Nieuw-Guinee en de exploratie der | Page 4

L.A.C.M. Doorman
of Manokwari is de naam voor onzen bestuurszetel aan de Noordkust van Nieuw-Guinee. Het plaatsje ligt aan den Noordkant der baai; het terrein is flauw oploopend met heuvels op den achtergrond. Van af den wal ziende naar het Zuid-Zuid-Westen over de baai heeft men bij helder weer in den vroegen morgen een schitterend uitzicht op het 3000 M. hooge Arfak-gebergte aan den overkant.
Behalve de verblijven en de gebouwen voor de ambtenaren van het Gouvernement, een kazerne voor de gewapende politie, e.d., vindt men ����n lange hoofdstraat evenwijdig aan het strand met toko's aan weerszijden. De handelaren zijn Chineezen, zij koopen vogelhuiden in, verkoopen snuisterijen aan de pronkzieke Papoea's en voorzien verder tegen buitensporige prijzen in de talrijke meer of minder belangrijke nooden van de lagere klassen van het Exploratie-Detachement
De vogelhuiden worden hun geleverd door Papoesche of Ternataansche jagers, aan wie zij geweren, mondkost en een voorschot verstrekken en die na verloop van eenigen tijd hun buit aan hen komen afdragen tegen den overeengekomen prijs. Hier worden goede winsten gemaakt; de prijs van den Paradijsvogel was destijds gemiddeld f?70.- voor de beste soort (Ansoesvogel). Ook andere vogelhuiden worden verhandeld, doch de Paradijsvogel is hoofdzaak; de grootste afnemers waren Amerika en Frankrijk.
De koopende, doch meer nog kijkende, Papoea's kon men den heelen dag in de winkels zien "lummelen". Dit luie volkje voert voor den kost geen vinger meer uit dan even noodzakelijk is. Zij leven van vischvangst en landbouw en, als de honger het hun zeer lastig maakt, van koelie-arbeid. Zij hebben zich een zekere beschaving eigen gemaakt; een sarong of lendendoek siert hun lijf en kralen en ringen behooren reeds tot den noodzakelijken opschik. Over den haartooi beslist blijkbaar de spreuk: alles of niets; men ziet of kroeskoppen met 1 �� 1 1/2 dM. haardikte of schedelbedekkingen van 1/2 cM. kroeshaar; beide haartooien zijn evenredig aan hun capaciteiten bewoond. Ook onder de hier wonende Papoea's komt veel een schurftige huidziekte voor (cascado), welke hun aanzien niet appetijtelijker maakt.
Zij zijn voor een groot deel Christenen; de bekende zendeling Van Hasselt heeft nabij Manokwari zijn "hoofdkwartier." Het koppensnellen is er onder den druk van het Gouvernement en den invloed van den godsdienst vrijwel uit, doch een enkele maal bezwijkt nog wel het Papoea-hart voor de verleiding van een rechten raak [2]-tocht.
Hun huizen staan hier en daar langs het strand. Het zijn verzamelwoningen met een middengang met tal van kamertjes ter weerszijden, voor elke familie ����n. De huizen staan op palen, aan het strand en buiten de laagwaterlijn, wat een hygi?nisch voordeel is; een lange "pier" verbindt de woning met den begroeiden oever van de baai.
De prauwen, uit boomstammen uitgehold, liggen bij het huis; zij hebben vlerken, zooals in den geheelen Archipel, en een groot rechthoekig zeil. De Papoea's zijn goede zeelui en krachtige roeiers; hun pagaaien zijn lang, breed en sierlijk. Een aardig gezicht is het, hen te zien aankomen, als zij hun doel bereikt hebben en de vangst is goed geweest; zij roeien dan zeer snel en doen een regen van zeewater opspatten, de prauw stuift door het water en hun geschreeuw klinkt vroolijk over de baai; hoe minder de vangst, hoe trager de gang.
Het is een opgewekt volkje en om een kleinigheid kunnen zij een heidensch spektakel maken. Gezag en gehoorzamen is hun onbekend: chacun pour soi et Dieu pour eux tous. Er zijn hoofden of korano's, door het Gouvernement aangesteld, doch mij is altijd verteld, dat hun gezag zich niet verder uitstrekt dan tot de panden van de jas en de klep van de pet, die hun als teekenen van waardigheid geschonken zijn. Toch hebben enkele individu?n, ofschoon geen hoofden, grooten invloed; onder dezen bewezen later Dirk Broos en Oscar ons belangrijke, schoon goed betaalde diensten; zij zullen hierna ten tooneele komen.

Het Detachement was gelegerd beoosten Manokwari; de legerplaats heette Kwawi. Hier was tegen het hellende land een groot bivak gebouwd met grintwegen; een goede weg verbond Kwawi met Manokwari en v����r Kwawi was een stevige houten aanlegsteiger gemaakt. Men vond er een hospitaal, groote fuseliers- en dwangarbeiders-barakken en woningen voor officieren en onderofficieren. Alles was in den loop der jaren door het Detachement zelf gebouwd uit het hout der wildernis; de indekking was atap. Het was een permanent bivak van soliede constructie; zelfs een waterleiding ontbrak er niet.
Hier was gelegerd het Detachement van Noord Nieuw-Guinee. Ik ontmoette er mijn collega's Doorman en Stroeve, kort te voren van patrouille teruggekeerd, en maakte kennis met de overige heeren van het Detachement.
Men had voor ons en onze menschen tijdelijke woningen gereedgemaakt. Dit was wel noodig, want wij zijn een week te Manokwari gebleven en toen eerst met een deel van ons Detachement den Mamberamo opgegaan.
Om te beginnen werden na aankomst (20 November) de "Heemskerk" en het, reeds ter reede liggende, stoomschip "Valk" geheel leeggehaald en alle levende ziel ontscheept. Voor allen en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 57
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.