Op Eigen Wieken | Page 7

Louisa May Alcott

"Het is een wonderlijke tijd, en 't is niet te zeggen wat wij mogelijk nog
zullen beleven, juffertje! Jij bent om zoo te zeggen ook nog maar pas
aan de kinderschoenen ontwassen, maar jouw beurt zal ook gauw
genoeg komen, Jo, en dan mogen wij staan treuren!" en Laurie schudde
het hoofd over de algemeene ontaarding.
"Ik? Wees maar niet bang; ik ben niet 'lieftallig' genoeg. Niemand zou
mij willen hebben, en dat is ook maar goed, want er moet toch altijd
éen oude vrijster in de familie zijn."
"Jij wilt niemand een kans geven," zei Laurie met een zijdelingschen
blik en wat meer kleur dan gewoonlijk op zijn door de zon verbrand
gezicht. "Je wilt den zachten kant van je karakter nooit toonen; en
wanneer iemand er bij toeval iets van te zien krijgt, dan behandel je
hem, zooals juffrouw Gummidge [1] haar minnaar deed: jij gooit hem
een emmer koud water over 't hoofd en zet al je stekels overeind,

zoodat niemand je durft aanraken, of ook maar naar je kijken."
"Ik houd er niet van; ik heb het ook veel te druk om mij door zulke
nonsens te laten afleiden, en ik vind het verschrikkelijk als
huisgezinnen zoo verbrokkeld worden. Laten wij er nu maar niet meer
over spreken; Meta's huwelijk heeft al onze hoofden op hol gebracht,
en wij praten van niets dan van minnaars en zulke gekheid. Ik heb geen
zin mijn humeur te bederven; zullen we dus alsjeblieft van onderwerp
veranderen?" en Jo zag er uit, alsof zij gereed was, hem bij de geringste
aanleiding met koud water te gaan doopen.
Wat Laurie's gevoelens ook mochten geweest zijn, hij gaf ze alleen
lucht in een lang, zacht gefluit, en in de verschrikkelijke voorspelling,
toen zij bij het hek scheidden: "Let op mijn woorden, Jo, nu komt de
beurt aan jou."

HOOFDSTUK II.
HET EERSTE HUWELIJK.
Vroeg in den helderen Juni-morgen ontwaakten, vroolijk en blij, al de
rozen, waarmee het huis der familie March begroeid was, en lachten
allen vriendelijk in den onbewolkten zonneschijn. Zij bloosden van
opgewondenheid, en als de wind hen heen en weer bewoog, fluisterden
zij elkander toe, wat zij hadden gezien; want sommigen keken naar
binnen in de eetkamer, waar het feestmaal was aangericht; anderen
klommen naar boven, om de zusters toe te knikken, die bezig waren de
bruid te kleeden; weer anderen wuifden een welkom toe aan allen, die
om verschillende redenen de gang en den tuin in- en uitliepen, en allen,
de schitterendst ontloken bloem tot het kleinste groene knopje, offerden
blijmoedig de schatting van hun schoonheid en geur aan de vriendelijke
meesteres, die ze zoo lang had verzorgd.
Meta leek zelve wel een roos; want al wat schoon en liefelijk was in
haar hart en ziel, scheen dien dag op haar gelaat te lezen te zijn, en gaf
het een teedere, aandoenlijke bekoring, machtiger dan de zuiverste

schoonheid. Zij wilde zijde noch kant, noch oranje-bloesem dragen. "Ik
wil er vandaag niet vreemd of opgeschikt uitzien," zei zij, "en ik
verlang ook geen modieuse bruiloft, alleen maar het bijzijn van allen,
die ik liefheb, en voor hen wil ik natuurlijk en mij-zelve zijn." Zij had
dus zelf haar trouwjapon gemaakt, met al de blijde verwachtingen en
onschuldige illussies van een meisjeshart.
De zusjes vlochten haar dik golvend haar, en de eenige versiering, die
zij droeg, bestond uit een bouquetje lelietjes der dalen, die "haar John"
boven alle bloemen ter wereld verkoos.
"Je ziet er precies uit als onze eigen Meta, alleen maar zoo lief en mooi,
dat ik je stellig eens zou knuffelen, als ik niet bang was je japon te
verkreukelen," zei Amy, die haar met welgevallen stond te beschouwen
nadat de kleedpartij was afgeloopen.
"Daar ben ik blij om. Maar kus en knuffel mij gerust allemaal, en denk
niet om mijn japon. Op die manier wil ik vandaag wel dikwijls
verkreukeld worden," zeide Meta, haar zuster aan haar hart drukkende,
en allen "knuffelden" haar een oogenblik met Aprilgezichtjes, en
gevoelden, dat de nieuwe liefde de oude niet had verdrongen.
"Nu ga ik John's das voor hem strikken, en dan moet ik een paar
oogenblikjes stil met vader in de studeerkamer zijn," zei Meta, liep naar
beneden om deze kleine ceremoniën te volbrengen, en volgde toen haar
moeder overal waar deze heenging, daar zij voelde, hoe, ondanks de
glimlachjes op het moederlijk gelaat, een verborgen droefheid aan het
moederhart knaagde nu haar oudste lieveling van onder haar vleugelen
uitvloog.
Terwijl de jongere zusters bij elkander staan en de laatste hand leggen
aan het eenvoudig toilet, is het een schoone gelegenheid al de
veranderingen op te merken, door het verloop van tijd in hun uiterlijk
teweeggebracht, want alle drie zien er nu op hun best uit.
Jo's hoekige kanten zijn veel verzacht; zij heeft geleerd zich
gemakkelijk, zij het dan
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 138
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.