behoorlijk gedragen; geen dolle dingen doen, en onze plannen bederven."
"Geen enkel dol ding."
"En verkoop alstjeblieft geen aardigheden, als wij ernstig moeten zijn."
"Ik zeg nooit aardigheden, dat is meer speciaal jouw taak."
"En ik smeek je, onder de plechtigheid niet naar mij te kijken; ik begin stellig te lachen, als je me aankijkt."
"Je zult mij in 't geheel niet zien; je zult natuurlijk z���� schreien, dat de dikke mist rondom je alle uitzicht zal benevelen."
"Ik schrei nooit, dan wanneer ik erg bedroefd ben."
"Bijvoorbeeld als goede vrienden naar de akademie gaan, h��?" plaagde Laurie met een veelbeteekenenden glimlach.
"Verbeeld je! Ik treurde maar zoo'n beetje mee, om de anderen gezelschap te houden."
"Natuurlijk. Maar zeg, Jo, hoe is Grootvader van de week? Nog al beminnelijk?"
"Ja zeker. Heb je soms wat uitgevoerd, en ben je bang, hoe hij het zal opnemen?" vroeg Jo vrij scherp.
"Denk je dat ik je moeder zou durven aankijken en zeggen, dat alles in orde was, als het niet waar was?" en Laurie bleef in zijn verontwaardiging stilstaan.
"Neen, natuurlijk niet," bekende Jo gul.
"Wees dan alstjeblieft niet weer zoo wantrouwend; ik heb alleen maar wat geld noodig," zei Laurie, weer voortstappend en verzoend door haar hartelijken toon.
"Je geeft veel uit, Teddy."
"Ik geef het niet uit; het verdwijnt op de een of andere manier, en het is weg, eer ik het weet."
"Je bent zoo edelmoedig en goedhartig, dat je het aan iedereen uitleent, en nooit iets weigeren kunt. We hebben die geschiedenis met Henshaw wel gehoord, en al wat je voor hem gedaan hebt! Als je je geld altijd op die manier besteedde, zou niemand er aanmerking op maken," zei Jo met warmte.
"O, hij heeft van een molshoop een berg gemaakt. Ik mocht toch niet aanzien, dat zoo'n flinke jongen zich dood werkte, alleen uit gebrek aan een beetje ondersteuning, terwijl hij meer waard is dan een dozijn zulke luie wezens als wij, is 't niet?"
"Natuurlijk niet, maar ik zie niet in, waarom je zeventien vesten en een onnoemelijk aantal dassen moet hebben, en elken keer, als je thuis komt, een nieuwen hoed. Ik dacht, dat je de dandyperiode nu te boven was, maar telkens breekt de ziekte weer uit.
"Nu schijnt het mode om je zoo afschuwelijk toe te takelen; je hoofd ziet er uit als een boender, en hoe bedenk je 't een jas als een dwangbuis, oranje handschoenen en lompe laarzen met vierkante punten te dragen? Als al die leelijke dingen nu nog maar goedkoop waren, zou ik er niets van zeggen, maar ze zijn even duur als iets anders, zoodat ik voor mij er het nut niet van kan inzien."
Bij dezen aanval wierp Laurie het hoofd in den nek en begon zoo hartelijk te lachen, dat de vilten hoed afviel, waarop Jo er verachtelijk op trapte, welke beleedigende handelwijze geen andere uitwerking had, dan dat het hem de gelegenheid verschafte om uit te weiden over de voordeelen van een kostuum, dat overal tegen bestand was, terwijl hij het mishandelde hoofddeksel opvouwde en in zijn zak stak.
"Preek nu maar niet meer, dan ben je een beste meid; ik hoor de heele week genoeg van dien aard, en verlang een beetje variatie, als ik thuis kom. Ik zal mij morgen poes-mooi maken, zonder op onkosten te letten, en al mijn vrienden tevreden stellen."
"Ik zal je met rust laten, als je alleen maar je haar wilt laten groeien. Ik ben niet aristocratisch, maar ik ben er toch niets op gesteld, gezien te worden met iemand, die er uitziet als een jeugdig bokser," zei Jo, op ernstigen toon.
"Deze eenvoudige haardracht is hoogst bevorderlijk voor de studie, mejuffrouw, daarom hebben wij haar aangenomen," antwoordde Laurie, die zeker niet van overmatige ijdelheid beschuldigd kon worden, daar hij vrijwillig een mooien krullebol voor ruige stekels van een halven duim lengte had verwisseld.
"Maar zeg, Jo, ik geloof, dat de kleine Parker heusch wanhopig verliefd is op Amy. Hij spreekt aanhoudend over haar, maakt verzen, en wandelt heel verdacht in den maneschijn. Hij moest zijn jeugdigen hartstocht eigenlijk maar in de kiem vernietigen," ging Laurie, na eenige oogenblikken zwijgens, op een vertrouwelijken oudste-broerachtigen toon voort.
"Natuurlijk; in de eerstvolgende jaren verlangen wij geen trouwerij meer in deze familie. Lieve hemel, waar denken de schapen aan!" en Jo keek zoo verontwaardigd, alsof Amy en kleine Parker nog op de bewaarschool gingen.
"Het is een wonderlijke tijd, en 't is niet te zeggen wat wij mogelijk nog zullen beleven, juffertje! Jij bent om zoo te zeggen ook nog maar pas aan de kinderschoenen ontwassen, maar jouw beurt zal ook gauw genoeg komen, Jo, en dan mogen wij staan treuren!" en Laurie schudde het hoofd over de algemeene ontaarding.
"Ik? Wees maar niet bang; ik ben niet 'lieftallig' genoeg. Niemand zou mij willen hebben, en dat is ook maar goed, want er moet toch altijd ��en oude vrijster in de familie zijn."
"Jij wilt niemand een kans
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.