Oude Egyptische Legenden | Page 8

M. A. Murray
en vond een keté-houten kist.
Hij opende de keté-houten kist en vond een kist van ivoor en
ebbenhout.
Hij opende de kist van ivoor en ebbenhout en vond een zilveren kist.

Hij opende de zilveren kist en vond een gouden kist.
Hij opende de gouden kist en vond het Boek van Thot.
Hij opende het Boek en las een bladzijde en opeens had hij den hemel,
de aarde, de hel, de bergen en de zee betooverd en hij verstond de taal
van vogels, visschen en andere dieren. Hij las de tweede bladzijde en
hij zag de zon schijnen aan het uitspansel te gelijk met de volle maan
en de sterren en hij zag de groote gedaante van de Goden en zoo sterk
was de betoovering, dat de visschen van uit de diepste diepten der zee
naar boven kwamen. Nu wist hij, dat, wat de priesters hem verteld had,
waar was. Toen dacht hij aan Ahura, die op hem wachtte te Koptos en
hij sprak een tooverspreuk uit over de mannen, die hij gemaakt had,
zeggend: "Werklieden, werklieden! Werkt voor mij! en breng mij terug
naar de plaats, vanwaar ik gekomen ben". Zij zwoegden dag en nacht,
tot dat zij te Koptos kwamen en daar zat Ahura bij de rivier. Ze had
niets gegeten of gedronken sedert het vertrek van Nefer-ka-ptah, want
zij zat te wachten en uit te zien naar het verdriet, dat over hen zou
komen. Maar toen zij Nefer-ka-ptah zag terugkeeren in de koninklijke
bark, was haar hart blijde en zij verheugde zich in de hoogste mate.
Nefer-ka-ptah kwam naar haar toe en legde het Boek van Thot in haar
handen en verzocht haar het te lezen. Toen zij de eerste bladzijde las,
betooverde zij den hemel, de aarde, de hel, de bergen en de zee en zij
verstond de taal van de vogels, de visschen en het kruipend gedierte, en
toen zij de tweede bladzijde las, zag zij de zon schijnen aan het
uitspansel tegelijk met de volle maan en sterren en zij zag de groote
gedaanten van de Goden en zoo sterk was de betoovering, dat de
visschen uit de diepste diepten te voorschijn kwamen.
Nefer-ka-ptah riep om een stuk nieuwe papyrus en een beker bier; en
op de papyrus schreef hij al de tooverkunsten, die in het Boek van Thot
stonden. Toen nam hij den beker bier en doopte de papyrus in het bier,
zoodat alle inkt werd weggespoeld en de papyrus er uitzag alsof er
nooit op geschreven was. En Nefer-ka-path dronk het bier en kende
opeens al de tooverformulieren, die geschreven waren geweest op de
papyrus, want dit is de methode van de groote toovenaars.
Toen gingen Nefer-ka-ptah en Ahura naar den tempel van Isis en

brachten er offers aan Isis en Harpocrates en gaven een groot feest en
den volgenden dag begaven zij zich aan boord van de koninklijke bark
en zeilden vroolijk de rivier af naar het Noorden. Maar ziet, Thot had
het verlies van zijn boek ontdekt en Thot barstte in woede los gelijk een
panther uit het zuiden en hij snelde naar Ra en vertelde hem alles,
zeggende:"Nefer-ka-path heeft mijn tooverkist gevonden en ze geopend
en heeft mijn Boek gestolen, juist het boek van Thot; hij versloeg de
bewakers, die het omringden en de slang, die geen mensch kan dooden,
lag hulpeloos vóór hem. Wreek mij, o Ra, op Nefer-ka-path, zoon van
den koning van Egypte."
Koning Ra antwoordde en sprak: "Neem hem en zijn vrouw en zijn
kind en doe met hen, wat gij wilt." En nu was het verdriet, waarop
Ahura wachtte en waarnaar zij uitzag, op het punt over hen te komen,
want Thot nam van Ra een volmacht mee, die hem in staat stelde met
den steler van zijn Boek te doen, wat hij verkoos.
Toen de koninklijke bark zacht de rivier afvoer, kwam de kleine jongen
Merab uit de schaduw van de zonnetent en leunde over den kant, en
keek naar het water. En de macht van Ra trok hem neer, zoodat hij in
de rivier viel en verdronk. Toen hij viel, uitten al de matrozen op de
koninklijke bark en al de menschen die langs den oever wandelden een
luiden kreet, maar zij konden hem niet redden.
Nefer-ka-path kwam uit zijn kajuit en sprak een tooverspreuk uit over
het water en het lichaam van Merab kwam aan de oppervlakte en zij
haalden het aan boord van de koninklijke bark. Toen las Nefer-ka-ptah
nog een tooverspreuk en zoo groot was haar macht, dat het doode kind
sprak en Nefer-ka-ptah alles vertelde, wat er onder de Goden gebeurd
was, dat Thot zich zocht te wreken en dat Ra hem de macht gegeven
had aan die wraak op dengene, die zijn boek gestolen had, te voldoen.
Nefer-ka-ptah gaf bevel, dat de koninklijke bark naar Koptos zou
terugkeeren, opdat
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 37
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.