vrij eenvoudig: een houten geraamte, van achteren, op zijde en van boven met atap gedekt. Het naar twee zijden schuin afloopende dak was van voren 2, van achteren 1 3/4 M. hoog; de diepte was 3 M. Hier stonden onze veldbedden, twee tafels, enkele stoelen en onze koffers. Daar de barak aan de rivierzijde open was, mocht de door den Westenwind aangevoerde regen daar gaarne vrij in spelen. Eenig voorstaand geboomte werkte wel beschermend, doch ik weet zeker dat al mijn goed bedorven zou zijn door vocht als mijn met ijzer beslagen tropenkoffers niet zoo ondoordringbaar gebleken waren. De opening naar achteren was wellicht in dat opzicht voordeeliger geweest, doch wij prefereerden licht en het vrije riviergezicht met als nadeel den regen boven het omgekeerde. Om niet steeds met de voeten in den weeken grond te zitten, hadden wij onze barak met gegolfde ijzeren platen bevloerd; dit was zeer doelmatig; alleen veroorzaakte het gekras van de kopspijkers onzer schoenen op het ijzer gewoonlijk meer onaangenaam lawaai dan gewenscht was.
De barakken voor militairen en dwangarbeiders waren overeenkomstig; de bevloering was hier tevens ligplaats, dus dunne boomstammetjes naast elkaar, hoe gelijker hoe liever; twee palm boven den grond. Onderofficieren en verkenner sliepen onder hetzelfde dak, doch hadden veldbedden.
De goedang had een vloer en een beschermend dak en daartusschen waren onze voorraden: vivres, geneesmiddelen, verlichting, gereedschappen, aanmaakmateriaal voor prauwen, enz.
Het ziekenhuis was de reeds vroeger genoemde groote wegneembare tent; gemiddelde hoogte ruim 2 M.; vrij ruim. Dit was het doktersdepartement met vele potjes en flesschen en zelfs met een kleine operatie-tafel.
In de keuken werd in een paar groote ijzeren potten de rijst gekookt; het was een eenvoudig afdakje, waar ook onze filtersteenen stonden. De laatste bestaan uit een poreuse kalkmassa en zijn zeer doelmatig; ze zijn geelwit van kleur.
Boven de rivier werden van den oever uit en gelijk met dezen bruggen gebouwd, op wier uiteinde overdekte W.C.'s en mandikamers kwamen alles van de meest primitieve constructie, doch stevig.
De kleine aanlegsteiger werd vervangen door een grooten met verschillende trappen in verband met variabelen waterstand (het totaal verval over een jaar bedraagt toch 7 M.); die steiger hield zich goed tot het einde der Exploratie, hoewel de bandjirs dikwijls met stroom en boomstammen moeite genoeg deden om hem omver te halen.
Intusschen was een ploeg bezig met het schoonkappen van den vroeger genoemden 4 M. hoogeren rug. Ook hier bleef het zware hout staan voor de per volgende boot verwacht wordende Dajaks. De rug bleek nogal grillig van vorm en hoe meer wij met den huizenbouw naar achteren vorderden, hoe meer wij moesten goochelen met de ruimte. Maar het ging best. Hier verrezen in den loop der maanden barakken, als zooeven genoemd, doch ruimer en geriefelijker, hoog (minstens 1 1/2 M.) boven den grond; een ruime goedang en een ruim ziekenverblijf.
Het werk der officieren was in hoofdzaak toezicht houden en "er achter heen zitten". Daar wij twee zeer ijverige Europeesche onderofficieren hadden, nam dat niet veel tijd in beslag en wij verlangden naar de volgende boot, die ons een groote uitbreiding van menschenmateriaal zou brengen.
De avonden waren gezellig. Men had dan gemandied, gegeten, men had lectuur en den grammofoon. De lectuur was een algemeene erfenis van alle goedkoope romans, die bij het exploratie-detachement van Zuid-Nieuw-Guinee door de opvolgende explorateurs verwerkt waren geworden, een vrij belangrijke hoeveelheid. De grammofoon was first rate, met talrijke goede, groote platen. Wij lieten hem elken avond draaien door een onzer jongens, die daartoe afgericht was en hij heeft ons nooit verveeld. Het was de grootste band, die ons aan de beschaving bond en, met gesloten oogen luisterend, lieten wij ons leiden waarheen de muziek ons bracht.
Onze dokter amuseerde zich met de fotografie, waarin hij een meester was. Zijn donkere kamer was voorloopig een roode klamboe, waar hij 's avonds met alle ingredi?nten inkroop.
Meteorologische waarnemingen behoorden tot mijn departement; elken dag, om 7, 2 en 9 uur werden opgenomen: barometerstand, temperatuur, bewolking, richting en kracht van boven- en benedenwind; elken morgen 7 uur de regenval en de stand van het rivierwater; voor het laatste was een peilschaal geplaatst tegen den grooten steiger. Deze observaties zijn altijd door geschied; bij mijn afwezigheid door den dokter, die permanent bivak-commandant was. Zij geven in elk geval voor een vol jaar het betrouwbaar verloop van twee met elkaar verbandhoudende belangrijke dingen: den regenval en den waterstand. Wij weten te goed de bezwaren van den regentijd en de moeilijkheden der bandjirs om niet gaarne gebruik te maken van den gunstigen tijd en het is een voordeel, dat men thans met juistheid zeggen kan in welke maanden het reizen in Nieuw-Guinee gemakkelijk en opwekkend is en in welke maanden men met veel zorg en moeite weinig vorderingen maakt.
Voor ons was voorloopig de regentijd nog weggelegd: zware wolken dreven onafgebroken uit het Westen, aan regen geen gebrek; het was
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.