Onder Moeders Vleugels | Page 4

Louisa May Alcott
geeft geen steek! doe het zoo goed je kunt, als de tijd daar is, maar als de toeschouwers fluiten, moet je 't mij niet wijten. Kom Meta, ga door."
Alles ging verder goed, want Don Pedro tartte de wereld, zonder een woord te haperen in een speech van twee bladzijden lang. Hagar, de heks, zong een verschrikkelijk lied over haar ketel kokende padden, wat een ontzaglijke uitwerking had; Roderigo verbrak met mannenmoed zijn ketenen, en Hugo stierf, onder vreeselijke folteringen van berouw en arsenicum, met den wilden kreet: "ha! ha!" op de lippen.
"Dat is nog het beste, wat we gehad hebben," vond Meta, toen de doode schavuit opzat en zijn ellebogen wreef.
"Ik begrijp niet, hoe je zulke prachtige dingen kunt maken en spelen! Jo, je bent een tweede Shakespeare!" riep Bets, vast overtuigd, dat haar zuster, vóór alle dingen, een bewonderenswaardig groot talent had gekregen.
"Niet precies," antwoordde Jo bescheiden. "Ik geloof wel, dat "de Vloek van de Heks" nogal aardig is, maar ik zou zoo graag "Macbeth" eens probeeren, als we maar een valdeur hadden voor Banquo. Hè, ik gaf wat om de partij van den moordenaar eens op me te nemen! Is dat een dolk, dien ik daar voor mij zie?" prevelde Jo, met rollende oogen en met de vuist in de lucht slaande, zooals ze een beroemd acteur eens had zien doen.
"Neen, het is de roostervork met Moeders pantoffel er aan, in plaats van een boterham. Bets is een en al spel!" riep Meta, en de repetitie eindigde onder algemeen gelach.
"Ik ben blij jullie allemaal zoo vroolijk bij elkaar te vinden, kinderen," zei een vriendelijke stem, en spelers en toeschouwers keerden zich verrast om, naar een gezette dame, die iets echt gezellig moederlijks over zich had. Ze was niet bepaald mooi, maar moeders zijn altijd lief in de oogen van hun kinderen, en de meisjes vonden de dame in den grijzen mantel en den ouderwetschen hoed de bewonderenswaardigste vrouw ter wereld.
"Wel, lievelingen, hoe is het vandaag gegaan? Er was zooveel te doen met het inpakken van de kisten, die morgen verzonden moeten worden, dat ik niet thuis kon komen eten. Is er iemand geweest, Bets? Hoe is het met de verkoudheid, Meta? Jo, je ziet er doodmoe uit. Kleintje, kom mij eens een kus geven!"
Onder deze moederlijke vragen deed Mevrouw March haar natte bovenkleederen af, haar warme pantoffels aan, zette zich in den gemakkelijken stoel en trok Amy op haar schoot, om nu eens recht te genieten van het gelukkigste uur van den ganschen dag. De meisjes liepen rond om alles prettig in orde te maken, Meta zette de theetafel klaar, Jo legde blokjes op het vuur, schoof de stoelen om de tafel, liet alles vallen, gooide alles om en stootte tegen alles, wat ze aanraakte. Bets liep van de kamer naar de keuken en omgekeerd, stil en bedrijvig, terwijl Amy iedereen aanwijzingen deed en met de armen over elkaar zat toe te kijken.
Toen allen gezeten waren zei mevrouw March met een blij gezicht: "Ik heb een heerlijke verrassing voor jullie na de thee." Het was of een zonnestraal over al de gezichtjes ging. Bets klapte in de handen, zonder te denken om de beschuit, die ze juist opgenomen had, en Jo gooide haar servet in de lucht, en riep: "Een brief, een brief! Drie hoera's voor Vader!"
"Ja, een heerlijke lange brief. Vader is heel wel, en denkt, dat hij den winter beter door zal komen dan we dachten. Hij zendt alle mogelijke goede wenschen voor het Kerstfeest en een afzonderlijke boodschap voor jullie vieren," zei mevrouw March, over haar zak strijkende, alsof zij daar een schat bewaarde.
"Maak dan wat voort, dat wij gauw klaar zijn. Houd ons nu maar niet op, met je pink te bekijken en op je bord te knoeien, Amy," riep Jo, die half stikte in haar thee, en in haar haast om klaar te komen, haar boterham, met den gesmeerden kant naar onderen, op het kleed liet vallen.
Bets at niet meer, maar sloop naar haar rustig hoekje, om daar te soezen over het genot, dat haar wachtte, als de anderen klaar waren.
"Ik vind het zoo prachtig van Vader, dat hij mee is getrokken als veldprediker, nu hij te oud was om met het detachement te gaan en niet sterk genoeg meer, om soldaat te zijn," zei Meta met warmte.
"Wat zou ik me graag als trommelslager of als marketentster of als verpleegster opgeven, om bij hem te zijn en hem te helpen," zuchtte Jo.
"'t Lijkt mij afschuwelijk, in een tent te slapen en allerlei akelige dingen te eten en uit een tinnen kroes te drinken," zei Amy.
"Wanneer komt hij terug, Moeder?" vroeg Bets met een bevende stem.
"Nog in verscheiden maanden niet, kindlief, tenzij hij ziek werd. Hij zal daar blijven en zijn werk doen, zoolang hij kan, en wij willen hem niet vragen een minuut
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 122
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.