C. over
dag, terwijl van Mei tot September de thermometer tusschen 32° en 40°
C. staat; dat is de periode van de zeer heete westenwinden, die op
onaangename manier de lucht oververhitten. Het droge jaargetijde
duurt van het begin van Januari tot omstreeks den 15den October; de
rest van het jaar heet dan de winter. In 't algemeen gesproken, regent
het zelden in dit deel van Indië; slechts in November en December
komt nog al dikwijls regen voor.
Als men te Pondichéry een zindelijk en goed verzorgd hôtel vond, dat
bij een goede keuken voor het moderne comfort zorgde, zou ik niet
aarzelen, de stad een zeer aantrekkelijk verblijf te noemen voor de

europeesche wintermaanden, wanneer zooveel menschen zich afvragen,
in welk hoekje van de wereld men aangenaam verblijven kan in zachte
lucht. Ongelukkig ontbreekt dit materiëele gerief; de beide hôtels, die
men er vindt, zijn beneden het middelmatige, en als men niet van de
gastvrijheid van bloedverwanten of vrienden kan genieten, zal men er
niet gauw toe komen, er eenigen tijd te vertoeven.
Het gebrek aan goede hôtels in de koloniën is onbetwistbaar een
hinderpaal voor de ontwikkeling van het toerisme. De Engelschen
hebben dat goed begrepen; nemen wij als voorbeelden de eilanden van
de keten der Antillen en de engelsche bezittingen in Azië. Op Trinidad,
Jamaica, Ceylon, in geheel Indië vindt men prachtige hôtels, even
comfortabel als ergens in Europa, en wat zien wij op Martinique,
Guadeloupe, te Nouméa, op Bourbon? Niets dan bescheiden herbergen!
Daaruit volgt, dat geen enkel toerist, die niet door een vriend is
uitgenoodigd, er langer blijft dan volstrekt noodig is. De arme stad
Saint-Pierre maakte in zekeren zin een uitzondering op den regel; men
had er twee nette, goed ingerichte en goed bestuurde hôtels, maar de
uitbarsting van den Mont-Pelé heeft ze voor altijd gesloten.
Al wandelend, nu eens door de stad zelve, dan in de omstreken van
Pondichéry, is het mij, of ik in een aardig provinciestadje ben of ergens
buiten, waar het mooi is. De woningen zijn sierlijk, getuigen van een
zekeren welstand en hebben een zindelijk voorkomen, dat in
verschillende andere koloniën ontbreekt. De gouverneur is zoo goed
geweest, een tweewielig wagentje, _pousse-pousse_, te mijner
beschikking te stellen, dat ik dikwijls in den morgen gebruik, en een
victoria, waarmee ik grooter afstanden kan afleggen, 's Avonds vóór het
diner zijn de heer en mevrouw Lemaire zoo vriendelijk, mij per rijtuig
in verschillende richtingen den omtrek te laten zien.
Wat die ritjes wel merkwaardig maakt is, dat ik nu eens over fransch
dan over
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.