Op reis en thuis | Page 4

Justus van Maurik
en borrelend hoesten, maar deed mijn oogen toe en
sliep in met de gedachte: de Amalia is een beproefde oude vrienden van

de zee, kommandant Visman een ervaren bevelhebber en zijn officieren
en manschappen doen hun plicht in ieder opzicht.
Er is iets geruststellends in te weten, dat er over u gewaakt wordt in den
duisteren nacht, dat van af brug en voorsteven een flinke Janmaat met
spiedend oog op den tuikijk staat en dat het schip, al kraakt en dreunt
het ook geweldig, krachtig en sterk is, beproefd door vele reizen.
* * * * *
In de zwak belichte ruimte van 't logies voor Militairen staat de
sergeant, die Bijbellezing zal houden. Hij is een fatsoenlijk uitziend,
kalm, bedaard man, van middelbaren leeftijd, 't Licht uit de
partrijspoorten schijnt op zijn gladgeschoren gelaat en kaatst fel terug
op 't glimmend gepoetste expeditiekruis en de medailles, die zijn
uniform versieren.
Hij is niet gekommandeerd tot de godsdienstoefening, de bijbellezing
wordt door hem niet op bevel gehouden en de militairen zijn niet
gehouden die aan te hooren.
--'t Is puur liefhebberij van weerskanten, zei een van de equipage die
mij vertelde dat er 's morgens om negen uur godsdienstoefening zou
worden gehouden.--De sergeant is een beetje in den Heere, maar--de
man tikte even met de hand aan de uniformpet--alle respect voor hem, 't
is een patente kerel, een vent, die orde onder zijn jongens weet te
houden. Ze mogen hem allemaal even graag lijden, want hij is zooveel
als 'n mensch, zie je? Hij weet te geven en te nemen en hij heeft hart
voor z'n mannetjes. 'k Heb vroeger wel meer van die lui ontmoet, die 't
erg van Onze lieve Heer beet hadden, maar die verveelden je satansch,
met 'rlui gewauwel. Dat doet deze sergeant niet! Begrijp je, daarom kan
ik hem velen, hij gebruikt z'n verstand en hij zeit bij z'n eigen: lust je
niet van de kost, die ik oplepel, welaan zet er je mond dan niet aan, ik
zal je niet forceeren. Dat's royaal gesproken en daardoor komt het dat
de jongens Zondags naar hem komen luisteren; ik mag hem ook wel af
en toe 'reis hooren. Hij kan 't zoo netjes zeggen, dat je dadelijk begrijpt
wat hij meent en dat 't door je boddy en je ziel gaat. Vroeger heb ik, als
ik niets beters te doen had, in de kerk naar den dominee geluisterd,

maar dat was me gewoonlijk te machtig, hé? Die hemeldragonders
maken meestal zoo'n herrie bij 't geen ze zeggen en schelden je reëel uit
voor verdommelingen en meer rariteiten--daar moest ik niemendal van
hebben. Maar deze sergeant mag ik wél, die meent wat ie zeit en hij
zeit 't kort: pas op je plicht, doe je zaken, hou je neus uit de polletiek ga
je niet te buiten aan de jandoedel en hou groot van Onze lieve Heer en
bedank 'm voor al 't genige wat hij aan je doet. Zie je, meneer, dat is
zoowat schering en inslag van z'n redenasies. Daar kan ik me best mee
vereenigen en als je dan weet dat die sergeant geen slaapmuts is en op
z'n tijd die bruine sloebers afgerazend op 'r falie heeft weten te spelen,
dan zeg je: laat 'm z'n liefhebberij! 'n Mensch kan d'r altijd wat van
leeren, 'n goed woord kun je altijd gebruiken. Ja, de sergeant is 'n
aardige kerel. Je zult ze van avond reis hooren zingen, de jongens; hij
heeft ze zooveel als gesorteerd, begrijp je, de moffen bij mekaar, de
belsen ampart en de Hollanders sok op der eigen. De moffen zingen d'r
lui eigen liedjes, de belsen en Hollanders laat ie samen die moppies van
Sanky instudeeren; 't bennen liederen van godsdienstige aard, maar ze
klinken mooi--nou, wat wil je meer? Om de klank is 't 'm toch maar te
doen, hè! Begrijp je, meneer! als je zoo'n sergeant bij 'n detachement
hebt is 't 'n pleizierig ding. Daar mag de kapitein net zoo blij mee
wezen als met 'n goeie Baboe voor z'n kinderen; op reis is zoo'n
onderofficier vrij wat beter dan 'n bullebak of 'n kerel die de jongens
stijf vloekt. Wil je wel gelooven, meneer dat ik den sergeant nog nooit
een onvertogen woord heb hooren zeggen--hij is altijd ferm bij de
pinken, maar fatsoenlijk als een sjentelman....
't Is negen uur (twee glazen); in het logies zitten een groot aantal
soldaten op de banken langs de eettafels, velen met een klein bijbeltje
in de hand, anderen hebben plaats genomen op hun kist, op bankjes of
op den grond. De sergeant staat voor de tafel en leest met duidelijke
stem een kapittel uit den bijbel, hoe Johannes de Dooper kwam om den
weg voor Jezus te bereiden. Met aandacht volgen de soldaten hem en
als hij dan, het
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 75
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.